Beleggen voor beginners: “panikeer niet als je aandelen plots in waarde dalen”

Wie niet waagt, niet wint; dat geldt al zeker voor wie zijn ­spaarcenten wil beleggen. Investeer hier alvast wat van je ­leestijd en doe er straks je voordeel mee.

Moet je heel rijk zijn om te beleggen?

Véronique Goossens, hoofdeconoom bij Belfius: “Nee! Hier kunnen we meteen een eerste misverstand uit de wereld helpen: je hebt geen gigantisch bedrag nodig om te beleggen. Met 25 euro per maand kom je al een heel eind. Ik zou zo’n lager bedrag zelfs aanraden. Waarom? Als je instapt op een moment dat de beurs hoog staat, zul je met die 25 euro weinig kunnen kopen. De maand nadien kan de beurs gezakt zijn en koop je voor hetzelfde bedrag veel meer. Zo vlak je het verlies van de maand ervoor uit. Als je alles in één keer investeert, kan dat niet.”

Hoeveel geld ‘te veel’ moet ik hebben?

Goossens: “Het hangt er natuurlijk van af hoeveel je verdient en hoeveel je bijvoorbeeld afbetaalt voor je woning. Ook de mate waarin je verzekerd bent, speelt een rol. Maar algemeen geldt: voorzie een buffer van drie tot zes maandlonen op je rekening. Niet minder, maar ook niet meer. Het klinkt misschien vreemd, maar op een spaarrekening verliest je geld zijn waarde.”

Voorzie een buffer van drie tot zes maandlonen op je rekening

Véronique Goossens

“Een voorbeeld: je hebt 100 euro op je rekening. Je krijgt daarop een rendement van 1 procent. Maar de jaarlijkse inflatie bedraagt bijvoorbeeld 5 procent (wat betekent dat het leven 5 procent duurder is dan het jaar voordien, red.). Na een jaar heb je nog steeds 100 euro op je rekening, dat getalletje blijft. Maar omdat alles duurder is geworden, kun je er nog maar voor 95 euro dingen mee kopen. Een groter bedrag kun je dus beter beleggen: als jouw horizon ruim genoeg is, biedt een belegging doorgaans een beter rendement.”

Waarin kan ik zoal beleggen?

Goossens: “Er zijn véél opties. De meest gekende zijn aandelen en obligaties. Een aandeel is ­– eenvoudig gezegd – een stukje van een bedrijf. De waarde van een aandeel is dus afhankelijk van hoe goed dat bedrijf het doet. Ook de interesse van de aandeelhouders is van belang. Stel dat een bedrijf in opspraak komt vanwege een fraudeschandaal, dan is de kans groot dat veel aandeelhouders hun aandelen gaan verkopen en zal de waarde dalen. Komt er goed nieuws over het bedrijf, dan zullen opnieuw meer aandeelhouders een aandeel willen kopen en zal de waarde opnieuw stijgen.”

“Een obligatie is weer wat anders. Dat is een soort omgekeerde lening: jij leent geld aan een bedrijf voor een bepaalde periode, het bedrijf betaalt jou met rente terug. Hoe hoog die rente is, hangt af van hoe risicovol het bedrijf is en voor welke periode je leent. Normaal geldt: hoe langer de looptijd, hoe hoger de rente.”

De veiligste optie is nog steeds het klassieke spaarboekje

Michaël Van Droogenbroeck

Als je niet weet hoe je aandelen en obligaties moet uitkiezen, kun je beleggen in een fonds. Dat is eigenlijk een mandje met een mix van aandelen en/of obligaties. Ze worden samengesteld door experts uit de financiële wereld. De keuze is groot: er zijn bijvoorbeeld fondsen met aandelen van uitsluitend far­ma­ceutische bedrijven of van bedrijven uit de Verenigde Staten. Hecht je belang aan ecologie, dan kun je instappen in een fonds met aandelen in windmolenbouwers en andere bedrijven die onze energieproductie een nieuwe richting uitsturen. Alles is mogelijk.”

Michaël Van Droogenbroeck, financieel journalist en auteur: “De veiligste optie is nog steeds het klassieke spaarboekje. Daar is je geld wettelijk beschermd tot 100.000 euro per bank en per persoon (wat betekent dat je je geld terugkrijgt als bijvoorbeeld de bank failliet gaat, red.). Bovendien staat het niet vast: als je het nodig hebt, kun je eraan.”

“Het grote nadeel is dat de rente vaak heel beperkt is en – zoals Véronique al zei – niet in staat is om de inflatie te kloppen. Aandelen en obligaties bieden niet die absolute veiligheid, maar je kunt er wel meer rendement uit halen (al is dat niet gegarandeerd). Daar komt het, als het over beleggen gaat, eigenlijk altijd op neer: wil je meer rendement, dan zul je ook meer risico moeten nemen.”

Hoe zit het met die
nieuwe staatsbon?

Van Droogenbroeck: “Eigenlijk is die niet nieuw. Er wordt elk kwartaal een staatsbon uitgegeven. Waarom ging er vorig jaar dan zoveel aandacht naartoe? Om twee redenen. Het was de eerste keer dat er een staatsbon werd uitgegeven met een looptijd van één jaar. Meestal is dat vijf of acht jaar. Ten tweede was er het fiscale voordeel: normaal gezien betaal je 30 procent roerende voorheffing (belasting op inkomsten uit roerende goederen, ­zoals spaarrekeningen, aandelen en obligaties, red.) op de inkomsten van zo’n producten, nu was dat 15 procent. Dat maakte van de staatsbon een interessante belegging. Of er in 2024 weer een staatsbon komt met een looptijd van één jaar is nog niet beslist. Maar zelfs als hij er komt, hangt het rendement af van de marktrente. De kans dat de roerende voorheffing weer verlaagd zal zijn, schat ik niet hoog in.”

Wie in staatspapieren wil beleggen, kan overwegen om een staatsbon van een ander land te kopen

Michaël Van Droogenbroeck

“Wie in staatspapieren wil beleggen, kan overwegen om een staatsbon van een ander land te kopen. Vooral de opkomende landen zoals Brazilië bieden vaak een hoger rendement. Hou er wel rekening mee dat het risico daar ook groter is. Stel dat de overheid failliet gaat, dan kan het zijn dat je investering niet of slechts deels wordt terugbetaald.”

Goossens: De staatsbon is een overheidsobligatie: je leent als burger een bedrag aan de overheid. In september – met die staatsbon voor één jaar – werd zo 23 miljard opgehaald, veel meer dan verwacht. De daaropvolgende staatsbon, die werd uitgegeven in december, had een looptijd van vijf of acht jaar. De rentevergoedingen waren ook lager. Hij leverde 40 miljoen euro op. Nog steeds een aanzienlijk bedrag, maar beduidend minder dan die eerste. Vermoedelijk zagen beleggers interessantere aanbiedingen met dezelfde looptijd.”

Cryptomunten: 
yay of nay?

Van Droogenbroeck: Cryptomunten zijn virtueel geld: ze bestaan niet in de vorm van biljetten of munten, ze bestaan enkel digitaal. De technologie erachter is interessant. Maar: weet dat die investering zich aan het uiteinde van het risicoprofiel bevindt. Cryptomunten zijn zeer volatiel, wat betekent dat ze sterk in waarde variëren. Ik zou zeggen: denk hier niet één keer over na en ook geen twee keer, maar minstens vier keer.”

Je belegt met een groep mensen in iets waarvan je hóópt dat het in waarde gaat stijgen, maar waarvan je geen enkele zekerheid hebt

Véronique Goossens

Goossens: “Mijn grote kritiek op beleggingen ­zoals de cryptomunt is dat er geen assets achter zitten. Als je investeert in een bedrijf, bepaalt dat bedrijf de waarde. Als je investeert in kunst, heeft het werk een bepaalde waarde. Bij de cryptomunt zit er niets achter. Het is lucht. Je belegt met een groep mensen in iets waarvan je hóópt dat het in waarde gaat stijgen, maar waarvan je geen enkele zekerheid hebt.”

“Anders dan bij bijvoorbeeld de euro of de dollar is er bovendien geen centrale bank die probeert om de waarde stabiel te houden. Daardoor kan die zeer sterk schommelen.”

Ik krijg tegenwoordig 
veel spam zoals ‘Investeer nú in een hotelkamer’. Is dat een nieuwe trend?

Van Droogenbroeck: “Investeren in hotelkamers is niet nieuw. Het is iets dat komt en gaat: een tijdlang hoor je er veel over, dan weer minder. Er is veel verschil in de aanbiedingen waardoor het moeilijk is om er een algemeen oordeel over te vellen. Lees sowieso altijd goed de kleine lettertjes voor je iets ondertekent.”

“Als je in vastgoed wilt investeren, zijn er nog opties. Onder andere op de Brusselse beurs heb je gereglementeerde vastgoedvennootschappen (GVV’s): dat zijn beursgenoteerde bedrijven die vastgoed, zoals winkels, kantoren en zorgvastgoed, verhuren en aandelen in dat vastgoed aanbieden.

Goossens: “Weet wel dat de wetgever de minder energiezuinige woningen in het vizier heeft. Let er dus zeker op dat het vastgoed waarin je investeert van goede kwaliteit is. Nog een mogelijk nadeel: een aandeel kun je meteen verkopen, bij vastgoed duurt het langer om een koper te vinden. Dat kan van belang zijn als je snel geld nodig hebt.”

Wat is nu de allerbeste ­investering?

Van Droogenbroeck: “Dat is voor iedereen ­anders. Alles hangt af van je eigen profiel en van het risico dat je wilt nemen.”

Goossens: “Als je er niet uitkomt, kan een fonds een goede keuze zijn. Een fonds wordt samengesteld door professionals. Daar betaal je voor: het samenstellen is een dienst die voor jou wordt uitgevoerd. Omdat er in een fonds verschillende aandelen en/of obligaties zitten, levert het je dan wel meteen een goed gespreide portefeuille op, waardoor ook het risico gespreid is.”

“Fondsen zijn overigens niet enkel voor beginners: ik ben vrij goed op de hoogte van de beurs, maar ik beleg ook in fondsen. Je kunt op je eentje aandelen kopen, maar dan moet je goed je huiswerk maken, en daar heb ik geen tijd voor. Ik doe het zo: ik laat elke maand automatisch een vast bedrag storten. Ongeacht wat er gebeurt. Zo blijf ik rationeel.”

Panikeer niet als je aandelen plots in waarde dalen

Véronique Goossens

“Dat is meteen nog een goede tip: panikeer niet als je aandelen plots in waarde dalen. Halsoverkop verkopen is altijd een slechte keuze: na een moeilijke maand kan er een hele goede komen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je nooit van mening mag veranderen: ik had belegd in China, maar de laatste tijd was ik mijn vertrouwen in die bedrijven kwijt, dus die heb ik uit mijn portefeuille gegooid. Af en toe je filosofie herbekijken mag, doe het ­alleen niet elke dag.”

Oké, shoppen! Maar waar en hoe koop ik nu iets op de beurs?

Van Droogenbroeck: “Een aandeel of obligatie kopen is kinderspel. Je opent een beursrekening, en stort daar een bedrag op. Vanaf dan kun je met een paar muisklikken aandelen kopen en verkopen. Je hoeft er de deur niet voor uit.”

Goossens: “Je hebt wel een tussenpersoon nodig. Dat kan je bank zijn of een onlinebroker. Het is sowieso een goed idee om eerst langs te gaan bij je financiële adviseur – dat zal in veel gevallen ook je bank zijn. Die is verplicht om te peilen naar je ervaring en je beleggingsdoelstellingen. Binnen hoeveel tijd wil je je winst opnemen? Durf je risico te nemen of speel je liever op veilig? Zo krijg je een beeld van jouw profiel als belegger en kun je een veel gerichtere keuze maken.”

“Wil je liever zelf aan de slag gaan, dan vind je online verschillende platformen waar je kunt kopen en verkopen. Bij Belfius hebben we bijvoorbeeld Re=Bel opgericht, een handelsplatform voor doe-het-zelfbeleggers. Zo’n platform is de goedkoopste optie omdat je de tussenpersoon uitschakelt, maar het impliceert wel dat je alle keuzes zelf maakt.”

Als je begint op je 25ste en je je winst telkens opnieuw belegt, dan heb je tegen je 50ste een mooie som vergaard

Véronique Goossens

“Lees je dus zeer goed in. Er komen regelmatig goede boeken op de markt. Of neem een abonnement op een beleggersblad. Daarin doen specialisten het werk voor jou: zij volgen de evoluties en geven advies over welke aandelen en obligaties op dit moment mogelijk interessant zijn.”

Hoe oud – of jong – 
begin je eraan?

Goossens: “Als je het aan mij vraagt: hoe jonger, hoe beter. Als je begint op je 25ste en je je winst telkens opnieuw belegt, dan heb je tegen je 50ste een mooie som vergaard én een aanzienlijke portefeuille opgebouwd.”

Van Droogenbroeck: “Al hangt het natuurlijk ook weer af van je eigen situatie. Veel jonge mensen hopen nog een eigen woning te kopen. Als je dat op korte termijn wilt doen, is het niet ideaal om je geld te investeren in aandelen of obligaties. De vuistregel is dat aandelen pas interessant zijn als je ze tien jaar kunt behouden.”

En wat als ik sterf? Gaat de staat dan met mijn aandelen lopen?

Van Droogenbroeck: “Nee. Als je overlijdt, gebeurt er met je aandelen hetzelfde als met je andere financiële eigendommen: ze worden verdeeld onder je wettelijke erfgenamen. Dat gebeurt volgens de regels van het erfrecht. De erfgenamen zullen er dus ook erfbelasting op betalen, net zoals op bijvoorbeeld een spaarboekje.”

Meer lezen

Door Evelien Roels.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content