© Diego Franssens

Ex-topsporter Jutta Verkest (18): “Mocht ik opnieuw die vijfjarige zijn op de trampoline, ik deed het allemaal opnieuw”

Vroeg begonnen is half gewonnen? Jutta Verkest, Laurent Simons en Ise Smeets over wat het écht betekent om vroeg te pieken.

Jutta Verkest (18) ging op haar vijftiende naar de Olympische Spelen. Ze was de jongste Belgische deelnemer.

Jutta Verkest: “Het begon haast toevallig: ik was vijf jaar en ik speelde bij een vriendinnetje op de trampoline. Haar mama sprak me aan: jij doet dat goed, je zou turnlessen moeten volgen. Dat ben ik gaan doen. Ik vond het meteen heel leuk, maar dat ik er ooit mijn job van zou maken, dat kwam niet in me op. Het was een hobby, zoals anderen gingen tekenen, of voetballen.”

‘Ik was vijftien en ik had het hoogste sportieve doel bereikt. Waar moest ik nu nog naar streven?’

“Op mijn twaalfde werd het serieuzer. Via de sportclub kreeg ik de kans om naar de topsportschool in Gent te gaan. Een grote beslissing: ik zou op internaat moeten, in een stad die ik niet kende. Maar ik besloot te springen, en vanaf dat moment stond mijn leven in het teken van de sport. Ik trainde zes uur per dag, daarna ging ik naar de kinesist en studeerde ik voor school. Intussen zag ik atleten trainen voor de Olympische Spelen van 2020 in Tokio, maar ik was daar niet mee bezig: ik werd dat jaar vijftien, en je kunt pas naar de Spelen in het jaar waarin je zestien wordt. Maar toen kwam corona en werd alles een jaar uitgesteld… Ik ben keihard beginnen trainen, en wat ik nooit voor mogelijk had gehouden, gebeurde toch: een paar weken vóór de Spelen had ik mijn selectie op zak. Ik mocht met het team naar Tokio, als jongste Belgische deelnemer. En nog beter: we behaalden twee finaleplaatsen.”

jutta verkest

“Of het – achteraf gezien – goed was om zo vroeg te pieken? Op sportief vlak wel. Ik was te jong om echt te beseffen waar ik stond, of wat ik aan het doen was. Dat nam veel stress weg. Anderzijds maakte dat ook dat ik het niet ten volle heb kunnen appreciëren. De andere sporters waren bovendien een stuk ouder, waardoor het moeilijk was om een connectie te vinden. En ook: ik was vijftien en ik had het hoogste sportieve doel bereikt. Waar moest ik nu nog naar streven?”

‘Dat is misschien nog het beste voordeel aan vroeg pieken: ik heb al zoveel meegemaakt, en toch ben ik nog steeds jong’

“Begin dit jaar heb ik besloten om te stoppen met topsport. Turnen vraagt ontzettend veel. Je moet een hele dag trainen. Je kunt nooit ’s avonds eens uitgaan, want je moet ’s ochtends vroeg weer fris in de gymzaal staan. Ook als het buiten mooi weer is en alle anderen op een terrasje zitten. Voor de Spelen kostte het me geen enkele moeite om die dingen af te slaan, na de Spelen begon dat zwaarder te wegen. Ik heb er veel over gepraat met de sportpsycholoog, en samen zijn we beginnen afbouwen. Dat is belangrijk, als zo’n groot deel van je leven abrupt wegvalt, is de kans groot dat je in het zogenaamde ‘zwarte gat’ valt. Dat is bij mij niet gebeurd. Ik heb me ingeschreven aan de hogeschool, ik studeer nu voedings- en dieetkunde. Concrete doelen heb ik nog niet, ik laat het op me afkomen. Wat ik wel zeker weet: mocht ik opnieuw vijf jaar zijn en op die trampoline staan, ik deed het allemaal opnieuw. Topsport heeft veel van me gevraagd, maar het heeft me gemaakt tot wie ik ben en ik heb fantastische dingen mogen beleven. En nu geniet ik van mijn nieuwe leven. Dat is misschien nog het beste voordeel aan vroeg pieken: ik heb al zoveel meegemaakt, en toch ben ik nog steeds jong. Ik kan nog alle richtingen uit die ik wil. Laat de toekomst maar komen!”

Meer lezen

Tekst: Evelien Roels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content