Column: hoe Els Keymeulen in een te kleine gouden paillettenjurk oog in oog kwam te staan met de Telenet-man
Chef-mode Els Keymeulen schrijft elke maand in Feeling over haar wedervaren in modeland. Al durft er af en toe ook een meer dagdagelijks verhaal tussen kruipen. Zo kwam de Telenet-man nét op het verkeerde moment aan haar deur bellen.
“Alexa, play QMusic.” Dat is het eerste wat ik ’s ochtends zeg als ik me in mijn gehuurde kantoortje installeer, want een dag begonnen met René Froger is een goeie dag. “ Sorry, can’t connect to the internet right now”, aldus Alexa. Ik probeerde Google, Instagram, Net-A-Porter – niks, dus belde ik mijn zoon. Dat is een dertienjarige internet-wizard die op een goeie dag computerspelletjes kan spelen op de parlofoon van de overbuurvrouw – ik bedoel maar. De wizard zei: “Heb je al eens geprobeerd de kabel uit te trekken en dan weer in te steken?” Na een uur kabels uittrekken, wifibakjes schudden en modems resetten, besloot ik de grove middelen in te zetten: ik belde Telenet. Tot mijn énorme vreugde kon er dezelfde dag nog iemand langskomen, ‘tussen nu en 21 uur’. Dat soort tijdslots zouden ze van overheidswege moeten verbieden, want dan kun je dus zelfs geen blokje om met de hond, laat staan dat je naar het grote toilet durft. Maar ik wachtte, en wachtte nog wat, en besloot dan maar wat kleren te passen en nieuwe combinaties te maken voor de herfst. Al heel snel kwam ik in the zone, zoals dat heet: ik puzzelde heelder onwaarschijnlijk verrassende combi’s in elkaar, gooide spullen van afgelopen zomer op een stapel en ontdekte in een plastic box nog een paar eighties tweedehandsvondsten waarvan ik niet meer wist dat ik ze had. Ik had me net met veel moeite in een (te kleine) gouden paillettenjurk met pluimen gewurmd, toen de bel ging.
Voor de deur stond een Dr. Dre-achtige figuur met een geel hesje aan en een koffertje in de hand: Telenet. En ik droeg een feestjurk met pluimen die achteraan vastzat wegens te klein. Been here before. “Oké”, zei Dr. Dre, “waar is het hier te doen?” Ik wees hem het kleine kelderdeurtje waar hij nét door paste, en ik volgde hem naar beneden, naar de modem. Hij klapte een laptop uit, puzzelde wat met kabels en keek me toen een soort van indringend aan: “Je mag wel even weggaan. Ik moet een paar dingen testen.” Okki. Probleem. Ik moest óf achterwaarts de smalle trap op lopen, of me omdraaien en dus betrapt worden op het dragen van een paillettenjurk waarvan de rits midden op de rug vast was komen te zitten. Ik koos voor achterwaarts de trap op, spurtte eenmaal boven de kamer in, wurmde me uit die paillettenbuis, trok een jeans en een sweater aan, raapte wat kleren van de grond en ging aan de kelderdeur staan. Op de trap had ik een spoor van pluimen achtergelaten – de eighties zijn toch iets te lang geleden voor vogelachtigen blijkbaar. Dr. Dre was ook niet blij: hij kon niet rechtop staan in het keldertje, de modem was verouderd, mogelijks was de kabel stuk – hij moest even naar zijn Telenet-autootje om iets te halen. Na nog een halfuur – ik boven aan de keldertrap, hij oncomfortabel gebukt beneden – had hij het probleem gevonden: nieuwe kabel en alles werkte weer. “Verouderd materiaal”, aldus de diagnose. Dr. Dre ging naar huis, maar wilde eerst nog even weten waar hij precies was beland: “Wat is dit voor zaak?” Ik keek naar de pluimen in mijn hand, en bedacht me dat Telenet-mensen vast één en ander meemaken, op zoek naar internet. “O”, zei ik, “dit is een webshop. Kleren. Ik was aan het passen.” Ik dénk dat ik opluchting zag in z’n ogen, maar het kan ook zijn dat ik me dat inbeeld. “Alexa, play René Froger.”