Anke (34) ging door de hel op school: “Als één van mijn kinderen gepest zou worden, zou ik wellicht heel fel reageren”
Je jeugd hoort een tijd van plezier en onbezonnenheid te zijn. Maar wat als de speelplaats een mijnenveld wordt? Anke (34) ging door de hel op school. Twintig jaar later likt ze haar wonden en toont hoe aanhoudend pesten levenslang littekens nalaat.
“In de lagere school was ik altijd een haantje-de-voorste met goede punten, maar ik was ook erg graag gezien bij mijn klasgenootjes. Toen ik in het eerste middelbaar kwam, veranderde dat plots helemaal. Tijdens de eerste examenperiode haalde ik voor bijna elk vak een cijfer in de negentig, waardoor een jongen uit mijn klas het nodig vond om mij voor streber uit te maken. Ik probeerde me te verdedigen en te verontschuldigen, maar dat zorgde er net voor dat hij me bleef lastigvallen.”
“Op het eerste gezicht lijkt dat geen drama, maar als je dag in dag uit hetzelfde hoort, word je stilaan gek. Het bleef ook niet bij mijn schoolprestaties. ‘Heb je nu weer je communieoutfit aan?’, lachte hij met mijn kleren. Geleidelijk aan begon hij bijval te krijgen van anderen en volgde een sneeuwbaleffect. Een klasgenoot liet me struikelen tijdens de les, mijn turnzak was plots spoorloos en na de speeltijd waren alle pennen in mijn pennenzak kapot. Aanvankelijk kon ik tijdens de speeltijd aan de pesterijen ontsnappen, maar toen besloot een meisje uit een andere klas het hele jaar tegen me op te zetten. Na een tijdje voelde het echt als een strijd om naar school te vertrekken.”
“Thuis vertelde ik mijn ouders over wat er gebeurde, maar ze relativeerden veel omdat ze dachten dat ik sterk genoeg was om tegen het pesten opgewassen te zijn. Ook mijn klastitularis bood weinig hulp. ‘Maar heb je al gekeken wat je zelf doet? Ligt het niet aan jezelf?’ Ik was radeloos. Op school wisselde ik mijn kleren in de toiletten naar de meest neutrale, onopvallende outfits. Van mijn spaargeld kocht ik zelf nieuwe pennen. En omdat mijn punten de grootste bron van spot bleven, begon ik slechter te studeren. Dat zorgde voor ruzie met mijn ouders, want die wisten dat ik beter kon. Ik probeerde mijn problemen te relativeren, maar na een tijd lukt dat gewoon niet meer.”
Thuis vertelde ik mijn ouders over wat er gebeurde, maar ze relativeerden veel omdat ze dachten dat ik sterk genoeg was om ertegen opgewassen te zijn
“In het tweede middelbaar leek de situatie te veranderen. Ik belandde in een nieuwe klas zonder mijn vaste kwelgeesten en begon te merken dat het pesten minderde. Op de speelplaats probeerden ze het gepest in gang te houden, maar omdat ik beter in mijn klasgroep lag, voelde ik me beter. Tot ik na een leswissel merkte dat mijn agenda helemaal volgeklad was. ‘Je bent een trut. Bitch! We haten je nog altijd. Je moet niet denken dat het hier eindigt’. Mijn eerste reactie was om alles weg te gommen, maar toen besefte ik dat ik eindelijk het bewijs in handen had om mijn verhaal te staven. De pesters zijn op het matje geroepen en de situatie bekoelde.”
“Excuses heb ik nooit gekregen, al denk ik niet dat het had uitgemaakt – mijn pesters hebben te hard op mijn hart getrapt. Af en toe kom ik hen nog tegen op straat. Ik zal altijd vriendelijk knikken en the bigger person zijn. Als ik zou doen alsof ik hen niet zag, zouden ze nog altijd een beetje winnen.”
“Als een van mijn kinderen gepest zou worden, zou ik wellicht heel fel reageren. Ook al ben ik uiteindelijk nog opengebloeid in mijn latere jaren, wil ik hen diezelfde lijdensweg besparen. Die periode duurde ‘maar’ anderhalf jaar, maar toen leek dat een eeuwigheid. Wat dat betreft, ben ik een echte leeuwin: van mijn kinderen blijf je af.”
Meer getuigenissen:
Door: Jorik Leemans. Het openingsbeeld is een stockbeeld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier