Straffe getuigenis: Arzoo wist maandenlang niet of haar man nog leefde
Wat als je perfect gelukkig bent maar plots alles in scherven uiteen spat? Dat is wat er gebeurde met Arzoo en haar familie. Zij waren gelukkig in Afghanistan totdat het noodlot toesloeg en hun gezin uiteen werd gerukt.
De nachtmerrie die werkelijkheid werd
Arzoo (44): “Ik was gelukkig in Afghanistan. Ik leefde er met mijn man Hamayon en onze vier kinderen. Naast mijn job als gynaecologe, vocht ik er voor vrouwenrechten, anticonceptie en abortus. Hoewel dat laatste niet echt gewaardeerd werd – ik kreeg regelmatig dreigtelefoontjes – liet ik me niet uit het lood slaan. Ik zou de angst niet laten winnen. Dat veranderde na een auto-ongeluk. Ik had lichte verwondingen, maar de dag erna volgde een telefoontje: volgende keer zou ik minder geluk hebben. Vanaf dat moment sloeg alles om. Van de zorgeloze, hardwerkende moeder werd ik een doodsbange vrouw die weg wilde uit haar eigen land. Eerst probeerde ik nog bij de politie, maar daar zegden ze koudweg dat ze niets konden doen. Ik voelde me in de steek gelaten en was boos, maar het laatste wat ik wilde, was mijn man of kinderen in gevaar brengen. Vluchten was dus de enige optie.
In ruil voor zo’n 50.000 dollar zouden we met mensensmokkelaars via een tussenstop in Dubai naar Europa gaan. Maar daar was het addertje. Mijn man en ik werden in Dubai gesplitst; ik zou eerst vertrekken met de kinderen, hij kwam enkele dagen later achterna. Met een baby op de arm en drie kleine kinderen vertrok ik naar België. Een taxi dropte ons aan een hotel in Brussel. Ik sprak de taal niet, had enkel dollars op zak en wist niet waar naartoe. Na uren rondzwerven in Brussel hadden we eindelijk de Dienst Vreemdelingenzaken gevonden, maar daar kreeg ik te horen dat inschrijvingen pas voor de volgende ochtend waren. Een slaapplaats was dus ook geen optie meer. Als bij wonder bezorgden twee hulpverleners me een slaapplaats. De dag erna vroegen we asiel aan en konden we overnachten in een vluchtelingencentrum. Daar zit je dan, in een klein kamertje met vier kleine kinderen.
‘Ik wacht nog het meest op een wereld zonder oorlog, waarin niemand gedwongen wordt zijn moederland te verlaten’
Van Hamayon had ik ondertussen niets meer gehoord. Zodra de kinderen sliepen, rolden de tranen over mijn wangen en kon ik niet meer stoppen met huilen. Ik miste mijn land, werk en familie. Ik probeerde me sterk te houden en hoopte dat hij binnen enkele dagen zou komen. IJdele hoop, want er kwam geen enkel bericht van hem. Samen met de kinderen was ik ondertussen verhuisd naar een huisje in Gent. Iedere nacht zag ik alle uren van de klok, ondertussen vroeg ik me doodongerust af of ik mijn man ooit nog zou terugzien. Ik kon ondertussen ook geen job zoeken of Nederlandse les volgen, want ik moest er zijn voor de kinderen.
Het verlossende telefoontje
Pas na zeven maanden kreeg ik eindelijk het verlossende telefoontje. Hamayon was in België. Toch werd ons geduld opnieuw op de proef gesteld: door regels en administratieve rompslomp duurde het twee maanden voor mijn man bij ons mocht komen wonen. Oké, hij was veilig en gezond, maar leg maar eens uit aan je kinderen dat papa eindelijk is toegekomen in België, maar dat je hem enkel af en toe in het weekend kunt bezoeken, en dat je niet weet wanneer jullie terug samen kunnen zijn. Enkele maanden later woonde Hamayon officieel bij ons en konden we aan onze integratie beginnen. We volgden Nederlandse lessen en wilden zo snel mogelijk werk en een ander huis vinden. Via de VDAB kreeg ik vacatures aangeboden, vooral als poetsvrouw. Ik heb veel respect voor die job, maar ik wilde méér.
Omdat mijn artsendiploma in eerste instantie niet werd aanvaard, besloot ik Vroedkunde te studeren. Met vier kleine kinderen was dat niet eenvoudig, en ook de taal was een obstakel. Dankzij de steun van Hamayon en onze kinderen zette ik door, en ik behaalde mijn diploma. Mijn docente geloofde in mij en spoorde me aan mijn artsendiploma te laten goedkeuren. Deze keer had ik meer geluk. Ik werk nu als fertiliteitsarts in Gent. Zeker niet eenvoudig, want door de taal en cultuurverschillen ben ik niet de dokter op hetzelfde niveau die ik was. Maar ik blijf oefenen en ben eeuwig dankbaar voor de kansen. We vonden ook een grotere huurwoning – niet eenvoudig, niemand wil zijn huis aan je verhuren als ze horen dat je vluchteling bent. Het liefst van al zou ik ooit terugkeren naar Afghanistan, maar mijn kinderen zien dat niet zitten. Maar weet je waar ik op dit moment eigenlijk het meest op wacht? Op een wereld zonder oorlog, waarin iedereen gelijk is en niemand gedwongen wordt zijn moederland te verlaten. Dat is misschien naïef, maar hoop doet leven, toch?”
Foto: Liesbet Peremans.
Meer getuigenissen:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier