Als kinderen krijgen niet (zomaar) lukt: “Wie het zelf niet meemaakt, zal nooit begrijpen hoe groot de leegte is”

Van hyperefficiënte soccer mom tot bezorgde helikopter-ouder of subtiel aan de zijlijn supporterende bonusmama: moeders komen met vele gezichten. Hoe beleven vrouwen anno 2023 het moederschap? En wat vinden ze de mooiste dan wel moeilijkste kanten aan die bijzondere rol? Feeling vraagt het elke week aan een ervaringsdeskundige. Vandaag: Maaike van Langen, regisseur, auteur en mama van een tweeling die ter wereld kwam na een intens traject van zwangerschapsverlies en IVF.

Nieuw leven om je heen creëren, niet alleen zijn als je ouder wordt of iemand hebben om je waarden en normen aan door te geven: de redenen waarom veel mensen op een bepaald punt in hun leven intens naar kinderen gaan verlangen, verschillen nogal. Maar wat als je hoofd – en hart – er eindelijk klaar voor zijn, en de biologie het dan plots blijkt te laten afweten? Regisseur en auteur Maaike van Langen maakte het mee en tekende haar ervaringen op in een boek: 28 embryo’s. “Het boek is een autobiografische roman geworden waarin ik niet alleen mijn persoonlijke verhaal vertel, maar ook dat van drie andere koppels die ik onderweg tegenkwam. Stuk voor stuk mensen die ook worstelden om hun kinderwens ingevuld te krijgen en wiens begrip, steun en gedeelde angsten en twijfels mij door het intense traject heen geholpen hebben. Mij raakte behalve de nieuwe mogelijkheden, ook de absurditeit van de hele materie. We stonden ineens voor hele nieuwe absurde vragen.”

Want, écht begrijpen voor welke zware emotionele uitputtingsslag koppels met vruchtbaarheids-problemen komen te staan, kunnen volgens van Langen meestal enkel mensen in hetzelfde schuitje. “Voor buitenstaanders is het vaak heel moeilijk om te vatten hoe heftig een IVF-traject is. Niet alleen fysiek is het hele proces voor de vrouw meestal heel intens: de hormonale inspuitingen die je eierstokken moeten helpen om zoveel mogelijk eicellen te laten rijpen, zijn enorm zwaar voor je lichaam. Ook mentaal is het heftig. Bij IVF komt medisch enorm veel kijken. Vooraleer je aan de effectieve terugplaatsing van embryo’s kan beginnen, heb je er als koppel met vruchtbaarheidsproblemen vaak al een lange weg van teleurstelling opzitten. Elke maand je regels doorkomen en je weer niet zwanger blijkt is een domper. Ook de lange weg van medische tests, screenings en bezoekjes aan het ziekenhuis vooraleer je effectief aan IVF zelf kan beginnen, valt niet te onderschatten.”

“Koppels met vruchtbaarheidsproblemen kijken tijdelijk met een heel absurd vergrootglas naar de werkelijkheid: plots gaan al je gesprekken over uit hoeveel cellen je embryo’s bestaan, hoeveel er teruggeplaatst worden en hoeveel er in de vriezer gaan”

Je verhaal kunnen delen met lotgenoten – die de voortdurende spanning en twijfel waarin je intussen blijft hangen, begrijpen – helpt volgens van Langen enorm om het hele traject te plaatsen. Al zorgt dat ‘gedeelde schuitje’ er tijdelijk ook wel voor dat je met een vrij absurd vergrootglas naar de werkelijkheid zit te kijken. “Je hele leven staat tijdelijk in teken van die kinderwens: samen met je partner bekijk je hoe je je levensstijl zo kan aanpassen, dat je lichaam mogelijke embryo’s de grootste kans op overleven geeft. Je zoekt uit welke stappen je nog zoal kan ondernemen mochten je pogingen mislukken en wat er medisch allemaal mogelijk is. Een focus die soms voor heel absurde gesprekken zorgt: na verloop van tijd gaat het alleen nog over uit hoeveel cellen je embryo’s bestaan, hoeveel embryo’s er teruggeplaatst zullen worden en hoeveel embryo’s je nog in de vriezer hebt. Heel droge en klinische thema’s die tegelijkertijd over heel belangrijke, existentiële vraagstukken gaan.”

Liefde in een potje

Naast ‘zoek steun bij lotgenoten’ volgens van Langen een tweede heel belangrijke tip voor koppels die met vruchtbaarheids-problemen kampen: weet dat er ook nog leven is na IVF. Want ook als die optie voor jou uiteindelijk niet de oplossing blijkt, blijven er nog opties over om je kinderwens in vervulling te laten gaan. “En dat weten veel mensen dus nog altijd niet”, zo klinkt het. “Blijken je eigen eicellen bijvoorbeeld van te lage kwaliteit om kinderen uit voort te laten komen, dan kan je eiceldonatie overwegen. Is het sperma van je man een probleem, dan kan zaadceldonatie een optie zijn. Alternatieven die bij het grote publiek nog altijd veel meer onder de radar blijven, omdat er ook nog een groot taboe op rust, maar voor sommige koppels wel dé oplossing waarop ze al jaren zaten te wachten.”

“In contact komen met koppels die óók moeite hadden om zwanger te raken, heeft mij door het traject geholpen: alleen zij begrijpen het zware proces van wachten, twijfelen, bang zijn en teleurstelling écht”

Wie niets voelt voor ei- of zaadceldonatie, kan adoptie of pleegouderschap overwegen. “Al wordt hier het waarom van je kinderwens natuurlijk wel belangrijk. Kies je voor kinderen omdat je genetisch graag iets zou achterlaten op de wereld, dan zijn deze alternatieven geen oplossing.” Eerder dan genetica lijkt een kinderwens veel mensen toch ook vooral om andere dingen te gaan: iemand hebben om voor te zorgen bijvoorbeeld, of om je waarden en normen aan door te geven. “Exact de vinger leggen op het waarom van je kinderwens, blijkt voor veel mensen niet eenvoudig. Tijdens mijn eigen zwangerschapstraject heb ik gemerkt dat het iets heel kwetsbaars en moeilijks is om over te praten.

Nieuwe keuzes, nieuwe uitdagingen

Dat de medische wereld koppels vandaag heel wat alternatieven aanreikt om hun uitblijvende kinderwens alsnog in vervulling te doen gaan, zorgt uiteraard ook voor nieuwe uitdagingen. “In mijn boek vertel ik bijvoorbeeld over een koppel dat een gezonde zoon kreeg via eicel- en spermadonatie. Geen van beide ouders deelt dus ook een effectieve biologische band met het kind. Iets waar beide partners in die relatie uiteindelijk op een heel andere manier mee om blijken te gaan eens de baby er is, wat helaas meteen ook de doodsteek voor hun relatie betekent. Voor de vader blijkt het gebrek aan genetisch verwantschap uiteindelijk zo’n zware dobber, dat hij er maar moeilijk in slaagt een band met z’n zoon op te bouwen. Voor de moeder vormt dat geen probleem: voor haar betekent kiezen om het kind groot te brengen, zoveel als ‘hun moeder’ zijn. Waar zij het dan weer moeilijker mee heeft, is de publieke opinie: tot op de dag van vandaag heeft ze niemand durven opbiechten dat ze niet de biologische moeder van haar kinderen is, zelfs niet aan haar eigen moeder of zus.”

Koppels die er – alle medische alternatieven ten spijt – toch niet in slagen om kinderen te krijgen, staan voor intens proces van existentiële rouw, loslaten en verwerking. Eén klein zilveren randje daar: “Uiteraard niet te vergelijken met zelf kinderen hebben, maar: gelukkig zijn er ook buiten het ouderschap om nog heel wat manieren om kinderen op een betekenisvolle manier in je leven toe te laten. Ik denk bijvoorbeeld aan een petekind in wiens leven je een heel bijzondere rol zou kunnen gaan spelen of aan de hechte band die je met de zoons en dochters van je eigen broer of zus kan opbouwen. Het mooiste voorbeeld op dat vlak, hoorde ik van iemand die ik tijdens mijn IVF-traject tegen het lijf liep. De vrouw in kwestie had veel moeite om zwanger te raken en zou misschien wel altijd kinderloos blijven. Een van haar beste vriendinnen was wel zwanger en stond op bevallen. Toen ze die vriendin vlak na de geboorte van haar kindje in het ziekenhuis bezocht, legde die de baby in haar armen en zei: ‘Zo, nu heb jij er ook een beetje een baby bij’. Zo’n gebaar kan voor een ouder zonder kinderen de wereld betekenen.”

De eicelwekker: let op je deadline

Dat er vandaag steeds meer koppels opduiken die geconfronteerd worden met vruchtbaarheidsproblemen of met een onvervulde kinderwens, heeft volgens van Langen veel te maken met een veranderde tijdsgeest. “Steeds meer vrouwen wachten langer om aan kinderen te beginnen. En dat kan je hen niet kwalijk nemen ook: gemiddeld studeren we al een pak langer, wat maakt dat je midden twintig nog volop moet beginnen bouwen aan de fundamenten van je carrière. Dat laatste kan helaas meestal niet als je op datzelfde moment ook al beslist om een paar kinderen te maken: beide dingen kosten immers zoveel tijd en energie, dat het vaak het één of het ander is, en dat is jammer. Want, hoewel veel vrouwen hun kinderwens dan maar tijdelijk aan de kant schuiven, is dat eigenlijk niet iets dat zomaar aan de kant te schuiven valt. De biologische deadline die op ouderschap staat, is helaas onoverkomelijk: je eitjes zijn het vruchtbaarst in je twintigerjaren. Vanaf pakweg vijfendertig gaan je kansen op zwangerschap aanzienlijk achteruit.”

Door die focus op carrière en door de vele medische alternatieven die er voorhanden zijn, staan we bij die deadline tegenwoordig helaas vaak net iets minder gauw stil. En dus wachten we langer, met voor sommige vrouwen een soms onomkeerbare uitkomst tot gevolg. “Wat ook niet helpt, is dat je er als koppel gemiddeld nog altijd vanuit gaat, dat eens je aan kinderen wil beginnen, het ook wel vanzelf zal gaan – want het lukt toch gewoon bij iedereen? Als op iets latere leeftijd blijkt dat het dus niet vanzelf gaat, kan het lastig worden, want: vooraleer je aan een effectief traject van vruchtbaarheids-behandelingen en IVF kan beginnen, gaat er meestal opnieuw heel wat tijd overheen. Eerst ga je nog een tijdje zelf proberen. Wanneer je doorkrijgt dat er eventueel iets schort, ben je al vlug een jaar verder. Alle onderzoeken, tests en screenings waar je vervolgens door moet, kosten je makkelijk nog eens een jaar.

“Als vrouw in je twintigerjaren tegelijkertijd de eerste fundamenten voor je carrière leggen én aan kinderen beginnen, is vaak gewoon niet haalbaar”

Wie aan het begin van het traject al een beetje ‘op leeftijd’ was, loopt het risico tegen die tijd eitjes te hebben die zo in kwaliteit gedaald zijn dat IVF geen optie meer is. En dat is natuurlijk wel een heel pijnlijk blok om voor komen te staan.” Als koppel voorkomen dat je in zo’n situatie terecht komt? “Blijf je bewust van die biologische deadline die ondanks alle medische vooruitgang wel nog blijft bestaan, en stel nadenken over die kinderwens misschien toch niet té lang uit. Wat trouwens ook heel dubbel is, is dat vrouwen wiens eitjes uiteindelijk niet meer vruchtbaar genoeg blijken, en daardoor hun kinderwens dus niet meer kunnen vervullen, daar van de maatschappij daar vaak zelf de schuld voor krijgen: want dan hadden ze maar niet zo lang moeten wachten, toch? Maar, voor vrouwen die ook een carrière willen opbouwen, op persoonlijk vlak projecten willen waarmaken en liefst ook nog een beetje zeker zijn dat ze met de juiste partner kinderen maken, is het gewoon niet altijd een kwestie van keuze.

Dat wel zo doen uitschijnen, is iets waar we absoluut vanaf moeten. Wat maatschappelijk wel zou kunnen helpen, is zoeken naar alternatieve structuren die het ook voor vrouwen mogelijk maakt om op jongere leeftijd én voor carrière én voor kinderen te kiezen. Door middel van betaalbare en goede kinderopvang bijvoorbeeld, en andere maatregelen die jonge gezinnen in deze fase van hun leven beter ondersteunen.”

28 embryo’s. 4 stellen met niets gemeen behalve een kinderwens, van Maaike van Langen. Te koop voor € 21,99 bij uitgeverij Podium. 

Openingsbeeld: Keke Keukelaar. 

Meer over moederschap:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content