Column: geen (schoenen)berg te hoog
Chef mode Els keymeulen spot elke maand what’s hot & what’s not. Deze zomer ging ze op vakantie met haar gezin naar Toscane.
Toeval bestaat niet, aan je lot kun je niet ontsnappen en niet iedereen wordt blij van Prada: dat heb ik geleerd na mijn heerlijke vakantie in het hart van Toscane. Ik lanceer me. Voor onze jaarlijkse zomervakantie, eind augustus, boekten mijn man en ik een huisje hoog in de Toscaanse bergen. Voorwaarden: een zwembad (voor de kinderen), een ligstoel (voor mezelf ), geen kledingwinkels in de wijde omtrek (voor mijn man) en wijndomeinen in de nabijheid (voor iedereen).
We vinkten onze checklist af en vertrokken met kinderen, hond, oma’s en een dakkoffer vol zwembroeken richting Dolce Vita. De eerste paar dagen waren een aanpassing: het wifisignaal in ons berghuis was zwak, de pasta wel heel al dente en de matrassen zó hard dat we evengoed op de grond konden gaan liggen. Maar na een week zon, zwemmen en aperitieven waren we helemaal zen en ging alles volgens Italiaans plan: luieren, met een glas brunello in de hand. Tot mijn man ‘het bakje van de wifi’ vond en bijstelde, en ik plots kon instagrammen. Ik postte een foto of twee, stipte aan dat ik ‘wel heel ver van de shops verwijderd was’, en iemand antwoordde droog: ‘er zit een Prada-outlet vlak bij jou’. WEG SFEER.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ik kan het verloop van de vakantie kort samenvatten: ik, wachtend op een dag waarop het zou gaan regenen (één dag maar) zodat ik zonder schuldgevoel kon gaan shoppen; mijn man foeterend ‘dat ik dat zeker al op voorhand wist, van die stomme outlet’ (écht niet). Bref: het regende, en ik ging. Bij de ingang van het enorme Prada-complex stond er een soort bakje, zoals dat ook bij de slager staat: je moet een nummertje trekken en dan je beurt afwachten tot je naar binnen mag. Alleen: er viel niets te beurten, want er was geen kat. De outlet – glimmend metalen wanden, enorme ruimtes – was verlaten, en ook qua aanbod was het niet al te spannend. De kleren waren gedateerd, de handtassen aan de saaie kant, en de mannenafdeling een zee van bruin en zwart.
Het winkelpersoneel was truitjes aan het opvouwen die al opgevouwen waren en de airco stond in die mate hoog dat ik gok dat het een noodpoging was om die lelijke boucléwollen jassen eindelijk verkocht te krijgen. Enfin: redelijke kommer en kwel, maar toen spotte ik de schoenenafdeling. Een zee van pumps, sandalen, loafers en slippers in alle kleuren van de regenboog, met glitters, veren, parels, fluweel en polkadots. Ik zag droomschoenen die ik ooit wilde, maar nooit kocht wegens te duur (nu: € 130!). Ik paste bonten slippers en zilveren muiltjes, en ik wist plots weer waarom Prada mijn lievelingsmerk is: de schoenen.
Eén Amerikaans meisje stond naast mij te passen – op haar T-shirt stond ‘gluten free’, dus ik vond haar instant vervelend.
Ze paste, maar vond niks goed. Ik vond alles goed, maar had mijn man bij me, dus koos twee paar, en liet ze naar de kassa brengen. “I’m sure it’s not real Prada quality”, sprak gluten free vóór ik ging afrekenen. Sommige mensen zijn nooit blij, zélfs niet in shoe heaven. Ik wel: volgend jaar ga ik terug op die godverlaten berg zitten. Wie het adres wil, mag het altijd vragen.