Waarom burn-out als een pandemie door ons leven raast: “Stress is niet het probleem, hoe we ermee omgaan wel”
Twee op drie werknemers kampt met een overdosis stress. Een op zeven raakt zelfs volledig uitgeblust. Wat is er aan de hand met ons: bezwijken we massaal onder een te hoge werkdruk, wordt het perfectionisme van de prestatiemaatschappij ons teveel of gaat het eerder om een collectief gebrek aan veerkracht? Volgens ons panel van experten ligt het antwoord – zoals zo vaak – daar ergens tussenin.
Wie afgaat op de extreme cijfers kan niet anders dan beamen: burn-out is anno 2022 eerder een maatschappelijk dan een persoonlijk probleem geworden. In een samenleving waar grosso modo twee derde van de bevolking getroffen wordt door ernstige stressklachten en een zevende daardoor tijdelijk het werk moet neerleggen, lijkt zij die erdoor getroffen worden persoonlijk met de vinger wijzen een kwalijke pleister op een lelijk zwerende wonde. Wat eventueel wel zou kunnen helpen? “Kijken naar de maatschappelijke omstandigheden die er mee voor zorgen dat zoveel mensen het leven vandaag niet langer als ‘werkbaar’ beschouwen, en vervolgens bekijken hoe we daar als persoon én als samenleving voortaan beter mee om kunnen gaan”, zo klinkt het bij klinisch psycholoog en burn-out experte Elke Van Hoof.
Stress is niet het probleem
“Het grote probleem is – objectief bekeken – niet zozeer dat er vandaag te veel stress in ons leven aanwezig is, maar wel dat we niet meer weten hoe we op een gezonde manier met die stress omgaan”, aldus Van Hoof. Stress is immers des mensen: het compleet uit je leven weren is geen optie en dat is eigenlijk ook niet wenselijk. Want: indien op ons afgevuurd in hanteerbare porties, is stress immers net goed voor ons. “Stress zorgt ervoor dat je voortgestuwd wordt in het leven, de ambitie kweekt om iets te bereiken en dat je je opgewassen en klaar voelt om nieuwe uitdagingen aan te gaan. In het beste geval zorgt stress zelfs voor persoonlijke groei: de stoffen die vrijkomen zorgen er immers voor dat je hersenen nieuwe netwerken aanspreken en verbindingen gaan leggen waar je zonder stress niet toe zou komen. Dankzij een gezonde dosis stress leer je dus dingen bij en kweek je nieuwe vaardigheden.”
“In een gezonde dosis is stress net goed voor ons: het stoomt je klaar voor nieuwe uitdagingen en laat Je hersenen nieuwe verbindingen leggen” (Elke Van Hoof, burn-out experte)
Gevaarlijk wordt het pas wanneer stress toxisch of chronisch is: “Wanneer je te lange tijd aan te veel stress wordt blootgesteld zonder tijd om te rusten of recupereren óf wanneer je als persoon niet geleerd hebt hoe je opgebouwde stress ook weer adequaat uit je systeem kan laten wegvloeien.” En precies daar knelt volgens Van Hoof tegenwoordig het schoentje: “Ten eerste wordt er in onze prestatiemaatschappij maar weinig tijd voor rust en recuperatie gelaten: alles moet altijd een doel hebben. Tijd om ons gewoon te ontspannen of je met ‘spel’ bezig te houden, is er vaak niet: zelfs áls we al tijd incalculeren om ons te ontspannen met pakweg een film of een goed boek, dan komen vervelende gedachten als ‘wat kan ik hier nu eigenlijk mee doen’ of ‘hoe kan ik deze activiteit gebruiken om ervoor te zorgen dat ik me als mens verbeter’ al snel om de hoek loeren.”
Een gezonde geest in een gezond lichaam
Beter dan altijd efficiënt en doelgericht bezig zijn, zouden we volgens de professor dan ook weer leren meanderen: “Je geest tijd en ruimte geven om helemaal niks te doen. Alleen zo geef je je neurologisch systeem de mogelijkheid om de batterijen op te laden, om er later weer tegenaan te kunnen gaan.” Om onze geest in zo’n ontspannen toestand te brengen, zijn er echter wel een paar ‘vereisten’ die helaas niet zo vanzelfsprekend zijn. “Ten eerste vraagt een ontspannen geest ook om een ontspannen lichaam: je lijf moet van het sympatische zenuwstelsel kunnen overschakelen naar het parasympathische deel, en dat doe je helaas meestal niet door als een uitgebluste couch potato in de zetel neer te ploffen.”
Om je lichaam weer diep te leren ontspannen, zal de moderne mens die zo vaak in z’n hoofd zit, zich actief moeten inspannen: “Sport, meditatie en yoga zijn hier bijvoorbeeld goeie methodes voor.” Meditatie en yoga kunnen je weer voeling doen krijgen met je nervus vagus, de grote hersenzenuw die doorheen je hele lichaam loopt en die via je lichaam om de hormoonbalans in je hersenen kan herstellen. Een stevig rondje sporten zorgt er dan weer voor dat stresshormonen als adrenaline en cortisol in de hersenen worden afgebroken, zodat er weer ruimte is voor meer ontspannende hormonen.”
“Een gezond lichaam met een sterke spiertonus is essentieel om de aanslag die stress bijna letterlijk op je lichaam pleegt, goed op te vangen” (Elke Van Hoof, Burn-out experte)
Daarnaast is een beetje fysieke beweging op tijd en stond ook nuttig om de impact van stress op ons lichaam te verzachten. “Stress pleegt bijna letterlijk een aanslag op je lichaam en komt binnen als een ‘klap’. Hoe sterker je spiertonus en hoe gezonder je lichaam, hoe beter je spieren die klap ook zullen kunnen opvangen om op die manier de impact die stress er kan uitoefenen, meteen al een beetje te beperken.”
Het falen van de ‘loser-cultus’
Een tweede voorwaarde om echt tot rust te komen is dat je je goed voelt over jezelf, dat je er een positief zelfbeeld op nahoudt. Een derde dat je een zekere ‘sense of belonging‘ ervaart: dat je je omringd voelt door een groep mensen en het gevoel hebt er niet alleen voor te staan. “Alleen dan komen er in je hersenen voldoende herstelhormonen vrij om je lichaam en geest écht tot rust te brengen.” Helaas zijn die twee voorwaarden nu net de dingen die ons in onze moderne individualistische en prestatiegerichte wereld, steeds moeilijker gemaakt worden. “Nog maar heel weinig mensen voelen zich gewoon ‘goed over zichzelf’.
Ten eerste zorgt onze op prestaties gerichte werkcultuur ervoor dat veel mensen zich onmiddellijk schuldig voelen als ze niet aan het werk zijn: we moeten productief zijn, maar wie altijd productief is, put zijn batterij uit tot dat geen optie meer is om er zich vervolgens slecht over te voelen dat er geen resultaten meer komen. Zo ontstaat er een vicieuze cirkel”, aldus Van Hoof.
“Om echt te kunnen ontspannen is het belangrijk dat je je goed voelt over jezelf. Dat maakt onze prestatiemaatschappij ons steeds moeilijker” (Elke Van Hoof, professor klinische psychologie aan de VUB)
Dat de eigenwaarde van veel werknemers anno 2022 te wensen overlaat, hangt ook nog met een paar andere bedenkelijke maatschappelijke ’trends’ samen. Thijs Launspach, klinisch psycholoog en auteur van boeken als ‘Jij bent al genoeg. Mentaal gezond in een gestoorde wereld’ en psychiater-auteur Dirk De Wachter stippen in dat opzicht vooral de nefaste impact van een doorgedreven individualisme en de zogenaamde ‘loser-cultus’ die volgt uit het meritocratische idee ‘dat we alles kunnen worden wat we maar willen, zolang we daar maar hard genoeg voor werken’ aan. “We leven in een hyper-individualistische wereld waarin zelfontplooiing en jezelf consequent verder in de richting van de ‘best mogelijke versie van jezelf’ duwen, belangrijker geworden is dan zorgen voor elkaar”, legt De Wachter uit. “Dat ondermijnt niet alleen de warme, liefdevolle verbinding tussen mensen onderling die zo nodig is om het drukke en veeleisende leven van nu te kunnen verdragen, maar haalt op termijn ook ons gevoel van eigenwaarde onderuit.”
Want, zo klinkt het bij De Wachter: “‘Iets waard’ zijn we in deze wereld blijkbaar alleen wanneer we bovenaan de carrièreladder staan, het perfecte gezin hebben uitgebouwd, op een ruime en ongemeen interessante vriendenkring kunnen terugvallen en er ook nog eens een boeiende persoonlijkheid én een stel interessante hobby’s op nahouden.” Een ideaalbeeld dat natuurlijk niet iedereen zomaar in de schoot geworpen krijgt. “Wat lastiger is, is dat de maatschappij ons wel voorhoudt dat zo’n perfect plaatje voor ieder van ons perfect haalbaar is, als je daar dus zelf maar hard genoeg je best voor doet. Terwijl dat realiteit weinig te maken heeft met je best doen, maar vooral ook met ‘de juiste kaarten trekken’ aan het begin van je leven en met een behoorlijke portie toeval en geluk.“
“Onze ‘picture perfect’ Instagram-cultuur laat ons geloven dat het ideale plaatje haalbaar is voor iedereen. Dat klopt natuurlijk niet maar daardoor voelen we wel massaal de behoefte om ons een ongeluk te lopen in de ratrace” (Dirk De Wachter, psychiater)
“Omdat ze ons dat laatste er niet bij vertellen, zitten we tegenwoordig met een paar generaties mensen die een grote behoefte voelen de altijd maar sneller varende speedboot naar meer en beter, bij te benen. Beantwoorden we immers niet aan het ideaalbeeld, of erger nog: kunnen we het tempo niet volhouden en vallen we uít te boot, dan hebben we dat aan niemand anders dan onszelf te danken. Alle kansen om het wel te maken in het leven waren er immers toch? Je was blijkbaar alleen niet vaardig, getalenteerd of gedisciplineerd genoeg om die ook te benutten.”
Millennials: de dupe van de werkvloer
Het allermoeilijkste is het volgens Thijs Launspach voor Millennials – de groep van late twintigers en dertigers van nu – “Zij werden niet alleen grootgebracht met het idee dat ze later op vlak van job en carrière alles zouden kunnen worden wat hun hart maar begeerde, maar werden plotsklaps van die ‘American Dream’ beroofd toen ze in het midden van de jaren 2000 daadwerkelijk op de arbeidsmarkt kwamen.” Die bleek toen immers in complete crisis te liggen waardoor de top-job waar zoveel Millennials altijd van gedroomd hebben, uitbleef. “Neem daar nog eens bij dat Millennials het leven van hun leeftijdsgenoten als voornaamste graadmeter nemen om hun eigen ‘succes’ of ‘slagen’ aan af te meten, en het recept voor stress, faalangst en burn-out is compleet.”
“Millennials hechten veel waarde aan transparantie en authenticiteit. Helaas botsen ze vaak op een werkvloer die het eerder op hiërarchie en autoriteit begrepen heeft” (Thijs Launspach)
De komst van Instagram, en van sociale media tout court, heeft die vergelijking immers totaal op de helling gezet. “Jezelf vergelijken met anderen is sowieso al niet bevorderlijk voor je zelfbeeld. Jezelf vergelijken met de picture perfect versie van die persoon op Instagram is moordend.” Bovendien heeft Instagram de groep mensen waarmee we ons kunnen vergelijken ook enorm uitgebreid. “Terwijl we ons vroeger enkel konden spiegelen aan mensen uit min of meer hetzelfde segment, kunnen we nu ook vergelijken met pop- en filmsterren als Lady Gaga of Blake Lively. Dat het onder zo’n consequente stroom van opwaartse vergelijking niet makkelijk is nog tevreden te zijn over jezelf en over je eigen leven, hoef ik niet uit te leggen.”
Werkdruk en weinig verbinding
Alsof de heersende ideologieën het ons nog niet lastig genoeg maken, doet uiteraard ook de werkvloer zelf vaak een duit in het zakje. Al beslaat die duit procentueel gezien vaak een kleiner aandeel dan we door de band genomen aannemen. Volgens Gert Braeken, auteur van ‘Het Burn-outvaccin’, vormt een te grote workload of een te hoge werkdruk bij burn-out wel altijd een deel van het probleem, maar nooit het hele pakket. “In een economisch systeem in crisis dat zich desalniettemin blijft richten op winst en resultaat, wordt van werknemers steeds meer verwacht. Echt positief voor het stressniveau is dat natuurlijk niet. Toch zal een te hoge werkdruk alleen zelden een burn-out veroorzaken.”
Wat dan wel de druppel is die vaak de emmer doet overlopen? Emotionele stress, zo klinkt het. En die kan zowel van de werkvloer zelf als uit je privésfeer komen. Braeken: “Burn-out ontstaat meestal wanneer mensen – op hun werk of in hun thuisomgeving – niet gerespecteerd worden in hun waarden en drijfveren én wanneer het hen aan de vaardigheid ontbreekt om ook op een duidelijke en efficiënte manier voor die waarden of drijfveren op te komen. Want: wie dat niet kan voelt zich enerzijds wel unfair behandeld, maar kan met de kwaadheid en frustratie die daaruit volgt geen weg, zodat ze er ook niet in slagen om hun stressniveau naar beneden te brengen. Die continue spanning zet zich ook vast in je lijf, het houdt je uit je slaap en put je helemaal uit, met het gekende gevolg.”
“Hoge werkdruk maakt altijd onderdeel van een burn-out uit, maar nooit de essentie” (Gert Braeken, auteur van ‘Het Burn-outvaccin’)
Een voorbeeld: hecht je zelf veel waarde aan loyaliteit, collegialiteit, een fijne groepssfeer en open communicatie, maar werk je in een context waarin vooral competitie en wedijver de bovenhand nemen, dan zal je daar niet bepaald gelukkig van worden. Ook hier blijken Millennials helaas weer de meest kwetsbare groep: “Door de tijd waarin ze werden grootgebracht, hechten Millennials veel waarde aan authentiek zijn, informeel met elkaar omgaan, zingeving en transparantie. Helaas botsen ze op de werkvloer op een realiteit die nog grotendeels via andere waarden is georganiseerd: daar zijn vaak autoriteit, hiërarchie, competitie, hard werken en discipline net heel belangrijk.”
Of je als werknemer al dan niet ten onder zal gaan aan de stress die dat teweeg brengt, hangt volgens Braeken niet alleen af van de werkomgeving zelf – of er voldoende begrip en steun komt van leidinggevenden en er ruimte is voor open communicatie – maar ook van je eigen temperament en karakter. “Onderzoek toont aan dat vooral mensen die samenhorigheid en verbondenheid hoog in het vaandel dragen en die het belangrijk vinden om ‘bij de groep’ te horen, meer vatbaar zijn voor burn-out. Niet alleen omdat ze geen vat hebben op de waarde die zij het allerbelangrijkst vinden (namelijk ‘erbij horen’ red.), maar ook omdat ze relatief ver over hun grenzen laten gaan om dat groepsgevoel toch in stand te houden, en om de mensen om hen heen te pleasen.”
Burn-outpandemie: minder ‘ik’, meer ‘wij’
Nu we weten dat burn-out een complex samenspel van factoren is, waarbij zowel de persoonlijkheid van de werknemer, de maatschappij als de werkvloer zelf een rol spelen, wordt duidelijk dat ook de bestrijding ervan niet eenvoudig is. Van Hoof: “Willen we er ooit in slagen de huidige burn-outpandemie terug te dringen, is een aanpak op elk van die drie niveaus nodig.”
“Ten eerste moeten we mensen op cognitief en persoonlijk vlak leren om zich beter te wapenen tegen de ‘nieuwe’ uitdagingen waar onze hectische en destabiliserende wereld in economische én menselijke crisis, ons voor plaatst. Bijvoorbeeld: onze veeleisende prestatiemaatschappij maakt het ons heel moeilijk om ons nog gewoon ‘goed te voelen over onszelf’. Jammer genoeg heeft ook ons brein van nature uit al de neiging om zich sterker te laten meetrekken in negatieve gedachten dan in positieve. Een belangrijke lifeskill voor de toekomst lijkt me dan ook om ons brein collectief te trainen zodat er een grotere aandachtspanne ontstaat om negatieve gedachten in positieve om te buigen en zo een standvastiger zelfbeeld op te bouwen.”
“Laat mensen inzien dat die hyperindividualistische hang naar zelfontplooiing niet gelukkig maakt, en leer ons de zorg voor elkaar weer wat hoger waarderen”
Naast verbeteringen op persoonlijk vlak, zal ook de maatschappij van kant moeten keren, willen we het aantal burn-outs collectief terugdringen. Dirk De Wachter: “Het allerbelangrijkste daar lijkt me dat we weer gaan investeren in de sociale lijm die onze samenleving bij elkaar houdt. Blijf mensen er consequent mee confronteren dat die hyper-individualistische hang naar zelfontplooiing en zelfverwezenlijking – al dan niet ten koste van een ander – niet is wat gelukkig maakt, maar wel het contact en de verbinding met andere mensen om ons heen.” Van een doorgedreven ik-cultuur zou De Wachter onze maatschappij dan ook weer wat meer in de richting van een ‘wij’-cultuur zien verschuiven: “Leer mensen weer zorg dragen voor elkaar, want samen doen we het beter. Kijk maar naar de levensvreugde en energie van een wielerteam dat erin slaagt samen zijn kopman uit de wind te zetten en naar de eindstreep te loodsen. Het is in dat soort ‘vliegen in formatie’ dat we ons als mens het stevigst voelen staan.”
Op de werkvloer zelf gelden volgens de psychiater ongeveer dezelfde principes. “In plaats van enkel oog te hebben voor targets en doelen, heb wat meer oog voor elkaar. Begin de dag met een oprecht gesprek en vraag aan je werknemer, -gever of collega hoe het echt met hem of haar gaat in plaats van enkel vanachter je digitale scherm met elkaar te communiceren.” Een idee waar ook Gert Braeken het volmondig mee eens is: “Essentieel voor een werkvloer die burn-out wil tackelen, is een sfeer van ‘psychological safety’: bouw een omgeving uit waarin werknemers zich veilig genoeg voelen om alles bespreekbaar te maken en waarin ze niet bang zijn om zich ook van hun meest kwetsbare kant te laten zien.” Als belangrijkste skill voor de werkvloer van de toekomst noemt hij dan ook ‘betrokken confronteren’ op: “Ontwikkel als werknemer én werkgever de vaardigheid om op een verbindende manier met elkaar in gesprek te gaan, ook als je het in principe niet met elkaar eens bent.”
Meer lezen over burn-out en stress:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier