Thuis bij modeontwerpster Toos Franken: kindertekeningen en minimalisme

Wij spraken met modeontwerpster Toos Franken over thuiskomen, kunst en mode met buikgevoel.

Toos Franken (32) volgde na twee jaar modeopleiding aan de Antwerpse academie, een opleiding patroontekenen en werkte voor Haider Ackermann en Ann Demeulemeester. Daarnaast is ze is mama van Anakin (10) en Bear (6). Ze stichtte haar eigen merk, aan
de keukentafel, in 2014 en groeide in haar eigen tempo. Ze kwam sterk in het nieuws toen Zara een van haar truien kopieerde. “Wat een gedoe. Die kopie maakte me boos, maar ik lag er niet wakker van. De hele heisa errond daarentegen...” Een eigen winkel werd geopend, eerst in Balen (2016), daarna de flagshipstore in Antwerpen (2018). “Ik heb veel geleerd door het contact met de klanten. Maar een eigen winkel is zwaar, en ik wil me nu terug op de creatie concentreren.” Een nieuw project (een conceptstore annex restaurant) werd uitgesteld wegens corona en staat nu voorlopig gepland voor augustus dit jaar.

Inspiratie in het groen

Ze woont midden in het groen. “Ik wil naar buiten kunnen, wandelen en fietsen.” In een huis waar mode momenteel met mate aanwezig is. “Ooit bouwen we misschien een atelier bij, maar voorlopig is het huis een project in wording. Niets ligt vast, alles kan op elk moment veranderen. Zo heb ik het graag.” We zijn beiden kinderen van de Kempen, dus delen we eerst wat verhalen over mensen en dorpen. Over wegtrekken (ik) en uiteindelijk terugkomen (zij). Over dat akelige streekdialect. Over wie we hier nog kennen, en wie we uit het oog verloren zijn.

Haar zus woont in mijn geboorteplaats, Balen, en Toos heeft er ooit een winkel gehad, waardoor ze steevast ‘de Kempische ontwerpster’ wordt genoemd. Ze komt uit een van de kleinste dorpjes: Postel, een postkaart met misschien 200 inwoners. “Ik ben een boerendochter”, zegt ze. Wat licht overdreven is, haar vader had een grasmattenbedrijf. “Maar ik ben echt buiten opgegroeid. In de natuur. Ik wil voor mijn kinderen dezelfde rijkdom en vrijheid.” Dus koos ze na vijf jaar in Antwerpen voor een huis in Retie, tussen de bomen. “Het was thuiskomen. Het liefst had ik nog dieper in een bos gewoond. Maar het is hier mooi, ik kom hier graag. Ik wilde terug wat dichter bij mijn ouders zijn. En ik heb lucht nodig om te kunnen functioneren. Mijn hoofd zit soms zo vol en dan brengt het uitzicht hier al wat lichtheid. Mijn man verbleef vaak in Amerika, Zuid-Afrika en Australië. Ik woonde in Australië en Nieuw-Zeeland. En nu zijn we gelukkig in een doodlopende straat in de Kempen.”

Kunst en kinderen

Ze leidt me rond in een huis vol kindertekeningen en kunst. “Dit heb ik tien jaar geleden geschilderd, de avond voor een van mijn vele verhuizingen, op een stuk denim dat ik toen nog gevonden had.” Creativiteit werd gestimuleerd bij de familie Franken. “Mijn moeder was grafisch ontwerpster en we waren een van de eersten in het dorp om thuis een computer te hebben, zij had die nodig voor haar werk. Ze maakt onder andere reclamepanelen en uithangborden. Die schilderde ze in de tuin met een airbrush, en ze stonden vervolgens tegen de gevel van het huis te drogen. Het is een mooie herinnering,
die kleurige panelen op een rij.

‘Ik wilde geen koel interieur, het is een thuis voor jonge kinderen’

Als kind zat ik al op de tekenacademie, vanaf mijn zesde. De geur van nieuwe penselen en verf kan me helemaal naar die tijd terug katapulteren. Een leeg blad, een nieuw doek, een schildersezel... Het geeft een gevoel van vrijheid, van mogelijkheden. Ik houd veel van schilderen, maar heb er vandaag amper de tijd voor.” Een tent hier, een fort daar, en af en toe een dinosaurus. Dit is niet het pronkhuis van een designer, dit is de warme en gezellige woning van een jong gezin. “Ik wilde geen koel interieur. Het is een thuis voor jonge kinderen. Hier hangt nog een kerstdecoratie die van de jongens absoluut niet weg mag. Goed, die blijft dan hangen. Deze turnringen aan het plafond zijn van mijn man. Hij doet hier ook echt oefeningen waar ik dan met open mond naar zit te kijken.” Zoons Bear en Anakin zijn zes en tien. “Mijn moeder zei net nog: geniet van deze periode, want dit is heel bijzonder. En het is waar, ze zijn al een beetje zelfstandig en kunnen al veel zelf, maar willen toch graag nog dicht bij mij zijn. Ik houd mijn hart vast voor binnen vijf jaar, maar nu is het heerlijk.” Tegenover de grote kast – “Recht uit de kringloopwinkel. Ooit wil ik ze wit verven en lichtjes achter de raampjes monteren” – is een muur vol kaders. Toos wijst naar een tekening van Anakin. “Kijk hoe krachtig zo’n kindertekening kan zijn. Een mannetje met een kroon en het onderschrift: ik ben koning. Wat een geweldige uitspraak is dat toch. De onschuld, en de zelfverzekerdheid tegelijkertijd. Soms zou ik willen dat ik opnieuw op die manier kon nadenken, dat ik zo vanzelfsprekend en simpel naar de wereld kon kijken.”

Moeders en mode

Wie de biografie van Toos doorneemt, zal lezen dat ze haar modeopleiding aan de Antwerpse academie moest onderbreken voor de geboorte van haar zoon. “Ja, ‘moeten’, dat staat er altijd. Ze ‘moest’ haar studies stopzetten. Terwijl een kind krijgen een keuze was. Ik ben dolgraag mama, en ik vind kinderen grootbrengen de beste school in efficiëntie. Mijn zoons zetten me direct met de voeten op de grond. Ik kan moeilijke dagen hebben – boekhoudkundige rompslomp, problemen met productie -, maar zij hebben daar helemaal geen boodschap aan. Kinderen zijn een gezonde dosis realiteit en ze herinneren je aan wat echt belangrijk is. Ik ben jong mama geworden, op mijn 22ste, wat niet evident was. Maar zo heb ik het gewild. Ik heb keibewust een keuze gemaakt, en die maakt me tot wie ik ben.”

Denkt ze soms aan dat andere leven van afstuderen als ontwerper en de wereld verkennen? “Soms wel. Niet als een gemiste kans, daarvoor ben ik veel te blij met het leven dat ik leid. Maar ik ben wel nieuwsgierig: wat zou ik ervan gemaakt hebben? Moeder worden heeft me verplicht om mijn eigen pad uit te stippelen. Dat heeft veel moois opgeleverd. Soms denk ik dat ik alles in omgekeerde richting doe: eerst de kinderen, dan het huis. Eerst de eigen winkel, dan de andere verkooppunten. Ik heb nog even overwogen om terug naar de academie te gaan, maar uiteindelijk bleek het niet echt nodig. De droom, mijn eigen collectie, die is er nu.” Mode vreet je op. Heeft ze ooit aan een ander pad gedacht? “Als ik niet voor mode zou gekozen hebben, en geen mama zou zijn, zou ik graag iets gedaan hebben met meer impact op de wereld. Oorlogsjournalist of zo. Het idee om een verhaal te kunnen vertellen dat anders geen gehoor krijgt, dat fascineert me. Ik wil heel graag mijn verantwoordelijkheid opnemen en op mijn eigen manier bijdragen aan een betere maatschappij. Ik steun acties als Te Gek, ik maak beperkte collecties voor het goede doel, maar mijn engagement borrelt en ik zou graag nog zoveel meer doen.

Ik droom dat ik met mijn merk fundamenten kan leggen waarop anderen verder kunnen bouwen, dat mijn bedrijfje iets zelfvoorzienends kan worden en echt iets kan betekenen.
Niet dat ik neerkijk op mode, schoonheid is belangrijk en kleren kunnen een essentiële rol spelen in je welbevinden. Maar de impact ervan blijft beperkt. Er zijn zoveel mensen die echt hulp nodig hebben, die je met mode niet bereikt. Ze hebben geen budget voor schoonheid in hun leven, dat is hun prioriteit niet. Misschien heb ik ooit tijd om een plan uit te dokteren, als ik zeventig ben. Mijn oudste zoon zegt: ‘Als ik groot ben, zullen we samen schooltjes bouwen met het geld dat jij hebt verdiend’. En bomen planten, hij wil almaar bomen planten.”

‘Ik hoor weleens dat mijn kleren geen ‘hanger appeal’ hebben. Op de kapstok verkopen ze zich niet vanzelf, ze vragen wat uitleg’

Minimalisme en meer

Toos wordt gedoodverfd als minimalist. Je ziet waarom: de doordachte vormen en het gebrek aan gratuite versiering, de aanwezigheid van een onderliggend concept. Toch doet het etiket haar oneer aan, want de kleding is meer dan dat. “Ik ben geen hardcore minimalist, maar ik begrijp dat men me in die hoek klasseert. Mijn collectie is niet schreeuwerig. Ik spendeer veel tijd aan het uitwerken van de juiste lijn. Het effect van dat werk is haast onzichtbaar op foto, je moet mijn kleren echt van dichtbij bekijken. Ik hoor weleens dat ze geen ‘hanger appeal’ hebben. Op de kapstok verkopen ze zich niet vanzelf, ze vragen wat uitleg. Toch ben ik geen intellectualistische ontwerper. Ik vertrek vanuit mijn buikgevoel en voel heel snel of iets werkt of niet.” Haar volumes zijn vaak ruim, geruststellende en geraffineerde cocons. “Dat vind ik zelf fijn. Er zit dan een mooie beweging in het kledingstuk, en de stof spreekt op dat moment heel erg voor zich. Ik houd van kleding die super elegant is en toch comfortabel zit. Niet dat je na restaurantbezoek denkt: oei, ik moet mijn buik intrekken.” Kunst is een blijvende inspiratiebron. Voor de laatste collectie was dat Agnes Martin, die niet verwonderlijk vaak bij de minimal art wordt gezet, maar zichzelf een abstract expressionist noemde. Toos: “Met de losse hand zette ze subtiel gekleurde lijnpatronen op een groot canvas, dikwijls met een ontroerend effect.

Agnes Martin woonde in het midden van de woestijn in Amerika, en ze was uitsluitend bezig met schoonheid, niet met materiële zaken. Zo’n visie kan me inspireren Jannis Kounellis, van de arte povera, slaagde erin om als statement echte paarden in zo’n chique witte kunstgalerie te zetten. Ik houd wel van dat soort stellingnames. Zou het vandaag nog kunnen? Het lijken andere tijden.” Tussen collecties door kijkt ze graag naar documentaires, om zichzelf weer op te laden. “De Palestijns-Israëlische kwestie, het leven in een Afrikaans dorp... Ik houd gewoon erg veel van verhalen. Uiteindelijk is dat ook wat ik met een collectie probeer: een verhaal te vertellen.” Franken streeft naar een duurzame aanpak, maar is realistisch over de beperkingen. “Ik introduceer duurzaamheid en ethisch ondernemen in zo veel mogelijk facetten van het productie- en creatieproces. Maar ik wil er niet flauw over doen, mode kan per definitie niet duurzaam zijn. Eigenlijk hebben we geen nieuwe kleding nodig. In de meest duurzame samenleving zou je één kledingstuk bezitten dat uit een zelfreinigend materiaal is gemaakt, zodat je het niet moet wassen. Toch houd ik erg veel van mode. De manier waarop je de tijdsgeest vat, hoe mensen er hun identiteit mee opbouwen, hoe ze er hun eigen verhaal mee vertellen. Dat blijft mooi.”

Meer info op toosfranken.com

Door Lene Kemps, foto’s: Charlotte Van Noten

Meer sfeerbeelden:

1

1

1

“Mijn oudste zoon zegt: ‘Als ik groot ben, zullen we samen schooltjes bouwen met het geld dat jij hebt verdiend’. En bomen planten, hij wil almaar bomen planten.”

2

2

2

Toos wijst naar een tekening van Anakin. “Kijk hoe krachtig zo’n kindertekening kan zijn. Een mannetje met een kroon en het onderschrift: ik ben koning. Wat een geweldige uitspraak is dat toch.”

3

3

3

“Deze turnringen aan het plafond zijn van mijn man. Hij doet hier ook echt oefeningen waar ik dan met open mond naar zit te kijken.”

4

4

4

“Ik ben geen hardcore minimalist, maar ik begrijp dat men me in die hoek klasseert. Mijn collectie is niet schreeuwerig. Ik spendeer veel tijd aan het uitwerken van de juiste lijn. Het effect van dat werk is haast onzichtbaar op foto, je moet mijn kleren echt van dichtbij bekijken.”

 

Meer lezen over mode:

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content