Column: Hoe Els Keymeulen de meest gehate persoon in de koffiebar werd
Hoofdredacteur Els Keymeulen schrijft elke maand in Feeling over haar avonturen in modeland. Deze keer bracht ze een thuiswerkdag door in een koffiebar...
Co-not-working
Hoe je van jezelf de meest gehate figuur in een koffiebar kunt maken? Je leert het hier, dankzij een heel eenvoudige tutorial. Gaan we!
In mijn huis wordt verbouwd, en dus moet ik op thuiswerkdagen tijdelijk uitwijken naar een plek waar geen 24/7 Radio Minerva door de boxen jengelt. Afgelopen woensdag nam ik laptop, lader,blok papier én oortjes onder de arm en trok ik naar een coworking- slash koffiebar in de buurt, voor hopelijk een paar uur focus. Ik kreeg een tafeltje naast de toog, en moest al na mijn eerste koffie lastig doen: of ik niet ergens anders kon zitten, want die koffiemaler overstemde mijn hele hersenpan. De ober vond het maar vervelend, want druk, druk, druk, maar kwam mij na een tijdje toch halen: ik kreeg een plek aan de grote tafel, ver weg van de toog. Ik stopte mijn oortjes in en begon aan het uittikken van een interview, maar de kleuter naast mij – drie, vier jaar, zoiets – had z’n ogen op mijn koekje bij de koffie, en schoof steeds dichter. Ik weet hoe kinderen zijn, dus ik dacht, ik geef dat koekje gewoon en dan kan iedereen weer verder met z’n leven, maar déze specifieke kleuter was een soort van verliefd op mij, en zat stilaan op mijn schoot.
‘Of het oké was dat ze even haar kind bijhield, want ik moest zo in een Zoom-call’
De mama was met vriendinnen bezig, en nadat ik eerst subtiel haar aandacht had proberen trekken, stapte ik na een tijdje tóch op haar af: of het oké was dat ze even haar kind bijhield, want ik moest zo in een Zoom–call, en dan kon het echt niet, een kind onder mijn kin. Ze was boos, en haar vriendinnen ook: ‘Het is een kínd’, zei ze met een joekel van een klemtoon, waarop haar vriendinnen instemmend knikten en de oudste van het gezelschap zei: ‘Jij bent hier komen zitten.’ Dat was helemaal waar. ‘Ik weet het’, zei ik. ‘Daar was te veel lawaai, en mijn call duurt niet lang, maar ik moet echt even…’ Er was gezucht, maar de mama nam haar kleuter wel op schoot, onder de belofte van een chocomelk. Mild ouderschap, we moeten het daar ooit eens over hebben. Maar goed: ik dankbaar voor de geste, terug naar mijn plekje. Ik zette het Zoom-venster open, bekeek mijn haar, veegde een vage koffiesnor weg en ging voor de camera zitten, wachtend op mijn online afspraak.
De vrouwen waren intussen overgegaan tot bedoeld te luid roddelen over, nu ja, mezelf: ik hoorde ‘ga dan ergens anders werken’ en ‘vast geen kinderen’ en ik bedacht me dat ik na de call meteen naar huis zou gaan – dit ging ‘m niet worden. De ober kwam, of ik nog iets wilde bestellen. ‘Nee’, zei ik, ‘ik moet zo even in vergadering’, en ik wees op het scherm, waar ik nog altijd naar mezelf aan het staren was. Tien minuten verstreken, en ik werd steeds ongemakkelijker: de vergadering startte maar niet, de ober was nóg eens komen vragen wat ik wilde drinken, en de Sister Wives met kleuter waren me nu ronduit aan het uitlachen. Ik overwoog tegen mezelf te praten, voor de show en tegen het gezichtsverlies, maar ik durfde niet – ook achter mij zaten mensen, en de vernedering van een fake Zoom-call zou totaal zijn. Dus klapte ik mijn laptop dicht, rekende één koffie af, en vertrok, hoofd naar beneden. Radio Minerva valt al bij al nog mee.