Column: “De juiste outfit geeft me het lef dat ik van nature niet heb”
Chef-mode Els Keymeulen schrijft elke maand in Feeling over haar wedervaren in modeland. Het zal je misschien verbazen, maar zelfs bij mode-experts komt daar nog steeds een beetje onzekerheid bij kijken...
‘Dresscode: cocktail’ stond er op de uitnodiging, en na al die jaren stel ik me daar nog steeds voornamelijk een martiniglas bij voor. Ik ben niet goed in codes, en al zeker niet in subjectieve die je niet kunt memoriseren door de betreffende letter-cijfercombinatie vijftig keer in je hoofd af te rammelen. Wat ís dat eigenlijk, ‘cocktail’. Sneakers zijn het niet, dat weet ik, hoewel sommige sneakers vandaag vele malen luxer en duurder zijn dan een paar klassieke pumps. Een jeans is het ook niet, ondanks het feit dat ik een rechte blauwe jeans met hakken en klassieke blazer een van de meest stijlvolle looks uit de kast vind. Een lange jurk is dan weer too much en veeleer ‘ black tie’, die andere dresscode waar het zweet me van in de handen gaat staan.
De juiste outfit geeft me het lef dat ik van nature eigenlijk niet heb
Je moet weten: mijn talent is dat ik heel goed kan doen alsof ik een zelfzeker, extravert en zorgeloos persoon ben op feestjes, terwijl ik achter de schermen drie diazepam moet slikken om überhaupt de uitnodiging te durven openen. Het heeft te maken met grote aantallen onbekende mensen van wie ik niet vooraf weet of ze a) zich nog wel gaan herinneren dat ze me uitgenodigd hebben en b) wel tegen me willen praten. Als ik een vriendin of collega bij me heb, lukt het prima, maar weten dat ik alleen naar een groot event moet, vind ik altijd weer even stresserend. In zo’n geval zijn kleren voor mij een enorme houvast. Ik weet waar ik mee sta en de juiste outfit geeft me net dat duwtje om me toch op onbekend terrein te begeven, kin omhoog en borst vooruit. Ik meen het als ik zeg dat de juiste outfit me kalmeert, zelfvertrouwen geeft en lef bezorgt dat ik van nature eigenlijk niet heb. Mensen kunnen dat oppervlakkig vinden, maar mijn relatie met kleren is waarachtig, en belangrijk – bijna net zoals de relatie met een goede vriendin. Om die reden zakken moed en goesting me altijd in de schoenen als er een dresscode op de invite staat vermeld: ik besef dan dat ik niet gewoon mijn favoriete look kan samenstellen; ik moet nádenken, en passen in het geheel.
‘Dresscode: cocktail’, stond er dus op het kartonnen kaartje, in sierlijke letters en een tikje dwingend: ik besloot een zwarte korte jurk te passen met platte schoentjes eronder en keurde vervolgens mijn probeersel af wegens te tuttig. Ik probeerde een pak (te winters), een rok met blouse (te schools), een jeans met blazer ( I wish) en ook maar eens diezelfde korte jurk met hakken (te goedkoop). Eindeloze berg kleren en een lang verhaal later: ik arriveerde op het event in een lange polkadotjurk met epauletten, bordeaux muiltjes en bijpassend bonzend hart, ontdekte dat sommige vrouwen gewoon wél in jeans waren gekomen en weet nu zeker waarom de dresscode cocktail heet: bij aankomst heb je een cocktail nodig. En snel.