Column: Els Keymeulen zat front row bij de Prada-show en kreeg bijzonder gezelschap...
Hoofdredacteur Els Keymeulen schrijft elke maand in Feeling over haar avonturen in modeland. Deze keer gaf een gekke buur onze hoofdredacteur bijna de slappe lach tijdens de Milaanse show van Prada.
In Korea, we say ‘Droes’
Haar lievelingsmerk was Droes van Noten, en ze maakte me hélemaal gek – een front row-verhaal.
Terwijl ik dit schrijf, is de modeweek van Milaan nét afgelopen. Zoals altijd is dat een rollercoaster van hoogtes – ik zag een prachtige Tod’s-show in het bijzijn van Baptiste Giabiconi, model en muze van Karl Lagerfeld – en laagtes –giétende regen op weg naar K-Way met water in de schoenen.
En dan is er Prada, die ene show waar ik elk seizoen speciaal naar uitkijk, omdat ik zó fan ben van de kleren en de schoenen en de tassen en de algehele vibe – zelfs een plekje achter een paal naast de toiletten kan me niet deren, als ik maar naar binnen mag. Euforie dus, want op de àllereerste rij zat ik, bij de Prada-show, en ik was extra vroeg gekomen omdat ik celebs wilde spotten en video’s wilde maken van de sfeer.
Uiteraard warende celebs in kwestie niét extra vroeg gekomen, dus ik zat een beetje te scrollen op mijn telefoon toen er een chique, wat oudere Aziatische vrouw voor me opdook, met een streng gezicht: ‘This is my seat’. Instinctief stond ik op, want ja – hoezo zat ik ook front row eigenlijk?
Ik excuseerde me en haalde mijn uitnodiging boven om te kijken waar ik dan wel zat, en ontdekte dat ik tóch goed had gelezen. Ik toonde de mevrouw mijn zitnummer, legde uit dat ik mijn stoel onterecht had afgestaan, en met een héle diepe zucht en een getuit mondje schoof ze een half plekje op. Ze bleek naast me te zitten. ‘Next time don’t take up two seats’ was haar vriendelijke feedback, en ik dacht: trut.
‘Next time don’t take up two seats’, was haar vriendelijke feedback
Zwijgend en behoorlijk ongemakkelijk zaten we een tijdje naast elkaar, ik hopend dat de show zou gaan beginnen, zij pleisters aan het plakken op de blaren op haar hiel. ‘You look German’, sprak ze plots in mijn oor. ‘Nee hoor’, antwoordde ik, ‘Ik kom uit België’. ‘Ah’, zei ze, ‘I love Germany’.
Deze mevrouw spoorde niet helemaal, dat was duidelijk, of misschien zaten we met een taalprobleem, maar haar Engels was best goed. ‘Waar kom jij vandaan?’, vroeg ik, meer uit beleefdheid dan uit interesse, en ze keek alsof ik naar haar behamaat vroeg. ‘You cannot guess?!’ Ik zei van nee, ergens Azië, en plots riep ze, alsof haar computer de info nu pas had verwerkt: ‘Belgium! I love Droes Van Noten!’.
Ik slikte een lachbui in: ‘Dries. DRIES Van Noten’. Ze besloot me te negeren: ‘Droes is amazing, my favorite pants are all Droes’.
De lichten gingen uit – de show zou starten. Ik dankte de modegoden voor deze excellente timing: kon ik in alle duisternis mijn lach loslaten. ‘NO’, zei ze, vlak voor het eerste model de catwalk opdraaide: ‘In Korea we say Droes’.