Wat slaap ons vertelt: de meeste dromen zijn geen bedrog
Dromen doen we allemaal. Of het nu over uitvallende tanden of een ontmoeting met een overledene gaat; die nachtelijke hersenspinsels hebben wel degelijk een functie. Voor je lichaam én je geest.
Het is een zonnige, zomerse dag. Ik sta op een druk stadsplein, met in het midden een grote fontein. Mijn moeder zit aan de rand van de fontein en glimlacht naar mij. Ik wandel traag voorbij en kijk in haar ogen, maar kan niet blijven stilstaan.
Deze droom had ik meermaals nadat mijn moeder plots was overleden na een verkeersongeluk. We hadden geen afscheid kunnen nemen, maar in mijn dromen deden we dat wel. Haar aanwezigheid was geruststellend. ‘Het gaat goed met me. Wandel maar verder’. De droomwereld lijkt op een parallel universum, waarin we avonturen beleven die ontkiemen in de ‘echte’ wereld. We ervaren gevoelens als vreugde, opwinding, lust, jaloezie, opluchting en verveling. Allemaal levensecht, totdat we wakker worden. Dan verglijden de soms bizarre beelden snel weer naar ons onderbewustzijn. Het is moeilijk om dromen vast te houden. Probeer maar eens een droom te beschrijven. Zodra je begint te vertellen, gaat je bewustzijn er zich mee bemoeien en de ontbrekende ‘gaten’ invullen. Die magische, ongrijpbare ondertoon van dromen zorgt al millennia voor speculatie, zeker op mythologisch vlak. Volgens de Egyptenaren, Grieken en Romeinen waren dromen rechtstreekse boodschappen van de goden aan de mens. De oorspronkelijke inwoners van Noord-Amerika interpreteerden dromen als boodschappen van hun voorouders, die hen hielpen om keuzes te maken in het dagelijks leven. De Aboriginals in Australië zien een droom als het moment dat je ziel je lichaam verlaat en andere zielen ontmoet, ook van overledenen. In het boeddhisme hebben dromen geen betekenis, maar dienen ze om je geest te trainen, opdat je na je dood bewust kunt reïncarneren. In de westerse cultuur waren het de tijdsgenoten Sigmund Freud en Carl Gustav Jung die voor het eerst op zoek gingen naar de betekenis van onze dromen. Voor Freud, pionier van de psychoanalyse, waren dromen een uiting van onvervulde, instinctieve drijfveren die in het dagelijks leven worden onderdrukt. De twintig jaar jongere Jung ontwikkelde de analytische psychologie. Volgens hem waren dromen een verlengstuk van onze verbeelding en kunnen we zo de chaos in ons hoofd bedwingen en geestelijk in evenwicht komen. De theorieën van deze twee wereldberoemde psychiaters zijn inmiddels achterhaald, maar psychiater en droomonderzoeker prof. dr. Victor Spoormaker (Max Planck Instituut in München) geeft toe dat er over de betekenis van dromen eigenlijk nog altijd weinig geweten is: het is vooral een kwestie van interpretatie. Volgens hem hebben dromen geen betekenis, maar je kunt die er wel aan geven. Het is zoals een figuur herkennen in een wolk. Die wolk heeft niet écht een gezicht, maar jij kunt die er wel in zien. Daarom is droominterpretatie vandaag toch nog steeds populair bij psychologen en psychiaters.
Soms vind je in je dromen oplossingen voor vragen of dilemma’s waar je al lang mee worstelt’ Sofie Herremans, klinisch pedagoog en psychotherapeut
Symbolen en metaforen
Sofie Herremans is klinisch pedagoog en psychotherapeut. In haar groepspraktijk Zegg ontwikkelde ze Droom-in-zicht: een wetenschappelijk onderbouwde methodiek om cliënten meer inzicht te laten krijgen in zichzelf door het interpreteren van hun eigen dromen. “Toen ik pas psychotherapie begon te geven aan volwassenen, merkte ik dat ze vaak spraken over hun dromen. Ik ben me erin beginnen te verdiepen omdat dromen iets vertellen over waar je overdag niet aan denkt. Je droomt zo veel in je leven, het is toch zonde als er met die informatie niets gedaan wordt? Door je dromen te bestuderen, wordt volgens mij duidelijk wie je kunt zijn en welke krachten er in je zitten. Om dromen goed te kunnen onthouden, stel ik altijd voor om ze meteen bij het ontwaken te noteren. Schrijf in de ik-vorm en in de tegenwoordige tijd. Geef dromen ook een titel. Als cliënten mij nadien hun dromen vertellen, ga ik die niet voor hen interpreteren, maar stel ik vooral veel vragen. Was je angstig? Waar was je op dat moment? Was het overdag of ’s avonds? Zo stel je de droom scherper. Je droomt ook vaak in symbolen of metaforen. De uitdaging is om dan zelf associaties te maken met je echte leven. Herken je de beeldspraak uit je droom ook in je leven overdag? Een vrouw vertelde ooit dat ze droomde over een blaffende hond. Blijkbaar was ze de dag ervoor aan de telefoon afgeblaft door haar werkgever en dat zat haar duidelijk dwars. Soms vind je in je dromen oplossingen voor vragen of dilemma’s waar je al lang mee worstelt: je onderbewustzijn kent het antwoord al. Het is ook interessant om dromen als uitgangspunt te beschouwen voor een wat-alsoefening. Wat als het verhaal anders was gelopen? Hoe zou je je daarbij gevoeld hebben? Hoe zou jij de droom willen laten eindigen? Door daarover na te denken, kun je groeien als mens.”
Terreur in je slaap
Soms maken dromen niet gewoon deel uit van psychotherapie, maar zijn ze de oorzaak. Zeker als dromen nachtmerries worden. Die kunnen af en toe voorvallen nadat je te laat hebt gegeten: je metabolisme verhoogt en geeft aan je hersenen het signaal om actiever te zijn. Ook medicijnen tegen hoge bloeddruk of antidepressiva veroorzaken soms nachtmerries. Veel vaker is echter ‘ hyperarousal’ – een hoge mate van stress en angst – de oorzaak. De hersenen zijn dan te actief tijdens het slapen. De functie van een nachtmerrie is om angstgevoelens te verwerken, zodat je ’s ochtends enigszins opgelucht wakker wordt, maar soms blijf je eindeloos hangen in de terreur. Vooral bij slachtoffers van een trauma kan dit het geval zijn. De Amerikaanse professor Joanne Davis (The University of Tulsa) ontwikkelde een baanbrekende therapie om nachtmerries te verhelpen die gelinkt zijn aan het posttraumatisch stresssyndroom. De Belgische Aurore Roland (onderzoeksmedewerker aan de VUB) volgde een opleiding bij professor Davis en past de techniek sinds kort zelf toe in haar privépraktijk. “Wie last heeft van steeds terugkerende nachtmerries, raakt vast en blijft de droom herbeleven zonder ooit aan het einde te geraken. Tijdens de therapie gaan we de hersenen helpen om een ander scenario te volgen dat minder angstaanjagend is. Dat begint met een stukje educatie: als een patiënt meer weet over slapen en dromen, zal hij minder angstig zijn. Daarna gaan we de patiënt confronteren met de nachtmerrie. Hij moet de droom opschrijven en voorlezen. Vaak is het de eerste keer dat ze de nachtmerrie aan iemand vertellen. Vervolgens gaan we samen aan een nieuw scenario werken, dat ze voor het inslapen moeten visualiseren in hun hoofd. Op den duur gaan de hersenen zich aanpassen. Ze krijgen een andere optie die hen niet meer zo bang maakt.”
Dromen op het land of in het water
Om ons eigen droomgedrag nog beter te begrijpen, moeten we helemaal terug naar het begin van ons ontstaan. Professor dr. Olivier Mairesse (docent klinische gedragsneurowetenschappen aan de VUB) doet al heel zijn carrière onderzoek naar slaap. Volgens sommige bronnen in de literatuur is het optreden van de droomslaap verrassend genoeg gelinkt aan de omgevingsfactoren en de kenmerken van onze planeet. “Slapen als functie is gestart bij eencellige organismen. Doordat onze planeet rond de zon draait met een dag en een nacht, waren er al van in het prille begin patronen van rust en activiteit. Toen het leven complexer werd en meercellige organismen het land betraden, ging de zwaartekracht een grotere rol spelen. Die organismen moesten meer moeite doen om te bewegen en de rustperiodes werden complexer. Zo zou o.a. de droomslaap ontstaan zijn, waarbij je in een toestand geraakt van bijna totale spierverlamming en de spieren helemaal kunnen ontspannen. Amfibieën of zoogdieren die in het water leven, slapen op een andere manier. Zij zouden verdrinken als hun spieren verlamd zijn. Daarom blijft bij sommigen één hersendeel steeds actief tijdens de slaap.” Over de effectieve functie van dromen bestaan verschillende wetenschappelijke theorieën. De Amerikaanse onderzoeker Erik Hoel (Tufts University Massachusetts) ontwikkelde de these dat dromen ons voorbereiden op het onverwachte, een beetje zoals de manier waarop kunstmatige intelligentie wordt getraind. Een andere theorie stelt dat dromen dienen om emoties te verwerken, als een soort zuiveringsoperatie in het brein.
Koorts leidt tot ontspanning: je bloedvaten gaan breder openstaan en daardoor droom je meer’ Johan Verbraecken, slaapprofessor (UZA)
Verlamd tijdens je slaap
De consensus in de wetenschap is wel dat dromen essentieel zijn voor een goede mentale en fysieke gezondheid. Volgens professor Mairesse kennen mensen drie hersentoestanden: waaktoestand, de droomslaap (remslaap) en de diepe non-remslaap. De twee soorten slaap moeten ’s nachts in evenwicht zijn om overdag in waaktoestand goed te kunnen functioneren. Naast de algemene recuperatie hebben vooral onze emoties en ons geheugen te lijden onder slecht slapen. “’s Nachts wisselen diepe non-remslaap en remslaap elkaar af. Tijdens de non-remslaap slapen de hersenen, maar is je lichaam nog beperkt actief. Je kunt je spieren dus nog bewegen. Die diepe slaap is het meest cruciaal voor de overleving. Daar gebeurt de kern van de fysieke en mentale recuperatie: je lichaam herstelt zich en maakt stoffen aan, zoals het groeihormoon, terwijl neurotoxines die je aanmaakt tijdens waakperiodes worden verwijderd. De non-remslaap fungeert dus een beetje als de afvalverwerking van de waaktoestand. Tijdens die diepe slaap droom je ook, maar het zijn eerder vage, niet-visuele dromen. Op het einde van de nacht komt pas de actieve, levendige droomslaap. In die remslaap ( Rapid Eye Movement) maken je ogen snelle bewegingen en zijn je hartritme en je ademhaling onregelmatig. Dat noemen we ook wel de paradoxale slaap, omdat er op dat moment best veel hersenactiviteit is die lijkt op de waaktoestand, maar je spieren zijn wel degelijk verlamd en je slaapt echt. Studies tonen aan dat het evenwicht tussen de diepe slaap en de remslaap heel nauw gelinkt is aan de regulatie van je emoties en een goed geheugen. Je legt veel betere examens af nadat je een nachtje voldoende kon slapen en dromen. Wat je overdag doet en leert, wordt ’s nachts tijdens je dromen namelijk weggeschreven op je eigen harde schijf, zodat er plaats is voor nieuwe informatie. Bij experimenten hebben we gezien dat wanneer je knabbelt aan de droomslaap, mensen cognitieve problemen krijgen.”
De ideale middagdut
De reden dat we onze dromen soms wel en soms niet herinneren, is gelinkt aan het moment dat je wakker wordt. Als er buiten een hond begint te blaffen terwijl jij midden in een droomfase verkeert, zul je je die droom heel goed herinneren als je op dat moment wakker wordt. Maar de droom vervaagt snel. Frappant is wel dat als je later op de dag of de volgende avond weer slaperig wordt en wegzinkt richting slaap, je je die droom plots weer kunt herinneren, alsof je opnieuw dat parallelle universum betreedt. Droomervaringen die je geraakt hebben, kunnen opnieuw opgewekt worden in een volgende droomfase. Professor Mairesse wijst op het belang van een goede, ononderbroken nachtrust én het effect van te late middagdutjes. “Als je heel vroeg moest opstaan, heb je wel genoeg diepe slaap gehad, maar te weinig remslaap omdat die fase grotendeels op het einde van de slaapcyclus plaatsvindt. Als je dan rond de middag even gaat slapen, zul je dat tekort aan remslaap aanvullen en hevig dromen. Ga je echter te laat dutten, bijvoorbeeld na 15 u, dan ben je op dat moment al voldoende lang wakker en krijgt de diepe slaap weer voorrang, aangezien de behoefte daaraan rechtstreeks gelinkt is aan het aantal uren dat je wakker was. Je hebt dan nog steeds een tekort aan droomslaap en zo kan het evenwicht enigszins verstoord worden.”
Koortsdromen
Als slapen en dromen niet meer goed lukt, kom je op een bepaald moment waarschijnlijk terecht bij de dokter. Slaapprofessor dr. Johan Verbraecken is medisch coördinator van het Slaapcentrum in Antwerpen (UZA) en schreef met Slaap, het nieuwe medicijn een helder boek. Hij ziet dagelijks hoe belangrijk de droomslaap is voor de gezondheid. “Wie slecht droomt, ervaart de impact daarvan overdag, bijvoorbeeld door te hyperventileren of vermoeidheid. De laatste jaren zien we ook meer patiënten met slaapapneu. Ze stoppen tot tachtig keer per uur met ademen en ervaren daardoor een zeer gefragmenteerde droomslaap. Door het zuurstoftekort krijgen de dromen een negatieve inhoud, het zijn vaak nachtmerries. De patiënten hebben duidelijk een tekort aan remslaap. Als je dat niet behandelt, krijg je een zuurstoftekort, te veel adrenaline, een te hoge bloeddruk, hartritmestoornissen en een verhoogde kans op een hartinfarct of beroerte. We kunnen hen nu goed behandelen en de heilzame effecten daarvan zijn spectaculair. Aan het begin van de behandeling zie je dat de patiënten hun remslaap meteen gaan inhalen: ze dromen dan heel sterk en hevig. Na een paar nachten verdwijnt dat en gaan ze terug normaal dromen.” Ook wie ‘gewoon’ ziek wordt, droomt vaak heviger: je krijgt dan de zogenoemde koortsdromen. Professor Verbraecken werd vorig jaar besmet met COVID-19 en ervaarde hoe hij door de ziekte anders en meer ging dromen. “Koorts leidt tot ontspanning: je bloedvaten gaan breder openstaan en daardoor droom je meer, met een diepere slaap tot gevolg. Dromen helpt ten dele ook bij het genezingsproces. Vooral de dromen die je hebt tijdens de diepe slaap: die zorgen voor een betere bescherming, want in die diepe slaap worden de afweerstoffen aangemaakt.”
Wat je overdag doet en leert, wordt tijdens je dromen weggeschreven op je eigen harde schijf’ Olivier Mairesse, professor klinische gedragsneurowetenschappen (VUB)
Dagdromen
Soms lijkt het alsof we ook overdag kunnen dromen. Wie kent het fenomeen niet van de vergeten autorit? Je hebt een lange rit gemaakt en herinnert je niets over de weg die je afgelegd hebt, maar wel het levendige verhaal dat je mentaal beleefd hebt: hoe je je huis zou inrichten als je eindelijk de lotto won of wat er zou gebeuren als je je jeugdliefde weer tegen het lijf zou lopen. Dagdromen zijn echter niet hetzelfde als de dromen die we ’s nachts hebben. Volgens professor Mairesse zijn dagdromen namelijk een alternatieve vorm van het bewustzijn. “Je kunt het nog het best vergelijken met in trance geraken, hallucineren of onder hypnose gaan. Eigenlijk is ‘dagdromen’ zelfs de verkeerde term. Je bent niet aan het dromen, je bent wel degelijk wakker. Maar je hersenen verkeren wel in een alternatieve toestand. Dat is zelfs wetenschappelijk bewezen. Er zijn hersenscans gemaakt van Tibetaanse monniken tijdens hun meditatie en daar zie je duidelijk het verschil met de ‘gewone’ hersentoestand.”
Wakker dromen
Dagdromen, hallucinaties en meditatie komen wel al meer in de buurt van lucide dromen: het gevoel hebben dat je tijdens de droomfase je droom kunt controleren. In de Netflix-serie Behind Her Eyes (2021) zag je astrale projectie, een extreme (en onbewezen) vorm van lucide dromen en ook de film Inception (2010) steunt op dat principe. Het is een vaardigheid waar een op de drie mensen – mits enige oefening – effectief toe in staat zou zijn. Er werd al in de oudheid over gesproken, maar het fenomeen werd pas wetenschappelijk erkend in 1981 door onderzoeker Stephen LaBerge (Stanford University). De Nederlandse onderwijspsycholoog en onderzoeker Tim Post geeft wereldwijd lezingen over het onderwerp en schreef met Droom Meester een handleiding om droombewust te kunnen slapen. Het uitgangspunt is dat dromen voorafgaan aan ons gedrag: door je dromen te verbeteren, verbeter je je daadkracht in het echte leven. Als een extreme vorm van visualisatie, zouden lucide dromen de kracht hebben om verslavingen te stoppen, prestaties te verbeteren, angsten te overwinnen en creatiever te worden. Post benadrukt dat lucide dromen niet hetzelfde zijn als het inprenten van een gewenste ‘droomfilm’ voor je gaat slapen. Bij een lucide droom word je je bewust van de droom terwijl je aan het dromen bent. Bij hersenscans bleek dat het brein tijdens zo’n droom in een hybride staat van bewustzijn verkeert: er is remslaap, maar het kritisch denkvermogen is ook actief. Dat vergt wel training: je moet je eigen denken leren regisseren. Als je daarover nadenkt, besef je dat we een potentiële superkracht hebben die nu nog in de kinderschoenen staat. Dat moet verder onderzocht worden! Vannacht draag ik mijn heldencape en ga ik (kies uit) de wereld redden/de Nobelprijs ontvangen/eindelijk leren vliegen.
Regisseer je eigen dromen
In zijn boek Droom Meester legt Tim Post stap voor stap uit hoe je uiteindelijk zelf je dromen leert regisseren tijdens een lucide droom.
- Leer jezelf om je dromen te herinneren. De eerste vraag bij het ontwaken moet zijn: wat heb ik gedroomd? Op den duur zul je je meer dan drie dromen per nacht kunnen herinneren.
- Schrijf je dromen gedetailleerd op in een dagboek.
- Ontdek zo waar je vaak over droomt: ga op zoek naar patronen/herhalingen. Droom je vaak over een toilet? Een hond? Een bepaalde persoon uit je verleden?
- Ga voorbereid slapen. De kans is groot dat het patroon diezelfde nacht terugkomt en dat je het herkent als een signaal, waardoor je weet dat je aan het dromen bent.
- Zodra je weet dat je droomt, kun je de droom beginnen te sturen. Door gebruik te maken van associatieve verbeelding, positieve verwachtingen en gerepeteerde droombeelden, leer je uiteindelijk om jouw eigen droomverlangens waar te maken in het echte leven.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier