Polyamorie en ‘open relaties’ een goed idee? “Onderschat de kracht en geborgenheid van exclusieve liefde niet”

Van polyamorie tot friends with benefits of een open relatie: steeds meer mensen lijken vandaag geïnteresseerd in iets anders dan klassieke monogamie. Of dat per se een goed idee is, wil relatiedeskundige Rika Ponnet betwijfelen: “Wie de liefde verdeelt over meerdere partners, levert daarmee onvermijdelijk een stukje geborgenheid in.”

De cijfers liegen er niet om: steeds meer mensen stappen af van de lange en exclusieve monogame relatie als relatievorm bij uitstek. Vooral ‘open’ relatievormen zoals polyamorie zijn aan een opmars bezig. Er wordt niet alleen meer over gepraat en op gegoogeld, onderzoek toont ook aan dat meer mensen ervoor openstaan. Uit een rondvraag van de Nederlandse organisatie Stichting Pluk De Liefde bleek dat ongeveer 27.000 Vlamingen in 2017 al deel uitmaken van een of andere polyamoureuze constructie. Een ander onderzoek stelt dat ruim een derde van alle Vlamingen er al eens over gedacht heeft om over te schakelen op een alternatieve relatievorm en dat 8 procent zelfs al ervaring heeft met een open relatie.

Een statistische evolutie die Rika Ponnet de laatste jaren ook in haar praktijk ziet terugkeren: “Hoewel het aantal mensen dat zich effectief stort op zo’n alternatieve relatievorm natuurlijk nog wel altijd een niche blijft, is er de laatste jaren wel sprake van een dijkbreuk. Op relatief korte tijd kiezen steeds meer mensen bewust voor een relatiemodel dat voor hen beter inzet op wat zij van liefde verlangen. Seriële monogamie ligt aan de ene uiterste pool van dat spectrum, open relaties en polyamorie aan de andere. Tussenin zijn er uiteraard nog een ontelbaar aantal andere opties.”

Monogamie heeft nooit bestaan

Hoe het tot die dijkbreuk gekomen is? Daarvoor kijkt Ponnet vooral in de richting van de vrouwelijke emancipatie én van een verandering in mindset. “We moeten er niet flauw over doen: ook vroeger waren er veel relaties die niet bepaald voldeden aan wat ‘klassieke monogamie’ voorschrijft, denk maar aan de vele buitenechtelijke kinderen of aan de relatieperikelen in ons eigen koningshuis. Wat er vooral veranderd is, is dat zo’n dingen nu niet meer alleen onder de radar gebeuren, maar dat er veel opener over gesproken wordt.”

‘Ook vroeger al waren er veel relaties die niet echt beantwoorden aan wat ‘klassieke monogamie’ voorschrijft. Er werd daar toen gewoon niet over gesproken’

Waarom er nu meer ruimte is om vrije liefde boven de radar te halen? “Dat heeft veel te maken met een veranderde moraal: vroeger leefden mensen vooral met het idee dat een wisselvallig of zelfs levenloos huwelijk met hier en daar een affaire gewoon was hoe het leven liep. Doordat vrouwen voor hun levensonderhoud meestal afhingen van hun man, was er vaak ook geen andere optie dan vasthouden aan het huwelijk. Nu vrouwen een gelijkwaardig deel van de arbeidsmarkt uitmaken, is die optie er wel en wordt die ook benut. Een huwelijk hoeft al lang niet meer voor het leven te zijn als één van beide partijen het gevoel heeft er op die manier niet alles uit te halen dat erin zit.”

Meer ‘ik’, minder ‘wij’

Vooral dat laatste zorgt er mee voor dat we liefde de afgelopen jaren anders zijn gaan bekijken. “We zijn anno 2024 in het westen heel erg gericht op zelfontplooiing en zelfrealisatie: we willen zoveel mogelijk kanten van onszelf ontwikkelen en zijn steeds meer bezig met hoe we als persoon kunnen groeien. Dat is niet per se slecht, maar voor een lange relatie kan die ik-focus wel nefast zijn. Wil je een lange relatie door zijn ups en downs heen helpen, dan is het soms belangrijk dat het wij-verhaal even kan primeren op het ik-verhaal. En precies daartoe lijken we met z’n allen iets minder bereid.”

‘Onze focus ligt vandaar vooral op autonomie en zelfontplooiing. Een moeilijke rit uitzitten en je ik-verhaal even aan de kant schuiven voor het collectieve goed, is er steeds minder bij’

Ook hier stipt Ponnet de impact van de vrouwelijke emancipatie aan: “Vergeet niet dat tot pakweg een paar decennia geleden vrouwen vooral werden opgevoed om relaties in stand te houden. Hun focus lag niet zozeer op hun eigen behoeftes en verlangens, maar wel op het geluk van hun man en dat van hun gezin. Dankzij verschillende emancipatiegolven hebben vrouwen nu wel de ruimte om in te zoomen op wat zij van het leven en van de liefde willen en – belangrijker nog: om dat ook na te jagen. Dat is goed, maar daarmee valt natuurlijk ook meteen een groot stuk van de ‘lijm’ weg die vroeger maakte dat een gezin de lastige periodes doorkwam.”

Voor Ponnet is die evolutie naar een meer seriële opvatting van monogamie trouwens ook zeker geen verandering in slechte zin: “De vraag is: moeten mensen per se hun hele leven lang één relatie of één huwelijk in stand proberen te houden? Ik denk van niet: we applaudisseren vandaag nog veel te hard voor een koppel dat z’n gouden bruiloft haalt, terwijl het best zou kunnen dat van die vijftig jaar er dertig in ellende geleefd zijn. Iemand die er drie huwelijken en evenveel scheidingen heeft opzitten, bekijken we als ‘mislukt’, terwijl die persoon in totaal perfect veel meer gelukkige jaren op z’n teller kan hebben dan dat gouden koppel.”

Scheiden doet lijden

Toch lijkt voor een deel van de jongste generatie zelfs die seriële monogamie wat te beknottend: liever dan kiezen voor een reeks relaties die elkaar opvolgen in de tijd, gaan ze voor verschillende partners tegelijk. Ponnet: “Polyamoureuze en open relaties winnen inderdaad aan populariteit, al blijft het aantal jongeren dat hier effectief voor kiest nog steeds relatief beperkt hoor. Procentueel gezien halen ze de vijf procent niet. Wat ook jongeren in essentie nog altijd willen, is iets dat wel lijkt op het klassieke gezin: een relatiemodel dat hen dezelfde veiligheid, stabiliteit en warmte kan bieden.”

‘Jongeren van nu hebben gezien hoeveel pijn een scheiding met zich meebrengt. Om zichzelf die te besparen zoeken ze naar relatievormen die dat type lijden ogenschijnlijk uitbannen’

Dat sommige jongeren die veiligheid dan toch gaan zoeken in een alternatief model met méér partners, heeft volgens de relatietherapeute vooral te maken met hoe ze hun ouders het hebben zien aanpakken. “De generatie die nu zoekt naar nieuwe modellen, heeft vaak niet alleen vanop de eerste rij kunnen zien hoeveel lijden een relatiebreuk met zich meebrengt, maar ook gevoeld welke impact zoiets heeft op de kinderen. In een poging die pijn en dat lijden te voorkomen, gaan ze proberen op voorhand al een oplossing in te bouwen voor de tekortkomingen van monogamie op lange termijn. Bijvoorbeeld door die relatie te verdelen over meerdere partners tegelijkertijd.”

Meer partners, minder intimiteit

Ponnet kan zich dan ook niet van de indruk ontdoen dat ‘het lijden uit de liefde halen’ het voornaamste doel is van de nieuwe relatievormen die meerdere partners met elkaar combineren. Maar: dat kan natuurlijk niet. “Elke vorm van liefde kampt met een tekort, of je nu voor een lange monogame relatie kiest of voor polyamorie. Bij een lange exclusieve relatie komt dat tekort neer op het feit dat één partner nooit àl je noden zal kunnen vervullen, en je dus altijd met een aantal onvervulde verlangens zal blijven zitten. Bij polyamorie of een open relatie ondergraaf je de exclusieve intimiteit.”

‘Elke relatievorm kampt onvermijdelijk met een tekort. Bij monogamie is dat één partner die onmogelijk al je noden kan invullen. Bij Polyamorie een tekort aan exclusiviteit’

Want, wie de liefde opsplitst over meerdere partners krijgt er dan wel een waaier aan ‘liefdevolle connecties’ bij, door de versplintering zijn die banden meteen ook minder diep en hecht. “Mensen die hun liefde en intimiteit opsplitsen over meerdere partners, kunnen de indruk krijgen dat ze aan liefde winnen: er zijn immers meer partijen om die liefde bij te halen. Bovendien beschermen ze zichzelf daarmee meteen ook tegen mogelijke kwetsuren, want als de ene partner wegvalt, hebben ze altijd nog een paar andere over om op terug te vallen.

Wat ze meestal niet in de gaten hebben, is dat ze met die verdeelsleutel de kracht van de liefde die ze ontvangen sterk ondergraven. Van één partner de boodschap krijgen, ‘jij bent de enige voor mij’, zorgt voor een enorm intens gevoel van warmte en geborgenheid. Dat iemand onvoorwaardelijk en alleen voor ons kiest, geeft ons als mens een enorm gevoel eigenwaarde. Iets dat je voor een stukje ondermijnt door die veilige verdeelsleutel in te bouwen. Liefde is en blijft risico’s nemen: enkel wie z’n hart écht in de strijd durft gooien, zal daar ook het meest voor terugkrijgen.”

Liefde is... jezelf durven smijten

Dat polyamoureuzen de veiligheid van zo’n exclusieve belofte moeten missen, brengt vaak een stukje voorwaardelijkheid in de relatie binnen. En ook dat heeft een impact op de intensiteit van de liefde die ervaren wordt. “Mensen in een lange monogame relatie kunnen er vaak op rekenen dat hun partner niet van de ene op de andere dag besluit zijn liefde elders te zoeken. Die belofte maakt ook dat ze zich in de relatie kunnen smijten: ze kunnen graag zien vol overgave, met al hun kwaliteiten en goede kanten, maar ook met hun minderen momentjes en onzekerheden.”

‘Mensen die hun liefde spreiden over meerdere relaties, bouwen daardoor wel meer veiligheid in, maar verliezen ook aan intensiteit en intimiteit’

“Doordat de belofte van ‘in goede en kwade dagen’ in een polyamoureuze of open relatie veel dunner is, hebben partners daar vaak consequent het gevoel zich van hun beste kant te moeten laten zien. Een mindere dag zou er immers al voor kunnen zorgen dat hun partner het elders gaat zoeken.” Daardoor kan je als mens vaak niet met dezelfde kwetsbaarheid in een relatie gaan staan, en het is net in die kwetsbaarheid dat ook het mooiste antwoord van liefde besloten ligt.

Hart boven hoofd: liefde is niet maakbaar

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat polyamorie of open relaties voor sommige mensen niet perfect kunnen werken. “Er zal altijd een kleine groep mensen zijn die perfect om kan met die gevoelens van voorwaardelijkheid en instabiliteit, maar een grote meerderheid is dat waarschijnlijk niet”, zo klinkt het bij Ponnet.

Over welke eigenschappen mensen die wél in open relaties of polyamorie gedijen dan beschikken? “Ook daar is niet echt een formule voor. Wat we wél weten is wanneer het niet werkt: als een van beide partners besluit akkoord te gaan met een open relatie uit angst om de andere partner te verliezen. Zo’n constructie is bijna altijd gedoemd om te mislukken, omdat iemand dan de prijs betaalt voor het verlangen van de ander. Wat je ook vaak ziet terugkeren: de partner die aanvankelijk vragende partij was die op z’n stappen terugkeert eens ook de andere partner gebruik begint te maken van de open deal.”

‘Waar mensen zich vandaag vaak in vergissen, is in de maakbaarheid van liefde. We denken wel eens dat we met ons verstand boven ons hart kunnen gaan staan, maar dat klopt meestal niet’

“Zo zie je maar: hoe je gaat reageren op een relatievorm die afwijkt van de klassieke monogamie, weet je in principe gewoon nooit. Je kan denken dat het is wat je wil, totdat je er effectief inzit. En net daar zie ik veel mensen zich vandaag weleens in vergissen: mensen denken dat liefde iets maakbaar is. Dat ze in staat zijn om met hun hoofd boven hun hart te gaan staan, dat ze hun eigen diepste angsten en onzekerheden kennen en die daardoor met de ratio ook wel het zwijgen kunnen opleggen.

In de praktijk blijkt dat zelden waar: want wat je van liefde nodig hebt en waar je deep down naar verlangt, daar heb je zelf maar relatief weinig keuze in. En voor veel mensen is en blijft dat – zeker in zo’n onzekere en vluchtige tijd als vandaag – de veiligheid en de stabiliteit van een lange, exclusieve relatie met één iemand.”

Meer over liefde en relaties:

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content