Column: Hoe Els Keymeulen erachter kwam dat je sommige dingen best online bestelt
Hoofdredacteur Els Keymeulen schrijft elke maand in Feeling over haar avonturen in modeland. Deze keer bracht ze een bezoekje aan het Kruidvat...
Satisfaction
“HEBBEN WIJ NOG SATISFYERS”, gilde ze door de winkel – of hoe je sommige dingen toch écht best online bestelt, als je niet wil dat iedereen weet dat je van een intiem pleziertje houdt.
Míjn intiem pleziertje heet het Kruidvat, die heerlijk chaotische planeet waar de bewoners rood dragen en het hoofd Inkoop geen knopen kan doorhakken. Onderbroeken? Doen we! Oreo’s en pantoffels en lipsticks en krultangen en fototoestellen en vaatwasblokjes? Willen we! Ik frequenteer die chaos graag – ik heb altijd wel iets nodig dat het Kruidvat om de hoek in de aanbieding heeft. Side note: ik ben een van die paar mensen die de ijselijk gillerige reclamespots uitzit om te weten wat er dit keer aan drie plus één gratis is.
Wachten en aanschuiven: twee van de saaiste concepten ter wereld, behalve bij Kruidvat
Laatst had ik sea salt spray nodig voor de zoon, die er zijn haar in een hoek van negentig graden mee op z’n hoofd kit en het volgens mij ook tussen z’n boterhammen sprayt: razendsnel is die bus weer leeg. Ik dus het Kruidvat binnen, samen met een honderdtal andere vrouwen (heeft iemand daar ooit al eens een mán gespot?). Dit keer was de wanorde er compleet, want kerst, dus er werd druk gerommeld tussen de schappen waar voetraspen zij aan zij liggen met Ferrero Rocher en inpakpapier. Het piepjonge personeel – in rode polo’s en met bijpassende roodaangelopen wangen van de stress – probeerde de rijen aan de kassa te managen, met matig tot geen succes. Het lijkt me een retailwetmatigheid: in een winkel die oogt als een marktkraam met chaos op rekken gestapeld, houden mensen het zelden netjes, en zijn ze ook niet geneigd zich aan regels te houden. Dus stond ik in een kassarij die geen rij was maar een uitdijende tros shoppers, met een rood mandje met zoutspray en schepsnoep om de arm, te wachten tot het mijn beurt was. Wachten en aanschuiven: twee van de saaiste concepten ter wereld, maar dat is dan buiten Kruidvat gerekend. Want plots, te midden de wanorde, riep de kassabediende naar geen enkele collega in het bijzonder: ‘HEBBEN WIJ NOG SATISFYERS’. Iédereen in de winkel kromde zijn nek, om te kijken wie de potentiële koper was van de Satisfyer: het bleek een vrouw van middelbare leeftijd, die met verschrikte blik haar schoenen aan het bestuderen was, en – ik voelde écht met haar mee – vast vurig hoopte dat de plaatselijke Kruidvat slachtoffer zou worden van een zinkgat. Helaas.
Er bleken nog Satisfyers. De rij gniffelde nog minuten na. En iémand z’n liefde voor het Kruidvat is over, gok ik.