MoMu na de make-over: deze museumvrouwen halen alles uit de kast
Na drieënhalf jaar renoveren en uitbreiden toont het Antwerpse Modemuseum zich vanaf 4 september in een nieuw, ambitieus jasje. Deze drie MoMumenten haalden alles uit de kast.
Kaat Debo (45), directeur
Bio
- Studeerde Literatuur- en theaterwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen.
- Begon in 2001 als curator bij het ModeMuseum Antwerpen.
- Werd er in 2008 directeur.
- (Co-)auteur van Margiela, de Hermès jaren (2017) en het binnenkort te verschijnen MODE. De MoMu Collectie – Antwerpen (2021).
“Mijn moeder maakte vroeger zelf kleren voor ons. Onze keukentafel lag vaak vol stoffen, en ik mocht haar helpen met patronen overtekenen. Mijn passie voor mode moet toen zijn ontstaan. Ik kan zelf niet naaien, maar via mijn moeder kreeg ik wel inzicht in hoe een kledingstuk in elkaar zit. Ik besef hoeveel energie, tijd en kennis het vergt om er een te maken. Het is écht een ambacht.”
“Ik ben in 2001 bij het toen gloednieuwe MoMu terechtgekomen – gewoon, door te solliciteren – en werd er in 2008 directeur. Ik heb meteen een renovatie- en uitbreidingsdossier opgestart. Daarna heeft het nóg zeven jaar geduurd voor we konden beginnen. Op den duur dacht ik dat ik de enige idioot was die er nog in geloofde. Maar kijk, de aanhouder wint. (lacht) Voor velen was de noodzaak van deze renovatie misschien een verrassing, omdat het MoMu er in de ogen van de bezoekers altijd betrekkelijk goed heeft uitgezien. Maar achter de schermen liep er wel wat mis met de bekabeling, isolatie en klimatisering, zaken die tot de basisinfrastructuur van een hedendaags museum behoren en die je nodig hebt om bruiklenen van andere musea binnen te halen. Nu zijn die euvels verholpen en heeft ons museum er een café, shop, auditorium, collectiepresentatieruimte en een zichtbaardere inkom bij.”
‘We zijn ons bewust geworden van onze blinde vlekken, en nu is het moment om daar iets aan te doen’
“Als we in september heropenen, zullen we drieënhalf jaar dicht geweest zijn. De pandemie heeft alles wel wat bemoeilijkt – niet enkel de verbouwing, maar ook de voorbereidingen van de tentoonstellingen en het verkrijgen van de bruiklenen. Sommige ontwerpers en fotografen konden niet aan hun archieven, bepaalde medewerkers van buitenlandse musea waren onbereikbaar omdat ze op tijdelijke werkloosheid stonden. En een museum heropenen terwijl je eigen team thuiswerkt, is ook een hele uitdaging. Al heeft iedereen het wel fantastisch gedaan.”
“Voor corona werd de mode-industrie al met een aantal grote uitdagingen geconfronteerd. Op vlak van duurzaamheid worden al mooie initiatieven genomen, maar het kan en moet nog beter. Daarnaast is er ook de shift naar online, met implicaties zoals overconsumptie. En wat met een tendens als localism? Wij hebben als museum zeker niet het antwoord op al die vragen, maar vinden het wél belangrijk om er bij de heropening een dialoog over op te starten. Want mode is tenslotte een betekenisgever, die maatschappelijke tendenzen weerspiegelt.”
“Mijn missie voor de toekomst: de drempel van het museum nog verder verlagen. Antwerpen is een van de meest diverse steden ter wereld, en toch zijn er gemeenschappen die we momenteel niet bereiken. Daar moeten we meer moeite voor doen. We moeten als musea weer meer ten dienste van het publiek gaan staan. Zo heeft Black Lives Matter ons doen beseffen dat we de afgelopen jaren te veel met onszelf bezig zijn geweest, met onze eigen collecties die vanuit onze eigen kennis vertrekken. We hebben bepaalde verhalen over de totstandkoming van objecten níét verteld. Verhalen die misschien niet mooi zijn, maar die we ook moeten belichten. Laten we zeggen dat we ons als musea bewust geworden zijn van onze blinde vlekken, en dat het nu het moment is om daar iets aan te doen.”
Kim Verkens (35), textielconservator
Bio
- Studeerde voor textielconservator aan de toenmalige Artesis Hogeschool Antwerpen.
- Is sinds april 2009 aan de slag in het MoMu.
- Werkt momenteel aan een onderzoeksproject rond de conservatie van kunststoffen, in samenwerking met het Metropolitan Museum of Art (New York), het Museu do Design e da Moda (Lissabon) en Centexbel.
Ik ben altijd bezig geweest met textiel: als kind naaide ik al knuffels en kleren. Op mijn achttiende wist ik dan ook zeker dat ik iets met mode wilde gaan doen, maar ik was ook erg geïnteresseerd in wetenschappen. In de masteropleiding Textielconservator vond ik een goede mix van beide. In 2009 kon ik aan de slag bij het MoMu, vandaag ben ik er verantwoordelijk voor de preventieve en actieve conservatie van de collectie en beheer ik het collectiedepot.”
“Wat een textielconservator precies doet? Dat is altijd de moeilijkste vraag! (lacht) Ik conserveer en restaureer historische en hedendaagse kostuums. Ik zoek onder meer naar lacunes in textiel – gaten, zeg maar – en ga die dan ondersteunen om een kledingstuk weer presentabel te maken. Een goede conservator is geduldig, kan heel precies werken en heeft aandacht voor het klimaat waarin het textiel zich bevindt. Voor deze job moet je bovendien een zeker zelfvertrouwen hebben: je moet eeuwenoude stuks soms hélemaal uit elkaar durven halen.”
“Elk nieuw of geleend stuk dat het MoMu binnenkomt, plaatsen we in quarantaine. Dat wil zeggen: we zonderen het af van de rest van onze collectie. Bij textiel is het risico op schimmel, kleermot of tapijtkever immers altijd aanwezig. Wij hebben ondertussen een collectie van bijna 35.000 stukken: je wilt niet dat daar mot in komt, want een volledige collectie behandelen zou een enorme kost met zich meebrengen. We bewaren bepaalde risicovolle stukken daarom drie weken in de diepvries en stofzuigen ze daarna nog uitvoerig.”
“Momenteel ben ik actief bezig met onderzoek naar kunststoffen in onze historische en hedendaagse collectie. Kunststoffen degraderen enorm snel, zeker in vergelijking met materialen als katoen of historische zijde. Zo hebben we in de collectie een kunstleren jasje van Martin Margiela met een coating erop die volledig afpelt, waardoor dat stuk niet toonbaar is. Daarom hebben we samen met het Metropolitan in New York en het MUDE in Lissabon het driejarige onderzoeksproject Glossy Surfaces opgezet om dat soort materialen beter te kunnen preserveren en conserveren. Want soms gaan er op deze manier wel wat iconische stuks verloren.”
‘Voor deze job moet je een zeker zelfvertrouwen hebben: je moet eeuwenoude stuks soms hélemaal uit elkaar durven halen’
“Het afgelopen jaar heb ik ook hard aan een achttiende-eeuwse japon van zijde gewerkt, een beige robe à l’Anglaise, die ik volledig heb geconserveerd en in de originele staat heb teruggebracht op een historische buste. Die zal bij de heropening te zien zijn in de collectiepresentatie. Het stuk was niet meer compleet, dus hebben we de stof gedetailleerd laten fotograferen en daarna in New York laten printen. Met die gereproduceerde stof hebben we dan de ontbrekende delen kunnen maken. Het verhaal achter de japon kennen we niet – het MoMu kocht hem aan via een veiling – maar aan de aanpassingen te zien denken we dat hij ooit in het theater gebruikt is.”
“Mijn mooiste realisatie tot nu toe is de conservatie van een stuk dat niet uit onze eigen collectie kwam, maar uit die van het Parijse modemuseum Palais Galliera. Het ging om een jurk van de Franse couturier Madame Grès, die daar jaren in een schuif heeft gelegen omdat ze niet wisten wat ze ermee moesten doen. Ik heb die onbruikbare jurk toonbaar kunnen maken, waardoor het nu een topstuk van het Palais Galliera is dat ik in veel expo’s zie opduiken. Sommige collega’s noemen het ondertussen ‘Kims jurk’.” (lacht)
Elisa De Wyngaert (30), curator
Bio
- Studeerde Kunstgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit Leuven.
- Behaalde een tweede master aan het Courtauld Institute of Art in Londen.
- Liep stage bij het MoMu en het Victoria & Albert Museum in Londen.
- Werkt sinds 2016 in het MoMu als curator.
Mode is voor mij echt een kunstvorm. Ik snap dat mensen een nieuw kledingstuk een tijdje in hun kamer hangen en ernaar kijken, als een object om te bewonderen. En als je een kledingstuk aantrekt dat met liefde is ontworpen en gemaakt, kan dat je net zoveel kracht geven.”
“Ik heb zelf Kunstgeschiedenis gestudeerd aan de KU Leuven en er mijn thesis aan mode gewijd. Al besefte ik snel dat daar in België weinig echte academische expertise in bestond. Dus besliste ik naar Londen te trekken, om stage te doen in het V&A (Victoria and Albert Museum, red.) en een master in Documenting Fashion te volgen aan het Courtauld Institute of Art. Eens terug in België heb ik even in kledingwinkels gewerkt, want ik had na een jaar Londen vooral geld nodig. (lacht) Wat later kon ik als logistiek medewerker aan de slag bij A.F. Vandevorst, schreef ik voor academische tijdschriften over mode, recenseerde ik modetentoonstellingen voor Klara én gidste ik voor het ModeMuseum. Toen er in het MoMu plotseling een vacature voor curator vrijkwam, was dat waar ik van droomde.”
‘Ik vind het conserveren van kleding heel boeiend, omdat het doorgaans slechts kort of sporadisch wordt bewaard’
“Curator zijn, dat is een passie. Je moet je heel erg willen verdiepen in iets en daar een beetje je levenswerk van willen maken. Mijn expertise ligt vooral bij de hedendaagse mode. Ik ben geboeid door het socioculturele aspect ervan en de link met hedendaagse kunst. Maar ik word natuurlijk ook weleens uit mijn comfortzone getrokken. In onze collectiepresentatie zitten ook historische silhouetten, en daar zijn mijn collega’s dan weer een goed klankbord voor. We zijn een sterk team op dat vlak. Curator zijn betekent voor mij ook met veel mensen samenwerken en goed naar hen luisteren. Mode is heel multidisciplinair.”
“In MoMu maken we zowel thematentoonstellingen als tentoonstellingen waarvoor we heel nauw met één ontwerper of kunstenaar samenwerken. Daarnaast geven we bij elke expo een publicatie met interviews, essays en beeldmateriaal uit. Ik ben altijd trots wanneer die boeken verschijnen, dat voelt als de geboorte van een nieuw baby’tje. (lacht) Voor de heropening cureerde ik onder meer de expo E/MOTION. Mode in transitie. Door de lockdown heeft die tentoonstelling heel lang gewoon thuis aan mijn muur gehangen. Nu ze bijna klaar is en ik opnieuw door de zalen kan lopen, is dat best wel emotioneel. Dat Excel-bestand met die kleine fotootjes is plots écht geworden.”
“Ik vind het conserveren van kleding heel boeiend, net omdat het iets is wat doorgaans niet lang of slechts sporadisch bewaard wordt. Het is interessant dat we die stuks in MoMu een plaats kunnen geven, erover kunnen reflecteren. Want kleding is zó nauw verbonden met de mens. En of je er nu gepassioneerd door bent of niet: je moet nu eenmaal elke dag kleren dragen.”
Momu, heropen u!
In het weekend van 4 en 5 september heropent het Antwerpse ModeMuseum na een periode van drieënhalf jaar, waarin het bekende pand in de Nationalestraat werd gerenoveerd en uitgebreid. Op het programma staan drie openingstentoonstellingen (E/MOTION. Mode in transitie, Collectiepresentatie. Mode uit de MoMu-collectie en P.LACE.S. De verborgen kant van Antwerpen) met als rode draad ‘de globale transitie en betekenisvolle veranderingen binnen de modewereld’. Daarnaast zal het MoMu ook uit zijn muren breken en stadswandelingen en openluchtprojecten organiseren.
‘Mode 2.021 Antwerpen – Mode/Bewust’. Van 4 sept. 2021 tot 23 jan. 2022.
Alle info via mode2021antwerpen.be