Column: hoe Els Keymeulen met een celeb in de limo kroop zonder het te weten
Hoofdredacteur Els Keymeulen schrijft elke maand in Feeling over haar avonturen in modeland. Deze keer belandde ze in een limo met een bekende singer-songwriter.
½ Kaulitz
Op Netflix loopt de realityreeks Kaulitz & Kaulitz, over de Duitse tweelingbroers die samen popsensatie Tokio Hotel vormen. Een kleine twintig jaar geleden waren ze razend populair; vandaag is de ene getrouwd met topmodel Heidi Klum en zoekt de andere – Bill – nog steeds naar liefde en de zin van het bestaan. Althans, dat leer ik dus uit die Netflixreeks, die best verslavend is. De reden dat ik ben beginnen kijken is deze: ooit zat ik samen met 50% van Tokio Hotel in een fonkelende limousine. Dat ging zo. Op het hoogtepunt van hun roem kwamen de broers Kaulitz vaak naar mode-events; een van die events was de groots opgezette Studio-show van H&M, in Parijs. Na de show had The Weeknd opgetreden, er was een zot feest aan de gang, maar ik wilde naar huis.
Ik stapte in en een gepiercete jongeman in een glitterpak vroeg of hij mee kon
Aan de uitgang reden limo’s aan en af richting hotel waar we met z’n allen gelogeerd zaten, The Westin. Ik stapte in en een gepiercete jongeman in een glitterpak vroeg of hij mee kon. ‘Plek zat’, zei ik, ‘stap in’. We hadden een gesprek over kleren en The Weeknd en toen we bijna bij het hotel waren, zei hij, in zijn hoekig Duits-Engels: ‘Ik moet iets vertellen’. ‘Oh’, zei ik ‘Wat dan?’. Hij: ‘Ik ben een soort van beroemd’. Ik weet nog dat ik lachte en dacht: in Duitsland ja. Ik zei: ‘Waarvan dan?’. Hij: ‘Ik zing in een groepje dat To...’ en toen waren we er, aan de ingang van The Westin. Er stonden hónderden mensen voor de draaideuren – bakvissen en hun moeders. Hij zuchtte en zei: ‘Sorry. Die staan hier voor mij. Die gaan zo meteen heel luid roepen’. Ik vroeg wat ik moest doen, of hij wilde dat ik al uitstapte? Hij vroeg de chauffeur nog een rondje te rijden – hij was niet klaar; had niet zoveel volk verwacht. Hij zei dat het een mysterie blééf, hoe iedereen altijd wist waar hij logeerde. Hij vroeg of we samen konden uitstappen, dat ging helpen. En ook: ‘We moeten lópen, anders wordt het een probleem’.
Toen we opnieuw voor de ingang van The Westin stonden, namen we een selfie. De autodeur ging open, hij stak z’n hoofd naar buiten, en een verzameling tienerkelen ging open. ‘Tokio Hotel’, zei hij in de lift naar onze kamers. ‘Daar zit ik in. Leuk je te leren kennen. Ik ben Bill.’