Van ‘Over de Oceaan’ tot ‘De expeditie’: waarom we BV’s zichzelf zo graag zien afmatten op tv
Van woestijntocht tot bergbeklimming: het bloed, zweet en de tranen van BV’s vliegen ons om de oren. Geen toeval: “We kicken vandaag op buitengewone ervaringen, op tv en in het echt”, zegt Jeroen Scheerder, hoogleraar sportsociologie aan de KU Leuven. Maar waarom moet het allemaal steeds méér, steeds verder en steeds extravaganter? Onze liefde voor het exces onder de loep.
“De normalisering van het exces”, zo duidt professor Jeroen Scheerder, hoogleraar sportsociologie aan de KU Leuven, de huidige hype van reality-tv waarin BV’s zich onder het mom van ‘zelfexploratie’ of ‘een zeldzame zoektocht naar rust in het hoofd’ in een buitengewoon avontuurlijke reis door een al even buitengewoon bijzonder stukje natuur storten. Volgens Scheerder niet meer of minder dan de culturele uitwas van een collectieve honger naar almaar meer, almaar heftiger en almaar intenser, die ons niet alleen in het echte leven, maar ook op tv parten speelt.
‘De camera’s lopen nu eenmaal bijna vierentwintig uur op vierentwintig. Een rol spelen of de façade hooghouden is geen optie’
Willem Stellamans, eindredacteur en stuurman van ‘Over De Oceaan’
Dat hij met dat laatste weleens de vinger op een openlijk zwerende wonde zou kunnen leggen, daar valt voor de gemiddelde Vlaamse tv-kijker, nauwelijks aan te ontsnappen. Terwijl we op Play4 wekelijks de omzwervingen van een hevig transpirerende Nathalie Meskens en Linde Merckpoel kunnen volgen, terwijl die zich samen met zo’n vijftal andere schermgezichten – tent op zak en bolderkar vol water om de heupen – een weg door de Namibische woestijn banen, zien we op VRT onder meer Xavier Taveirne, Soe Nsuki en Emma Bale een vergelijkbare tocht inzetten. Met hun mentaal tot de nok gevulde ‘rugzak’ – meteen ook de titel van het programma – zetten zij de weg naar de mythische top van de Kilimanjaro in. Op het volgende militaire trainingskamp waarin A-BV’s zich Kamp Waes-gewijs zowel mentaal als fysiek ‘tot het gaatje’ laten duwen in de hoop zich de tijdelijke titel van Special Forces-paracommando te mogen opspelden, is het vermoedelijk alleen maar wachten.
Net als op een volgende editie van Over De Oceaan, het avontuurlijke slow tv-format waarbij een groep uiteenlopende tv-persoonlijkheden zonder zeilervaring, maar onder de vakkundige leiding van één stuurman en één kapitein de tocht van Lanzarote naar Martinique aanvangen: dwars de oceaan over. Willem Stellamans, ervaren zeiler en tv-maker bij Woestijnvis: “Een buitengewone trip die niet zonder risico’s komt. Voor mensen thuis volgens mij een eerste reden om te kijken. We vragen ons gewoon af wat dat doet met een mens: je drie weken lang zonder gsm en ver weg van de wereld moeten overleveren aan zo’n grootse en moeilijk in te schatten natuurkracht als de oceaan.”
Weg van de wereld
Voor de meesten onder ons niet meer dan een intrigerende vraag, voor Celine Van Ouytsel, ex-Miss België en tv-persoonlijkheid sinds zo’n klein anderhalf jaar een weet: “Ik hou van water en van de zee: om een of andere reden word ik daar heel rustig van. Toch hield zo’n confrontatie met de oceaan voor mij ook iets spannends in. Ik ben namelijk een gigantische controlefreak. Iets waaraan ik me initieel heb proberen ‘vastklampen’ door de rol van bootmanager op mij te nemen. (lacht) IJdele hoop natuurlijk, want eens op zee besef je al gauw dat dat maar een vals gevoel van veiligheid is. Je bent er volledig overgeleverd aan de wetten van de zee én aan de kunde van kapitein en crewleden. Anders dan ik had verwacht, vond ik dat uiteindelijk niet beangstigend, maar net heel bevrijdend.”
Iets waar Frank Boeckx, ex-Anderlecht-doelman en een van de expeditieleden die je momenteel een weg door de woestijn richting Saddle Hill kunt zien banen: “Ik nam in eerste instantie deel aan De Expeditie: Namibië voor de uitzonderlijke ervaring en om nog eens deel uit te maken van een groep. Ik ben altijd ploegsporter geweest en nu ik niet meer voetbal, mis ik dat teamgevoel wel. Eens daar, werd ik overvallen door de pracht van de natuur. Ik voelde me als mens vooral heel nietig tussen al die gigantisch grote zandduinen en eindeloze vlaktes, en besefte hoe futiel of hoe weinig impactvol ons bestaan op deze grote wereldbol eigenlijk is. Iets dat op mij niet deprimerend heeft gewerkt, integendeel: het gaf mij ruimte om dingen in perspectief te plaatsen en scherp te krijgen dat mijn gezin en mijn kinderen echt wel het belangrijkste in mijn leven zijn en dus ook mijn eerste prioriteit.”
Back to basics
Het is iets dat Sofie Lenaerts, Belgisch bergbeklimmer en begeleider van De Rugzak, wel vaker ziet opduiken bij haar expeditieleden. “Een klim naar de Kilimanjaro of een hachelijke tocht over de ijsvlaktes van de Noordpool, is zowel mentaal als fysiek zo uitputtend, dat er meestal vrij vlug bepaalde dingen bovenkomen. Als er in je leven nog iets speelt dat aandacht nodig heeft of er zitten herinneringen te wringen die je niet hebt ‘verwerkt’, dan bots je daar onvermijdelijk tegenaan. Tenminste, wie daarvoor openstaat toch.” (lacht) De buitengewone cocktail van afzondering, de overrompelende schoonheid van een opdoemend pak wolken boven een dreigende vulkaankrater of een zonder door lichtvervuiling gecorrumpeerde sterrenhemel en het complete gebrek aan luxe waar een expeditie je onvermijdelijk aan blootstelt, duwen je meestal onverbiddelijk met de neus op de feiten. “Thuis zijn we vaak zo druk bezig en is er zoveel afleiding, dat nadenken over dingen die er echt toe doen, soms moeilijk is. Botsen op vragen als ‘Wie ben ik en wat wil ik in het leven?’ doen mensen vaak pas als ze een zekere mate van ‘ontbering’ ervaren. Op die ontbering kun je in de bergen meestal wel rekenen.” (lacht)
‘Dat sommige kijkers zich bij die tranen zo ongemakkelijk voelen, zegt meer over de samenleving dan over de programma’s zelf’
Sara Huys, eindredacteur ‘De Expeditie’
Een vorm van existentiële herbronning die ook acteur, muzikant en kandidaat-bergbeklimmer in De Rugzak Mathias Vergels, herkent: “Ik begon mijn tocht naar de Kilimanjaro vanuit de insteek eens te kijken of ik mijn plek zou kunnen vinden in een groep die totaal nieuw was voor mij. Ik werk al jarenlang in dezelfde sector, met dezelfde kleine ploeg van mensen en ook privé zit ik toch vooral in mijn eigen cocon. Ik wilde testen wat een andere omgeving met mij zou doen.” Dat viel hem niet alleen enorm goed mee, tegen alle verwachtingen in kreeg hij er nog een heel aantal andere inzichten bovenop: over zichzelf, maar ook over hoe hij zijn leven vormgeeft. “Ons leven thuis gaat vaak zo hard. We leggen onszelf zoveel druk op om ‘te presteren’, omdat we bang zijn anders de boot te missen waar de rest van de wereld en alle mensen om ons heen wel op lijkt te zitten. Een paar weken weg zijn van alles en iedereen, heeft mij een stap achteruit doen zetten: plots had ik tijd en ruimte om te bekijken hoe die boot waarop we met z’n allen steeds maar sneller voortrazen, precies in elkaar zit en of ik nog wel blij ben met de koers die die vaart. Spoiler: niet echt dus.” (lacht)
Wat Vergels vooral bleek te missen, was tijd: tijd om te doen wat hij zelf echt belangrijk vond, los van wat de maatschappij voorschrijft. “Het systeem houdt ons voor dat geld heel belangrijk is: dat we een groot huis moeten hebben of vaak op congé moeten kunnen gaan om de mensen om ons heen gelukkig te maken, maar dat is natuurlijk zever. Ik besef nu dat ik helemaal niet elke dag in de speeltuin moet staan met mijn zoon of een ticketje voor de cinema moet kopen om hem gelukkig te maken, maar dat samen verhalen voorlezen of voetballen in de tuin ook heel waardevol kan zijn. Het hoeft niet altijd groots en bijzonder, als het maar samen is.”
Achter de schermen
In een wereld waar mensen vooral kleine eilandjes geworden zijn die al dan niet anoniem door hun grootstedelijk universum zweven, is vermoedelijk ook geen onbelangrijke aantrekkingskracht van reality-tv die waarin teamwork centraal staat. “Een groep voor elkaar volstrekt vreemden op een paar dagen tijd tot een geoliede en hecht in elkaar klittende machine zien doorgroeien, zal inderdaad charmeren”, zegt Sofie Lenaerts. Iets dat volgens politiek journalist en tv-gezicht Hannelore Simoens trouwens niet alleen geldt voor realityreeksen met bekende gezichten, maar ook bij een programma als De Mol of Kamp Waes. “Je wilt als kijker toch altijd zélf een beetje deel uitmaken van die groep.” (lacht)
Wat niet wegneemt dat ook het BV-aspect wel degelijk een duit in het zakje doet. Want, wat koele kikkers er ook over mogenbeweren: heimelijk willen we allemaal wel een blik achter de schermen van het schermgezicht. Stellamans: “We moeten daar niet flauw over doen: bekendheid intrigeert. Mensen willen nu eenmaal graag weten wie Clara Cleymans is als ze zich bijvoorbeeld niét achter de rol van ambitieuze openbare aanklager in De Ridder kan verschuilen of wat er gebeurt als je ogenschijnlijke tegenpolen als Otto-Jan Ham en Jani Kazaltzis drie weken lang samen op een klein oppervlak de zeven zeeën laat bevaren.” Terwijl je daar in andere entertainmentprogramma’s misschien wel een glimp van kan opvangen, krijg je in Over De Oceaan of De Expeditie een blik op het totaalpakket. “De camera’s lopen er nu eenmaal bijna vierentwintig uur op vierentwintig. Een rol spelen of de façade hooghouden is geen optie.”
Volgens Lenaerts zoeken mensen op dat vlak vooral naar herkenbaarheid. “Zien dat ook bekende mensen, waarvan we allemaal toch ergens onder de illusie leven dat die veel lichter door het leven gaan, of alles ‘perfect voor elkaar hebben’, ook met twijfels en onzekerheden zitten en tegen bepaalde worstelingen van het leven aanlopen, kan denk ik heel troostend werken voor een kijker thuis.”
Huilende BV’s en uitputting
Al wordt al die emotie op het scherm dan ook weer niet onverdeeld positief onthaald. Sara Huys, eindredacteur bij De Expeditie: “Zowel in de media als in de wandelgangen hoor ik weleens kritiek op de tranen die er in avonturenprogramma’s met BV’s vallen: ‘Is dat nu wéér met BV’s die blèten?’, alsof dat het is waar wij het als makers om doen. Terwijl dat natuurlijk helemaal niet het doel is. De authentieke uitspatting van emoties maakt gewoon onvermijdelijk deel uit van zo’n reis. Dat sommige kijkers zich daar zo ongemakkelijk bij voelen, zegt voor mij meer over de samenleving dan over de programma’s zelf: het is net jammer dat er in ons dagelijks bestaan zo weinig plaats is voor verdriet of voor de moeilijke kant van het leven, en er op tranen zelfs anno 2025 nog altijd een taboe ligt.”
‘We drijven ons zelfbeeld en een algemeen gevoel van ‘waarde’ en ‘betekenis’ op door ons steeds extremere doelen op te leggen’
Jeroen Scheerder, sportsocioloog
Ondanks luid protest in de commentaarsectie van populaire kranten of op sociale media, is de eindredacteur er dan ook van overtuigd dat ‘emotie’ net een van de voornaamste redenen is, waarom mensen wél kijken. “Ook al maak je de reis niet zelf, je leeft als kijker thuis toch altijd voor een groot stuk met de deelnemers mee, waardoor je ook een soort van opluchting of verdriet ervaart.” Catharsis in zijn puurste vorm dus: een dramatisch principe haast zo oud als het theater en de entertainmentsector zelf. Waarom de emoties op tocht naar de top van de Kilimanjaro of dwars doorheen nooit eerder betreden woestijngebied al eens hoog oplopen? Dat heeft natuurlijk voor een groot stuk met de vermoeidheid te maken. Vergels: “Je bent gewoon zo moe dat je niet meer bezig bent met schroom of met bepaalde dingen voor jezelf houden. Omdat je ook enkel elkaar hebt als uitlaatklep, deel je al heel snel je diepste geheimen.” Iets dat ook Simoens aan den lijve mocht ondervinden tijdens haar deelname aan Special Forces in 2023: “Nog geen zes uur ver was ik in het programma toen ik al naast Laura (Tesoro, red.) en vol in het zicht van de camera’s, buiten zat te plassen. (lacht) De extreme cocktail van én kou én weinig slaap én de genadeloze opeenvolging van loopsessies, burpees, sit-ups en andere compleet uitzinnige fysieke en mentale proeven, mat zo af, dat je heel gauw de schaamte voorbij bent.”
Het belang van fysieke uithouding, is trouwens iets dat de journalist voor haar deelname enorm onderschat had: “We denken bij programma’s als De Expeditie of Special Forces vaak dat volhouden vooral een kwestie is van wilskracht, en voor een stuk is dat natuurlijk zo. Maar als je lichaam niet mee wil, dan stopt het gewoon.”
‘Tot het gaatje’ en verder
Ook dat moest Simoens helaas proefondervindelijk vaststellen: in de derde aflevering van het programma moest ze noodgedwongen de wedstrijd staken door een rugblessure. Ook Vergels kreeg het tijdens de afdaling van Mount Meru, een eerste ‘kleine’summit ter voorbereiding op het ‘echte werk’, zwaar te verduren. “Ik werd té zeker van mezelf en verdraaide mijn knie.” Het resultaat? Gescheurde ligamenten en een helse pijn bij het stappen. Van opgeven was echter geen sprake: met een minieme hoeveelheid medicatie en geheel op eigen kracht, raakte hij toch weer aan de voet van de berg.
Hoe het komt dat we er vandaag toch zo op gebeten zijn ‘tot het gaatje’ te gaan – en sommigen duidelijkdus nog nét dat tikje verder? Daar heeft Jeroen Scheerder wel een aantal verklaringen voor. “Aan de ene kant is die honger naar extreme ervaringen en sportieve sisyfusarbeid een verlengstuk van de ratrace waarin alles, onder invloed van onze succes- en prestatiegedreven maatschappij, almaar sneller, harder, meer en beter moet gaan. Aan de andere kant is het net een vorm van verzet: een vorm van bandeloos escapisme, waarmee we totaal willen ontsnappen aan alle chaos, onzekerheid en de onhoudbare druk van alle rigide regels op onze schouders.” Terwijl dat op televisie resulteert in uitzonderlijke trails en klimtochten door de meest majestueuze stukken natuur, mondt dat in het echte leven uit in de opmars van extreme sporten. “We lopen tegenwoordig geen gewone marathon meer, maar eentje door de woestijn. De occasionele straatloop werd vervangen door een intensieve ‘Viking Obstacle Run’ of een ‘Urban Trail’ door overheidsgebouwen. En over onze wekelijkse trainingssessie zijn we alleen nog tevreden als we ‘King of the Mountain’ werden op Strava of daar extreem veel kudos voor in de wacht wisten te slepen.”
De oorzaak voor wat Scheerder konkelend aanduidt als de ‘Stravaïsering van onze vrije tijd’, is te vinden in ons moderne maatschappijmodel. “Vroeger was er de kerk om je leven richting en zin te geven: een goed en vroom mens zijn gaf je recht op het hiernamaals en dat was dat. Vandaag laten we die zin vooral afhangen van de wetten van het kapitalisme: materieel succes, een job met status en veel aanhang op Instagram zijn de graadmeters om je zelfwaarde aan op te hangen. Niet alleen blijken die parameters niet meteen gelukkig te maken, voor veel mensen zijn ze ook nog eens nauwelijks haalbaar.”
En dus gaan we op zoek naar een ander model om het succesverhaal van onze identiteit aan op te hangen. Liefst eentje waarover we meer controle kunnen uitoefenen dan over de ineenkrimpende arbeidsmarkt of het economisch klimaat natuurlijk. De deus ex machina van dienst: ons eigen lichaam. “In de hoop terug houvast en structuur in ons leven te verankeren, gaan we ons lichaam volledig parametriseren: met slimme meettoestellen als een ‘Garmin’ of ‘Fitbit’, leggen we ons fysieke kunnen volledig vast in cijfers. Ons zelfbeeld en een algemeen gevoel van ‘waarde’ en ‘betekenis’, drijven we dan weer op door onszelf steeds extremere doelen op te leggen, zoals het lopen van een ‘Marathon des Sables’ of een ‘Dragon’s Back Race’ door de bergen van Wales, en die natuurlijk liefst te behalen ook.” Of dat gezond is, wil Scheerder in het midden laten. “Maar ik stel wel vast dat dat is waar veel mensen zich vandaag, letterlijk, door laten bewegen.”
Meer lezen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier