Gynaecoloog Marleen Temmerman: “Vrouwenrechten blijven een strijd van twee stappen vooruit en één achteruit”
Marleen Temmerman woont al jaren in Kenia, maar een koninklijke bekroning bracht de baanbrekende gynaecoloog even terug in België. De perfecte gelegenheid om het te hebben over vrouwenrechten, een Trumpiaanse samenleving en een hoopvolle toekomst.
De lijst met titels van Marleen Temmerman wás al indrukwekkend, en nu mag ze er nog eentje aan toevoegen: die van ‘commandeur in de Leopoldsorde’, een van de belangrijkste en hoogste Belgische onderscheidingen. Wat dat met haar doet, vraag ik haar, terwijl ze koffie uitschenkt en erop aandringt dat we er een koekje bij nemen.
Marleen Temmerman: (glimlacht bescheiden) “Ik vind dat wel mooi. Vooral ook om de andere genomineerden te ontmoeten. Er waren mensen uit de culinaire wereld en de onderzoekswereld, in de zaal zat ik naast Stromae… Een bijzondere ervaring.”
Heeft de koning gezegd waarom hij jou de erkenning wilde schenken?
Temmerman: “Voor mijn volledige carrière. We mochten één voor één naar voren gaan, en intussen gaf iemand van het paleis wat uitleg. ‘Het is moeilijk om de carrière van mevrouw Temmerman in een bio samen te vatten, maar we zullen ons best doen’, zeiden ze bij mij. (glimlacht) Ze hadden het over mijn jarenlange inzet, over de oprichting van het International Centre for Reproductive Health, ‘mijn’ onderzoekscentrum dat ondertussen een wereldautoriteit is op het gebied van vrouwenrechten, en over mijn werk rond hiv en moedersterfte.”
Waar ben je zelf het meest trots op?
Temmerman: “Oei, dat is een moeilijke vraag. (tegen haar zoon Bram, die de kamer inkomt) Bram, waar ben ik het meest trots op?”
Bram Dierick: (schalks) “Op mij natuurlijk. En vast ook op de meer dan 18.000 baby’s die je ter wereld hebt gebracht.”
Temmerman: “Waarvan drie in de lucht!”
De professor wilde er niets van weten. ‘Jij, gynaecologie?’, viel hij uit. ‘Dat kan niet, je bent een vrouw!’ Als gynaecoloog moet je 24/7 beschikbaar zijn, en wie ging dan voor mijn man en kinderen zorgen? Het heeft jaren geduurd voor ik werd toegelaten
Dierick: “Waar ze het meeste van wakker ligt, weet ik wel: van de 72 moeders die onder haar handen zijn gestorven. Zal ik je een typisch verhaal vertellen? Het is jaren geleden, mama en ik waren samen aan het shoppen. Zij kwam uit een pashokje, een man zag haar, hij viel op zijn knieën en begon te huilen. ‘Aan u heb ik álles te danken.’ Het bleek dat zijn vrouw destijds in groot gevaar was geweest tijdens de bevalling. De artsen hadden mama opgeroepen, en zij had de vrouw én de baby gered. Ze waren er allebei bij, het was een mooi moment. Zo wordt ze voortdurend herkend en aangesproken. Vanochtend nog. Ik moest naar de tandarts en mama had me gebracht. Terwijl zij in de gang ging bellen, vroeg die tandarts vol bewondering: is dat écht Marleen Temmerman?”
Tegen de stroom in
Sta je er zelf nog bij stil hoeveel je betekent voor duizenden vrouwen?
Temmerman: “Goh. Dat is misschien wat overdreven, hoor. Maar het zijn mooie momenten om op terug te kijken.”
Vanwaar komt dat tomeloze engagement? Heb je dat van thuis uit meegekregen?
Temmerman: “Eigenlijk niet. Mijn ouders en drie jongere broers zijn wel sociaal geëngageerd, maar niet in de mate waarin ik ermee bezig ben. Het heeft er bij mij gewoon altijd in gezeten. Ik herinner me dat er in het eerste leerjaar een missionaris kwam spreken over de kindjes in Afrika. Ik moet begrepen hebben dat we hen konden helpen door naar daar te gaan en de dagen daarna zeurde ik net zolang tot mijn moeder zei: hier heb je je hoofdkussen en een laken, ga maar! Het werd de eerste grote ontgoocheling van mijn leven: ik mocht niet mee van nonkel pater.”
Er zat van jongs af ook een heerlijke portie eigenzinnigheid in jou, vermoed ik. Klopt het dat je als tiener regelmatig spijbelde om naar lezingen op de unief te gaan luisteren?
Temmerman: “Ja. (lachje) Ik was een puber, ik worstelde met existentiële vragen en op de conservatieve school waar ik zat kreeg ik geen antwoord. Dus nam ik mijn zondagsgeld en reed ik stiekem met de bus naar de unief, om naar lezingen te gaan van onder andere Ernest Mandel, de econoom en marxistisch denker. Ik zat met open mond te luisteren: wat een inzichten had die man! Ik slorpte het op als een spons en thuis kwam het er weer uit. Mijn vader heeft in die periode met mij afgezien, hoor. Ik maakte van alles een grote discussie, ook van gevoelige thema’s als het geloof en de kerk.”
Er zijn een aantal Europese landen waar het mannelijk model, met de mannelijke leider en de vrouw aan de haard, weer opgang vindt. De jongere generatie lijkt dat normaal te vinden. Ik vind dat zeer beangstigend
“Ik heb de jaren nadien nog vaak tegen de stroom in gezwommen. Na het vierde middelbaar had ik het helemaal gehad met mijn ouderwetse school, en na lang aandringen mocht ik van mijn ouders mijn diploma halen via de centrale Examencommissie. Ik kon een jaar sneller naar de universiteit. Wat óók weer een strijd was: we spreken over de jaren 70, meisjes gingen niet naar de unief. Als ze al gingen studeren, gingen ze in het onderwijs, want dat was goed te combineren met een gezin. In het dorp vonden ze dat ik naast mijn schoenen liep – een meisje van gewone komaf dat geneeskunde doet, het idéé – of ze roddelden dat ik het alleen maar deed om een dokter aan de haak te slaan. (haalt de schouders op) Gelukkig heb ik me nooit veel aangetrokken van wat de mensen zeggen.”
“Ik heb in die periode ook Turks geleerd, samen met enkele vrienden. Het was de tijd van de Turkse gastarbeiders, die met hun gezinnen naar België kwamen, en wij hielpen die mensen met het invullen van documenten en dergelijke.”
Na je studies wilde je specialiseren in de verloskunde. Ook dat ging niet vanzelf.
Temmerman: “Nee. De professor wilde er niets van weten. ‘Jij, gynaecologie?’, viel hij uit. ‘Dat kan niet, je bent een vrouw!’ Als gynaecoloog moet je 24/7 beschikbaar zijn, en wie ging dan voor mijn man en kinderen zorgen? Het heeft jaren geduurd voor ik werd toegelaten.”
“Jaren later zou ik de eerste vrouwelijke professor gynaecologie worden, en kon ik toch aan de slag in het ziekenhuis waar die professor me zo nukkig had geweigerd. De tijden waren aan het veranderen: meer en meer patiënten vroegen naar een vrouwelijke gynaecoloog. Dat was de tijd van de strijd voor contraceptie, de strijd voor ‘baas in eigen buik’.”
Je werkte die periode ook in Kenia.
Temmerman: “Dat was midden jaren 80. We deden onderzoek naar die nieuwe, grote ziekte, aids, veroorzaakt door het hiv-virus. De vraag was: kunnen vrouwen ook besmet worden? Zo weinig was er nog maar over geweten. Ik heb daar toen schrijnende zaken gezien. Ik kwam terecht op de grootste materniteit in Oost-Afrika op dat ogenblik, in de sloppenwijken van Nairobi, met tachtig tot honderd bevallingen per dag. We zagen er elke dag vroeggeboortes en doodgeboortes. Ik heb er een boek over geschreven, Mama Daktari, wat Afrikaans is voor ‘mevrouw dokter’. (toont een foto in het boek) Zie je dit wit laken? Daaronder ligt een meisje van veertien. Overleden tijdens de bevalling. Ze was al drie dagen in arbeid toen ze aankwam in het ziekenhuis. Kijk hier, een andere foto. Drie pas bevallen vrouwen die één bed delen. Ze zijn blij, ze hebben het overleefd. Het was even wennen toen ik nadien in België vrouwen hoorde klagen dat ze bruin brood hadden gekregen bij het ontbijt, terwijl ze wit hadden gevraagd. (wuift weg) Ach.”
Dierick: “Leuk weetje: sommige meisjes in Kenia heten Marleen, genoemd naar mijn moeder. Alleen kunnen Afrikanen die naam niet goed uitspreken. Het wordt dan Malina, of Majeen… We hebben alle varianten al gehoord.”
Temmerman: “In 1992 keerde ik met mijn man en Bram terug naar België, maar het was toen al duidelijk dat ik ooit terug naar Kenia zou gaan. In 2012 werd ik directeur van het vrouwenonderzoekdsdepartement van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in Genève, waar ik in 2016 afscheid moest nemen omwille van de pensioenleeftijd bij de VN (toen 62, ondertussen 65 jaar). Net toen kwam het aanbod van het Aga Khan Development Network (AKDN) in Kenia, een netwerk dat is opgericht door een progressieve, geestelijke moslimleider en dat de gezondheid en het onderwijs in ontwikkelingslanden probeert te verbeteren. Ze hebben me niet moeten overtuigen.” (lacht)
Was de situatie van vrouwen er intussen verbeterd?
Temmerman: “Absoluut. Ook buiten de gezondheidszorg. Sinds 2010 moet iedereen er verplicht naar school, en je voelt dat die generatie kansen heeft gekregen én gegrepen. Er zijn nu vrouwelijke rechters en ministers. In Rwanda zijn er zelfs meer vrouwelijke parlementsleden dan mannelijke.”
“Die evolutie is ook bij ons gebeurd. Tijdens mijn eerste jaren aan de VUB was abortus nog verboden. Ik heb er meisjes en vrouwen gezien die zwaar toegetakeld waren na een clandestien uitgevoerde abortus. Ik heb er toen zélf abortussen uitgevoerd, ik ben het meerdere keren mogen gaan uitleggen voor de rechtbank, de laatste keer met mijn pasgeboren baby op de arm. Hij heeft de boel daar nog flink op stelten gezet. (lachje) In 1994 volgde nog een mijlpaal: op een VN-conferentie in Caïro werden, voor het eerst in de geschiedenis, de reproductieve rechten voor vrouwen vastgelegd. Dat gaat over het recht van een vrouw om te beslissen wanneer ze zwanger wordt, met wie en hoeveel kinderen ze wil. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar voor veel landen was dat een grote vooruitgang.”
Het mannelijk model
Ondanks alles verscheen vorig jaar een ontnuchterend rapport van de Wereldbank: de strijd tegen genderongelijkheid staat wereldwijd op het laagste niveau in twintig jaar.
Temmerman: (knikt) “Denk ook aan de ‘Roe v. Wade’-wet, die vrouwen het recht gaf op abortus, die in 2022 onder Trump werd teruggedraaid. Om het aantal abortussen te laten afnemen, zo beweerde men, maar we weten dat het minste aantal abortussen plaatsvindt in landen zoals België en Nederland, waar jonge mensen seksuele voorlichting krijgen, waar voorbehoedsmiddelen beschikbaar zijn en waar abortus is toegelaten, zodat het veilig kan gebeuren.”
Wij brachten onze boodschap van gendergelijkheid vanuit een westerse visie, zonder rekening te houden met andere gewoonten en culturen. Dat is paternalistisch en arrogant en vooral: dat roept weerstand op
“Ook bij ons zie je de pushback in vrouwenrechten: er zijn een aantal Europese landen waar het mannelijk model, met de mannelijke leider en de vrouw aan de haard, weer opgang vindt. De jongere generatie lijkt dat normaal te vinden. Ik vind dat zeer beangstigend.”
Hoe komt dat?
Temmerman: “We hebben de voorbije jaren misschien te veel met oogkleppen naar de wereld gekeken. Wij brachten onze boodschap van gendergelijkheid vanuit een westerse visie, zonder rekening te houden met andere gewoonten en culturen. Dat is paternalistisch en arrogant en vooral: dat roept weerstand op. Een voorbeeld: bij de Wereldgezondheidsorganisatie werkten we aan een betere seksuele opvoeding om het aantal tienerzwangerschappen te beperken. ‘Comprehensive Sexuality Education’ noemden we het project. Dat is duidelijk en klinkt goed – vonden wij. Maar een project met het woord ‘sexuality’ in de titel, dat werkt niet in de Afrikaanse dorpen. Die mensen wilden daar niets mee te maken hebben. Hadden we de oorspronkelijke benaming ‘Life Skills’ behouden, dan was er wellicht geen vuiltje aan de lucht geweest.”
“Nu, dat is natuurlijk maar een deel van het antwoord. Dat we in zo’n Trumpiaanse periode zijn beland, heeft ook te maken met machismo, met conservatieve, religieuze en economische overwegingen. Waarom wil president Erdogan in Turkije de vrouwen weer aan de haard? Omdat hij wil dat ze meer kinderen krijgen. Dat is statistiek: als koppels gemiddeld minder dan 2,1 kinderen krijgen, veroudert je bevolking, vertraagt je economie en zul je op den duur verdwijnen. Rusland heeft hetzelfde probleem. Zelfs China stimuleert mensen weer om meer kinderen te krijgen. Daar spelen nog andere redenen mee: tijdens hun jarenlange ‘eenkindpolitiek’ werden vooral de meisjes geaborteerd. Nu zijn er regio’s waar mannen geen vrouw meer vinden. Dat lokt geweld uit. Er zijn al dorpen waar de overheid vrouwen aanraadt om meer dan één man te nemen, al is het maar om de vrede te bewaren.”
De wereld kampt al met overbevolking. Als vrouwen terug naar de haard worden gedrongen om zoveel mogelijk kinderen te krijgen, dan gaat het toch heel snel mislopen?
Temmerman: “Ja. Dat merk je al in Afrika waar de bevolking explodeert. In de jaren 50 waren er meer Belgen dan Kenianen: ongeveer 8 à 9 miljoen Belgen tegenover 7 miljoen Kenianen. Nu zijn er 11 miljoen Belgen en 60 miljoen Kenianen. Met alle gevolgen van dien op het vlak van armoede, voedselzekerheid, energietekorten…”
Vorig jaar was er in ons land hevig verzet tegen de verplichte lessen seksuele opvoeding in het Franstalig onderwijs. Volgens Sensoa kwam dat protest uit de strenge religieuze hoek. Speelt religie ook een rol bij de inperking van vrouwenrechten?
Temmerman: (knikt) “De invloed van religie is zeer sterk. Het protest in Wallonië kwam vooral van moslims. In hun cultuur ligt seksualiteit heel gevoelig, en zij vinden het ongepast dat er op school openlijk over wordt gesproken, zeker wanneer het gaat over thema’s als lgbtq. In Kenia is de invloed van de evangelische kerken wellicht de grootste uitdaging voor de toekomst. Zij voeren onder andere het verzet tegen contraceptie op, terwijl tienerzwangerschappen en kinderhuwelijken in het land een groot probleem zijn. Ook de katholieke hoek roert zich. Het Vaticaan reageerde verheugd op het terugdraaiden van ‘Roe vs. Wade’. Er zijn veel voorbeelden.”
Hoe zie je het evolueren?
Temmerman: “Als ik voor België spreek, hoeven we ons weinig zorgen te maken. Ik denk niet dat we het voorbeeld van Amerika gaan volgen, dat ze bijvoorbeeld ook hier het recht op abortus zullen terugdraaien. In bepaalde Europese landen zie je andere tendensen. Er zijn deelstaten in Duitsland waar het moeilijk wordt om een abortus te laten uitvoeren. Gynaecologen beroepen zich op gewetensbezwaren, abortus is tegen hun principes of geloof. In Nederland, waar we de mensen toch altijd wat meer vrijgevochten vonden dan bij ons, groeit de anti-abortuslobby. Ook in de Scandinavische landen, die vandaag vaak als hét voorbeeld worden beschouwd, verkleint de tolerantie tegenover vrouwenrechten en de lgbtq-gemeenschap.”
Ik hoop heel hard dat het fonds de nodige middelen kan blijven inzamelen, en dat er nieuwe mensen zullen opstaan, die net zo gedreven zijn als ik, en die na mij het werk willen voortzetten. Dat zou me heel gelukkig maken”
“Maar: het komt goed. Vrouwenrechten zijn en blijven een strijd van twee stappen vooruit en één achteruit. Maar dan nog gaan we vooruit. Ik geloof in de nieuwe technologieën, zoals artificiële intelligentie. Dankzij telegeneeskunde bereiken we mensen die vroeger twee dagen moesten reizen om bij een gezondheidscentrum te komen. We boeken elke dag vooruitgang.”
Wat mag ik je wensen voor de toekomst?
Temmerman: “Als ik één ding moet noemen: dat het fonds met mijn naam, opgericht door Universiteit Gent, mag blijven groeien. We ondersteunen er de projecten mee van het InternationalCentre for Reproductive Health Global, en van de zusterorganisaties in België, Mozambique en Kenia, allemaal projecten die te maken hebben met de vrouwenrechten en -gezondheid. Ik hoop heel hard dat het fonds de nodige middelen kan blijven inzamelen, en dat er nieuwe mensen zullen opstaan, die net zo gedreven zijn als ik, en die na mij het werk willen voortzetten. Dat zou me heel gelukkig maken.”
Het Fonds Marleen Temmerman steunen kan met een bijdrage op het rekeningnummer BE26 3900 9658 0329 (met mededeling van ‘Fonds Marleen Temmerman’).
Meer lezen
Door Evelien Roels. Foto’s: Anneke D’Hollander.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier