Start je eigen (mini) moestuin!
14 mrt 2014
Droom je van een eigen moestuin, maar hebt je geen tuin? Gelukkig zijn groenten flexibel en groeien ze ook op uw balkon, terras of vensterbank. Meer dan een zonnige plek en deze nuttige tips heb je niet nodig.
5 basisregels voor een moestuin
- Begin met één of twee potten en een paar makkelijke groenten en breid systematisch uit.
- Kweek wat u lekker vindt, dat motiveert.
- Zet uw minimoestuin in het zicht: hoe vaker uw blik erop valt, hoe meer u geneigd bent om iets nieuws te planten of te zaaien, te gieten of te wieden.
- Gebruik goede potgrond (de meerprijs voor een minituin is verwaarloosbaar), koop voorgezaaide plantjes (tot 3 weken winst!) en geef om de twee weken vloeibare biovoeding.
- Moestuinier biologisch. Dat is ecologischer, gezonder én lekkerder!
Handige tips!
1 m² = 10 groenten
Uw vierkante meter-moestuin of afgedankte zandbak deelt u best in vijf rijen in. Laat telkens 20 cm tussen, en links en rechts een buitenrand van 10 cm. U kunt op elke rij in één jaar 2 verschillende groenten na elkaar kweken. Zo kunt u in juli en augustus nog veldsla en winterpostelein zaaien. Kant-en-klare vierkante meter-moestuinen vindt u in het tuincentrum (de moestuinbox van Greenmarx, www.moestuinbox.be) of online en op tuinbeurzen (van De Wiltfang, www.dewiltfang.nl).
Bloemen om te smullen
Zaai ook wat eetbare bloemen op uw balkon. Het lekkerst zijn die van de kapucijntjes of Oost-Indische kers. De plantjes zaaien makkelijk, komen snel op en kunnen begin mei het balkon op. Laat ze klimmen tegen een rekje of een wigwam van bamboestokken. Alles is eetbaar, van de blaadjes tot de bloemen. Plant ook wat viooltjes tussen uw groenten: ze nemen weinig plaats in, zorgen voor kleur en zijn eetbaar!
Minituin, minibudget
Een minimoestuin hoeft niet duur te zijn. Een moestuinbak kunt u perfect zelf maken met wat afvalhout. Een eenvoudig kant-en-klaar exemplaar van 1 m2 kost zo’n 20 b. Een pakje biozaad van sla of radijsjes kost 1,5 à 2,5 b, maar u bent er jaren zoet mee. Planten op de markt kosten tussen 10 en 20 cent per stuk. Voor het onderhoud hebt u alleen een handschoffel en een plantschopje nodig. Een spantouwtje en markeringsstokjes zijn zo in elkaar geflanst. Een fles biologische plantenvoeding gaat minstens 2 jaar mee.
De kids doen mee
Geef uw kroost een eigen plantenbak, waarin ze kunnen experimenteren. Laat ze groenten zaaien die snel opkomen, want kinderen zien graag instant resultaat: tuinkers en rucola staan al na
4 dagen boven, radijsjes na een week, sla na anderhalve week. Kies voor groenten die ze lekker vinden, zoals wortels. Zet er gele, peervormige kerstomaat bij en laat ze de tuin versieren met kunstwerkjes, labeltjes en windvaantjes. Leuk voor kids zijn Klein Duimpje-sla, Tinkerbell-minipaprika’s, broccoletto en de minibietjes Pronto.
Groenten voor dummies
Kies voor groenten die snel groeien, niet te groot worden en geen last hebben van ziektes. Makkelijke starters zijn o.m. snij- en pluksla, rucola, spinazie, radijzen en warmoes, rode bietjes of lente-uitjes. Kweek ook kruiden: bieslook, (platte) peterselie, kervel, koriander, basilicum. Zorg voor een decoratief geheel en combineer groene groenten met kleurrijke: rode sla, paarse basilicum en rode of gele snijbiet of warmoes.
Zaaien of planten?
Koop uw eerste groenten als plantgoed. Dat geeft sneller resultaat en werkt motiverend. Voorgekweekte sla, peterselie, basilicum, snijbiet of warmoes, rode biet en venkel vindt u vanaf maart in het tuincentrum, op de markt of bij uw lokale kweker. In mei kunt u al oogsten. Radijzen, spinazie en wortels laten zich niet voorkweken en moet u rechtstreeks in de grond zaaien.
Kant-en-klare tomaat
Het kleurrijkste minimoestuintje maakt u met tomaten. Plant ze in van die leuke kant-en-klare, platte, plastic wegwerpzakken met bemeste potgrond en voorgevormde gaten voor 3 tot 5 planten. Giet slechts af en toe, want de verpakking houdt het vocht prima vast. Vindt u de zakken te opzichtig, zet er dan een mini-afsluiting van gevlochten wilgentenen rond. O.m. online via www.burgonandball.com.
Tekst: Laurence Machiels