Julien Watrin: “De strijd tegen kanker zou je een sterker mens maken, maar de blijvende schade wordt vergeten”
Julien Watrin (31) is onze beste atleet op de 400 meter horden en een vast lid van de Belgian Tornados. Begin dit jaar maakte hij bekend dat er teelbalkanker bij hem was vastgesteld, waardoor hij niet aan de Olympische Spelen kan deelnemen. Gelukkig sloeg zijn behandeling aan en maakte hij recent een comeback op de piste.
“12 mei 2024 was een speciale dag voor mij. Toen liep ik voor het eerst weer mee in een interclubwedstrijd, op de piste waar ik van kindsbeen af train. Hoewel het nog geen echte terugkeer naar de competitie betekende, was het voor mij een symbolisch moment. Ik was blij mijn club te kunnen helpen op de 100 en 4 x 100 meter en de reactie van het publiek was hartverwarmend. Mijn coach en ik hadden een idee van wat ik zou kunnen, maar ik deed het zelfs nog een beetje beter! Na de emotionele rollercoaster van de voorbije maanden voelde het goed om weer op de piste te staan. In januari maakte ik tijdens een persconferentie bekend dat ik teelbalkanker had, maar de eerste schok kwam voor mij al in september, toen ik een onderzoek liet uitvoeren en te horen kreeg dat er iets niet klopte. Twee dagen later werd ik geopereerd. Ik wist op dat moment dat het om kanker ging, maar nog niet in welk stadium de ziekte zich bevond. Begin oktober kreeg ik vervolgens goed nieuws: volgens de dokters waren we er vroeg bij geweest en bedroeg de kans op terugval slechts 15%. Om die reden beslisten we om geen chemotherapie op te starten, zodat ik kon revalideren met het oog op Parijs.”
‘Ik bekeek het leven dag na dag en concentreerde me op het heden, zonder grote doelstellingen’
“15% lijkt weinig, maar er was nog steeds een kans van 1 op 7 dat de kanker zou terugkeren. Bij mijn tweede controle in januari bleek dat helaas het geval. Zodra ik de resultaten kreeg, besefte ik hoe ernstig het was. Chemo was de enige optie. De beslissing kwam aan als een schok, omdat ik weet hoe zwaar zo’n behandeling voor het lichaam is. Daarbij kwam de emotionele klap: geen Olympische Spelen. Gelukkig kon ik rekenen op enorm veel steun van mijn omgeving en lotgenoten. Mijn ervaring als atleet heeft me zeker geholpen in de maanden die volgden. Een goede conditie maakt dat je fysiek beter gewapend bent tegen de effecten van chemo. Bovendien heb ik me als academicus (Watrin studeert antropologie en sociologie, red.) verdiept in de wetenschappelijke lectuur. De oncoloog raadde mij aan om te blijven sporten, dus dat deed ik zo goed en zo kwaad als het kon. Het begin was moeilijk – soms was ik zo kapot dat ik niet kon slapen –, maar geleidelijk aan kon ik mijn spikes weer aanbinden voor korte loopoefeningen. Ik bekeek het leven dag na dag en concentreerde me op het heden, zonder grote doelstellingen.”
‘Ik word nog steeds opgevolgd, maar ik kruis mijn vingers en durf stilaan weer plannen te maken voor de toekomst’
“Vandaag is de kanker in remissie. Ik word nog steeds opgevolgd, maar ik kruis mijn vingers en durf stilaan weer plannen te maken voor de toekomst. Op universitair niveau komen mijn examens eraan en op sportief vlak neem ik in juni deel aan enkele wedstrijden ter voorbereiding van het Belgisch kampioenschap op de 110 meter. Op de 400 meter zou het indoorkampioenschap in Apeldoorn in 2025 een mooie return goal kunnen zijn. De Olympische Spelen zal ik deze zomer thuis volgen als toeschouwer. Wie weet vertrek ik nog naar Parijs in een opwelling, maar soms is het ook fijn een stapje terug te doen. De volgende Spelen zijn nog ver weg en komen voor mij mogelijk te laat. Ik word immers stilaan oud in topsportersjaren en weet niet in hoeverre de chemo mijn lichaam heeft uitgeput. Mensen horen graag dat de strijd tegen kanker je tot een sterker mens heeft gemaakt, maar we vergeten daarbij de blijvende schade die de ziekte aanricht op vlak van gezondheid, sociale banden, de manier waarop anderen naar je kijken… Het is iets wat je je leven lang meedraagt. Ik hoop dat mijn verhaal helpt om het taboe rond teelbalkanker en kanker in het algemeen te doorbreken. Het overkwam mij en kan iedereen overkomen. Daarom is het belangrijk erover te blijven praten.”
Meer lezen
Tekst: Catherine Kosters. Beeld: Anneke d’Hollander
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier