Cancelcultuur: Wat mogen we eigenlijk nog zeggen?
De bovenstaande vraag wordt wel vaker gesteld, nu de ‘cancel culture’ vertrouwde denkbeelden van hun sokkel stoot. Wij gaan op zoek naar het antwoord, ergens tussen Zwarte Piet en Harry Potter in.
Mijn oudste zus heeft een dochter van vijftien. Bij het meerappen van een hiphopnummer,
nam ze nietsvermoedend het Engelse n-woord in de mond. Tot grote ontsteltenis van mijn wakkere nichtje, die haar moeder nogal stellig terechtwees: ‘Dat woord mag jij, als witte vrouw, écht niet meezingen, mama. De rest wel, maar dát woord: nee’. En dus bliepte mijn zus, vast van plan de lieve vrede te bewaren, zich verder het nummer door. Was ze een celebrity geweest en had dit voorval zich publiekelijk afgespeeld, dan was ze wellicht allang online gelyncht. ‘Gecanceld’, heet dat dan. Met alle krantenkoppen en opiniestukken van dien. Ze zou zeker niet alleen geweest zijn, want de voorbeelden van de ‘cancel culture’ zijn niet meer bij te houden – het gaat van het schrappen van enkele F.C. De Kampioenen-afleveringen tot het wankelen van The Assistant Formerly Known As Zwarte Piet. Maar hoe zijn we eigenlijk op dit punt beland?
Cancelcontainer
Cancel culture is overgewaaid uit de Angelsaksische landen, dat al zeker. Lotte Spreeuwenberg, als filosofe verbonden aan het Centrum voor Ethiek en docent maatschappijleer, situeert het ontstaan van het fenomeen ‘cancelen’ ergens in 2013, op Black Twitter, de zwarte subcultuur op het socialmediaplatform: “Zwarte vrouwen verklaarden iemand #cancelled als die persoon hen niet serieus nam in het debat”, licht ze toe. Iemand verbaal de pas afsnijden, daar kwam het min of meer op neer, een soort half ironische verbanning bij onbegrip: ‘Oké, laat maar, you’re cancelled’. Maar oproepen om zaken of personen uit te sluiten omdat ze not done meer zijn, werd pas écht mainstream in het vaarwater van de #MeToobeweging in 2017. Harvey Weinstein, Bill Cosby, Kevin Spacey: er werd massaal opgeroepen om hen te cancelen, nadat was gebleken dat ze hun macht hadden misbruikt in de vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Losse handjes: weg ermee. Intussen is het een soort containerbegrip geworden voor een heel aantal acties; van het omgooien van historische standbeelden bij de Black Lives Matter-protesten tot het online uitjouwen van Ellen Degeneres nadat aan het licht was gekomen dat ze zich nogal onkies had gedragen jegens haar werknemers. Nederlands socioloog en schrijver Haro Kraak somt in de Volkskrant nog een aantal betekenissen op die de lading ‘cancelen’ tegenwoordig dekken: ‘Boycots, adverteerders bellen, bij werkgevers klikken, het online gooien van adresgegevens, het schrappen van films, boeken of series uit bibliotheken, aanpassen van straatnamen, bedrijven die wegens voortschrijdend inzicht of druk van buitenaf producten uit het assortiment halen en publieke figuren die zich terugtrekken van een project nadat oude kwetsende uitingen zijn opgediept’. Socioloog en hoogleraar cultuurkritiek Walter Weyns (UA) vat het zo samen: “De bedoeling is: een zuivering van kwalijke ideeën; je gaat als het ware het seksisme, racisme of eender welke vorm van discriminatie de wereld proberen uit te roepen.”
Mr. Boycott & Co
Daarbij wijst hij op twee essentiële elementen: “Meestal zijn het bekende figuren die worden geviseerd, mensen die dus bij voorbaat een vrij breed publiek bereiken. En anderzijds wordt er gecanceld door een grote massa gelijkgezinden, die zich allemaal samen storten op de bekende figuur, om die dan ritueel om te brengen – of althans toch symbolisch.” Zo werd J.K. Rowling bijvoorbeeld online persona non grata verklaard, nadat ze in een reeks tweets had geponeerd dat alleen vrouwen menstrueren. Haar uitspraken werden als transfoob bestempeld: transgender vrouwen (die dus niet menstrueren) zijn ook vrouwen, werd ertegen ingebracht. Het feit dat de Harry Potter-auteur daarna doorging met het liken van transfobe tweets en het steunen van notoir transfobe mensen, heeft de gemoederen niet bepaald bedaard. Niets nieuws natuurlijk; iemand boycotten uit protest dateert al uit de 19de eeuw. De heer Boycott was een hardvochtige Engelse rentmeester die zodanig door z’n pachters werd gehaat, dat ze hem isoleerden: buren negeerden hem, winkels weigerden er te leveren, onderhoudsopdrachten
werden gestaakt en de postbode liep hem veelbetekenend voorbij. De man gaf z’n naam aan wat Mahatma Gandhi later zou doen toen hij opriep om geen Engelse producten meer te kopen; aan de oproep van Martin Luther King om het openbaar vervoer links te laten liggen uit steun voor Rosa Parks. Maar dat dat boycotten een echte cultuur kon worden, hebben we aan het internet te danken; het wereldwijde web waar meningen gegeven worden, en verantwoording geëist, waar interactie hoogtij viert en gelijkgezinden elkaar weten vinden – met gigantische schaalvergroting tot gevolg.
Clickbait en echokamers
Klinkt op zich niet slecht, zo’n mondigheid voor alleman. “Het was dan ook de optimistische opvatting die de voortrekkers van de nieuwe digitale wereld uit de jaren 80 huldigden”, stelt Weyns. “Het interactieve internet zou volgens hen tot een ‘parlementarisering’ van de hele publieke ruimte leiden, want iedereen kreeg recht van spreken.” En inderdaad, het internet en de social media hebben dankzij hun schaal en decentralisatie nog steeds een enorm democratisch potentieel. Maar ondertussen gaat het er wel heel vaak bitsig aan toe. De commentaren onder online krantenartikels, de Twitteroorlogen of haatdragende Instagramcomments; het is niet bepaald een lichtend voorbeeld van een open, beleefde debatcultuur. Maar die polarisering is precies waar de sociale media hun voordeel uit
halen: de algoritmes van techbedrijven als Facebook en YouTube zijn zo geprogrammeerd dat ze je aandacht zo lang mogelijk kunnen vasthouden (want: meer reclametijd). En dat doen ze door je clickbait voor te schotelen: sensatie, conflict. Facebook en co. draaien bovendien volledig om zelfprofilering; wat je post, is wie je bent: wie je vrienden en volgers zijn, wat je leuk vindt, welke meningen je erop nahoudt.
‘Men heeft iedereen een megafoon gegeven, maar we hebben afgeleerd rustig te gaan zitten om de boodschap te ontcijferen van iemand die niet denkt zoals wij’
Die persoonlijke informatie is natuurlijk ook van commercieel onschatbare waarde; er kan op de man geadverteerd worden. Maar doordat je feed wordt afgestemd op vriendengroepen, interesses en overtuigingen, kom je in een ‘echokamer’ of filterbubbel terecht waarbinnen enkel dezelfde feiten worden gedeeld. Er is geen enkel tegengeluid, geen afwijkende mening te horen. Wie The Social Dilemma heeft gezien, een van de best bekeken documentaires op Netflix uit 2020, heeft (ex-)werknemers van Google en co. aan het woord gehoord over die onvoorziene, kwalijke effecten van socialmediaplatforms voor de samenleving. Weyns stelt het zo: “Men heeft iedereen als het ware een megafoon gegeven. Maar we hebben afgeleerd rustig te gaan zitten om de boodschap te ontcijferen van iemand die niet denkt zoals wij. Hoe luider en veelvuldiger de stemmen klinken via al die social media – wat op zich uitstekend is, en in de kern de idee van democratie – hoe minder er geluisterd wordt met open oor.”
Het doel en de middellen
Niet zo onlogisch dus dat het al snel zij tegen wij wordt, Zwarte Piet vs. Roetpiet, antivaxers vs. vaxers, Trumpaanhangers vs. Biden-supporters, klimaatontkenners vs. -activisten, boomers vs. woke millennials. En van beide kanten oproepen tot cancelen als het niet binnen de geldende moraal past. Al zijn het toch vooral die laatsten die te lange tenen verweten worden. Het is veelal de jongere, sociaal bewuste generatie die vraagt om veranderingen en aanpassingen, die wijst op gevoeligheden vanuit hun ‘wokeness’. ‘Verontwaardiging is van alle tijden’, schreef rector Caroline Pauwels daarover in De Tijd, ‘alleen is de huidige jonge generatie internationaler en vooral veel diverser. Ze gaat op zoek naar een geschiedenis die de ‘witte middenklasse’ minder bezighoudt: de geschiedenis van het zuiden, van de kolonisatie, van de slavernij. Door die geschiedenis aan de wereld van vandaag te koppelen krijg je een heel kritische kijk en dat is goed. Ook de verontwaardiging over ‘oude vormen en gedachten’ die voortleven, is doorgaans terecht’. Weyns stelt het zo: “De standaarden van 15 of 20 jaar geleden zijn intussen inderdaad versleten. Die moeten effectief worden overruled door een scherpere, een meer zuivere moraal. Eén die vandaag ecologisch verantwoord is, antidiscriminatoir, en gericht op
sociale rechtvaardigheid.” Al geeft Pauwels toe geen fan te zijn van de cancelcultuur, en ook Weyns zet er een kritische kanttekening bij: “De wijze waarop het doel de middelen heiligt, daar kun je je toch vragen bij stellen.” Daarmee sluit hij zich aan bij de 35 Vlaamse schrijvers en intellectuelen die in juli 2020 een open brief schreven naar het voorbeeld van hun Engelstalige collega’s (o.a. ook J.K. Rowling, trouwens) om aandacht te vragen voor ‘een nieuw maatschappelijk probleem’: ‘Het traag maar gestaag indammen van dat recht op vrije meningsuiting door wat wij kennen als ‘politieke correctheid’.’ De Gentse filosoof Johan Braeckman (UGent) was een van hen. ‘Kritische reflectie en tegenspraak worden niet meer geaccepteerd, humor en satire worden problematisch. Taal en woordgebruik zijn permanent onderhevig aan correctie’, luidt het in de brief. Het gaat dan om voorbeelden als het schrappen van de Hitlergroet uit De Ideale Wereld door de VRT. Of alle Britse streamingplatforms die de absurd-komische reeks Little Britain verwijderden omdat er zwart geschminkte acteurs in voorkomen. Of het weglaten van een aantal regels over Mohammed door de vertaalster van Dantes Goddelijke Komedie, uit voorzorg. “Vrije meningsuiting telt enkel als ze ook openbaar mag zijn, en kwetsend”, redeneert Braeckman. “Mensen worden heel snel als racist, of seksist weggezet. En de consequentie is dat elk redelijk debat dan niet meer mogelijk is.” Hij wijst ook op een bijkomend gevaar: “Men gaat in het onderwijs, de media, de wetenschap, op den duur aan zelfcensuur doen uit schrik voor beschuldigingen.” Braeckman pleit dan ook voor argumentatie en discussie, voor context en duiding – bij vandaag bedenkelijke standbeelden, series, boeken. Niet voor het cancelen. Want, voegt Weyns op zijn beurt toe: “Op den duur kun je het hele verleden gaan cancelen; aan iedere steen kleeft bloed – Einstein zou een vreselijke vader geweest zijn, moeten we diens geniale ontdekkingen ook gaan cancelen?” Braeckman gaat verder: “Elke generatie heeft haar blinde vlekken. Een voortschrijdend inzicht hoort erbij. Je moet die passages bestuderen, niet censureren, want het leert ons iets over hoe mensen vroeger dachten.”
‘Cancel culture is voor gemarginaliseerde groepen een manier om een publieke figuur aan te spreken op diens verantwoordelijkheid’
Het échte effect
Er zijn effectief giftige vormen van cancelen, vindt ook Lotte Spreeuwenberg: “Als je iemand #cancelled of monddood verklaart zonder gedegen onderzoek, bijvoorbeeld. Zo ontneem je iemand een leerproces, of de kans om oprechte excuses aan te bieden. Maar ik denk ook dat cancelgedrag vaak gebruikt wordt als verwijt, terwijl er niemand écht effectief gecanceld wordt. Het gaat veeleer over een oproep om hen minder aandacht te geven.” Neem nu Rowling; ondanks dat ze #cancelled werd verklaard, verkopen haar boeken nog altijd even goed, en kan ze nog altijd tweeten wat ze wil. De oproep tot cancelen is volgens Spreeuwenberg in zijn verdedigbare vorm terechte kritiek op sociale onrechtvaardigheid – transfobie, racisme, seksisme – begaan door publieke figureren, gegeven door diegenen die online eindelijk hun stem kunnen laten horen. “Cancel culture is voor gemarginaliseerde groepen een manier om een publieke figuur aan te spreken op diens verantwoordelijkheid”,
duidt ze. “In Rowlings geval ging het niet om boekverbranding; men wilde een beroep doen op haar verantwoordelijkheid om trans personen niet te kwetsen. Dus mensen die zeggen dat J. K. Rowling het slachtoffer is van cancelcultuur, zien wat mij betreft niet goed in wie
wanneer gehoord wordt. Ze heeft nog altijd meer dan 14 miljoen volgers en cancelt met haar mening en uitspraken de transgemeenschap, niet omgekeerd”, vindt Spreeuwenberg.
“Eigenlijk zou er meer een studiehouding moeten worden aangemoedigd”, vindt Weyns. “En daarmee bedoel ik: het aanwakkeren van een échte belangstelling voor wat er gebeurt in de wereld, en voor wat mensen verschillend van jezelf meemaken. In het beste geval is dat
wat die activisten ook voorzichtig aanbrengen: ‘Denk daar eens over na’. Het is in het algemeen zo: beginnen met een kritische houding slaat nergens op. Je moet eerst weet hebben van iets, waar je dan vervolgens kritiek op kunt geven.” Want, vindt ook Braeckman: “Als je ongenuanceerd gaat cancelen, dan riskeer je je eigen doel voorbij te schieten. Het is ook onmogelijk voor iedereen om nu perfect te weten wat je wel of niet mag zeggen. Dan krijg je reacties als ‘wat een zever’, en is er geen begrip voor, bijvoorbeeld, het reële racisme.” Lees: als je té gepikeerd gaat reageren, laat je het voortschrijdend inzicht niet... voortschrijden. Of: wie woke is, verwacht misschien te snel dat iedereen het al is. Maar, vindt Spreeuwenberg: “Kritiek uiten komt uit een plek van hoop, de hoop dat die persoon beter kan.” Het blijft balans vinden op ijs dat bijzonder glad is. Om met de woorden van Walter Weyns te eindigen: “Uiteindelijk moeten we met z’n allen daar landen: bij respect en begrip.”
Woke woordenschat
• Woke: Letterlijk: ‘wakker’. Heel bewust van mogelijke maatschappelijke misstanden als racisme en discriminatie. Dé uitgangsvraag bij wokeness is: ‘Kan dit eigenlijk nog wel?’.
• #educateyourself: Met die hashtag (die populair werd als gevolg van de Black Lives Matterprotesten) wijzen mensen van kleur erop dat zij niet alleen de verantwoordelijkheid dragen om anderen te onderwijzen over racisme; dat moeten witte mensen ook zelf doen.
• Wit privilege: Maatschappelijke voordelen die een wit persoon in westerse landen, vaak zonder het te beseffen, heeft in vergelijking met mensen met een getinte of donkere huidskleur.
• Mansplaining: ‘Het door een man op een bevoogdende, neerbuigende manier uitleggen van iets aan een vrouw’, stelt Van Dale.
• Heteronormatief: Met heteroseksualiteit als maatschappelijke norm.
• Blackface: Wijze van schminken om een witte een zwarte persoon te laten voorstellen.
• Toxische mannelijkheid: Verwijst naar bepaalde traditionele stereotypen van mannen, zoals dominantie, competitiviteit en het verbergen van emoties, die als ‘giftig’ worden beschouwd omdat ze geweld zouden promoten. Het concept kreeg in het MeToo-tijdperk veel weerklank, met seksueel grensoverschrijdend en intimiderend gedrag als concreet voorbeeld van die giftigheid.
• Gaslighting: Iemand gaslighten is een destructieve techniek die tegenstanders van activisten gebruiken om hen te laten twijfelen aan hun eigen gezonde verstand, door hen het gevoel te geven dat ze overdrijven.
• Sensitivity reader: Lezer/expert die een uit te geven boek naleest op onjuistheden, vooroordelen, clichés en andere onwenselijke beeldvorming, vooral over minderheden. De
Amerikaanse agent van Amanda Gorman liet bijvoorbeeld contractueel vastleggen dat er bij
de vertaling van haar gedicht drie sensitivity readers betrokken moeten zijn.
Door Annelore De Donder.