Column: Helaas Pindakaas
Vintage is het nieuwe zwart en dat is ook Chef-mode Els Keymeulen uiteraard niet ontgaan. Wanneer ze op straat de beste vondst ooit spot, kan ze haar geluk niet op. Helaas gooide er iemand roet in het eten...
“Allo madam, wat doet u daar?!” Naast mijn bakfiets duikt een manspersoon op van ergens begin zestig, fleecetrui aan met in het groot Bouwwerken Vermeiren erop. Al het bloed schiet naar mijn hoofd. “Euh, ik neem dit rekje mee? Het stond op straat?” “Nee, dat is van mij. Dat staat daar niet om mee te pakken.” “Maar het staat tussen al het vuilnis?”. “Het is van mij, zeg ik.” Hij plukt het rekje – een soortement rotan kapstokkastje, beetje verweerd en prachtig – uit mijn bakfiets en zet het ostentatief, met een plof, neer in zijn deurgat.
In datzelfde deurgat staat een grijs geblokt vrouwtje, met een bloemenschort aan en strak voor de boezem gekruiste armen, en ze kijkt zo mogelijk nog bozer dan haar man. “Dat stond daar niet om mee te pakken”, echoot ze, en ze kijkt erbij alsof ik zonet haar auto probeerde te stelen.
Nu moet je weten: als er één ding is wat ik randje marginaal vind, zijn het straatruzies. Mensen die te midden van het voetpad en de geparkeerde auto’s schelden, roepen en tieren tegen elkaar: ik vind het hemeltergend. Maar ik wilde me tegelijk niet zo maar laten overbluffen: dat rotan rekje stond op donderdagavond, de dag waarop bij ons in de buurt het huisvuil wordt opgehaald, wel degelijk op straat. Tussen de pmd-zakken, de gft-bakken en de kartonnen dozen. En niet eens voor hún voordeur, maar voor die van de buren.
“Een topstuk voor de ronde prijs van nul euro: daar kan ik intens gelukkig van worden”
“Oké meneer,” zei ik, “sorry hoor, maar ik dacht dat u het niet meer wilde. En ik vind het heel mooi. En het stond tussen de vuilzakken.” “Wij willen het wél nog”, sprak de vrouw, en ze mepte de deur dicht. ‘Beteuterd’ is een understatement: ik was echt diepbedroefd, want je kent vast dat gevoel wel als je een fantastische vondst doet op straat/rommelmarkt/2dehands.be.
Ik had het kapstokje in gedachten al op de kinderkamer staan, met rieten tasjes eraan en een schapenvelletje eronder. Een topstuk voor de ronde prijs van nul euro: daar kan ik intens gelukkig van worden. Maar helaas pindakaas dus; ik sleepte mijn lege bakfiets van het voetpad en besloot me bij de zaken neer te leggen.
Een gevalletje van case closed – maar in míjn leven volgt er helaas doorgaans nog een uitsmijter: de buurvrouw kwam naar buiten. “Madammeke, ge hebt u de kaas van uw brood laten eten! Gij waart eerst, hé!”. Het vrouwtje in kwestie – oud, dun, en op rubberlaarsjes – had blijkbaar het hele gebeuren van achter haar gordijntje gevolgd. “Ah ja, en ik zag hem doen en dinges, en ik dacht: dat madammeke was eerst!”. “Euh, maar hoe bedoelt u?”, zei ik, “want ik snap het niet zo?” Waarop ze met een ontknoping van jewelste kwam: dat rotan kapstokje was van HAAR.
“Ah ja, ik heb dat daarstraks buitengezet. Ge kunt gaan aanbellen, maar hij gaat niet meer opendoen.” Ik zal mij die donderdagavond vlak voor kerst nog lang herinneren, als de dag waarop De Oude Mens van zijn voetstuk viel. En verder wens ik de Vermeirens van harte nog een prettig leven toe.
PS. Wie op 2dehands.be een rotan kapstokje spot: ik ben nog steeds geïnteresseerd.