Binnenkijken bij ontwerper Stephanie D’heygere: “Ons appartement is onze cocon”
Van oorbellen waar je een bloem in kwijt kunt tot een sjaal die een paar mouwen is: alles kan een accessoire zijn. We treffen ontwerper Stephanie D’heygere in Parijs, in volle vrijheid.
“Twaalf jaar geleden ben ik hier aangekomen om een stage te doen bij Lanvin. Als kind droomde ik er al van om in het buitenland te wonen. Al had ik toen iets ‘exotischer’ in gedachten dan Parijs, want zo ver weg is dat nu ook weer niet. Maar na Lanvin volgde een job bij Maison Margiela, en uiteindelijk ben ik gebleven. Ik heb hier mijn plaats gevonden, mijn vriendenkring en sinds kort ook mijn vriendje (de chef Mathieu Canet, red.). En mijn professioneel netwerk. Parijs blijft centraal voor de modewereld. Zowel met mijn eigen label als voor mijn freelance werk zit ik hier goed. Het is een prachtige stad, rijk en soms overweldigend, je wordt constant geprikkeld. Maar het is ook een harde stad, vuil en chaotisch, met veel armoede en veel miserie op straat.”
Stephanie D’heygere is net verhuisd naar een groter appartement. “Wat een zoektocht was dat. En dan die administratie, eindeloos.” Haar thuishaven is nog niet helemaal ingericht zoals ze wil, maar het is al een gezellige plek, met witte muren, grote ramen, veel boeken en een grote comfortabele sofa om in te lezen. “Mijn vorig appartement was erg druk, misschien wel té druk. En hier woon ik niet alleen, ik wil ook rekening houden met de eisen van mijn vriend. Het zou een plaats moeten zijn waar we tot rust komen, en die ons energie geeft.”
Boeken en blikvangers
Stephanie leeft met boeken. “Ik wandel graag door Parijs, liever dan de metro te nemen. Vaak ontdek ik dan een boekenwinkel, een zaak met vintage design of een brocanterie in een straat die ik nog niet kende. Ik kan er zelden voorbijwandelen zonder iets te kopen. Voor boeken heb ik een zwak. Mijn bibliotheek bestaat uit modulaire elementen: Stack van studio MOTO, Belgisch design.”
Blikvangers in het interieur zijn de lampen. “Lampen zijn mijn dada”, zegt Stephanie. Eén exemplaar blijkt van papier, ze is van Ingo Maurer. Dan is er ook nog een grote aardbei – of is het een appel? – van muranoglas. En de bloemenlampjes, groot en klein, die doorheen de kamer verspreid zijn.
‘Alles kan een accessoire worden, dat is de manier waarop ik naar de wereld kijk’
Stephanie: “Ik houd van de schoonheid van het alledaagse, van ogenschijnlijk simpele objecten waar je een twist aan geeft, waar een verhaal en een concept achter zit. Maar uiteraard wil je niet in een showroom leven. Ons huis moet ook gewoon gezellig zijn. Het is onze cocon. Al sluiten we ons er niet in op. Mathieu is chef en we nodigen vaak vrienden uit om te komen eten.”
De volledige vrijheid
Van de luchtige elegantie van Lanvin, toen onder leiding van Alber Elbaz die zichzelf niet te au sérieux nam, naar Martin Margiela, de filosoof van de mode die elk concept op zijn kop kon zetten. (Martin Margiela is de mede-oprichter van Maison Margiela dat voor zijn vertrek Maison Martin Margiela heette, red.) D’heygeres stijl zit daar perfect tussenin en is zowel ludiek als conceptueel en esthetisch.
‘Het is misschien het enige wat ik in Parijs een beetje mis: die typsich Belgische zelfspot’
“De stage bij Alber Elbaz was top. Ik kreeg er de opdracht om aan een collectie zonnebrillen te werken en besefte wat ik eigenlijk al langer voelde: accessoires liggen me beter dan kleding. Wanneer je kleding ontwerpt, ben je gebonden aan het lichaam. Als je accessoires maakt, ben je volledig vrij. Geen beperkingen. Je moet uiteraard in drie dimensies denken, maar verder is er veel mogelijk. Het functionele aspect dringt zich ook minder op. Ik vind accessoires ontwerpen fantastisch. Toen het aanbod kwam om me bij Maison Margiela specifiek daarop te concentreren, heb ik niet geaarzeld. Wat een fantastisch werk heeft Margiela geleverd! Al heb ik er lang over gedaan om dat te ontdekken, want vreemd genoeg wist ik weinig over hem. Voor veel academiestudenten was hij het grote idool, maar ik heb pas beseft hoe belangrijk hij was toen ik voor hem werkte. Wat een archief, wat een rijkdom. Het was volledig mijn ding. Abstract denken, telkens vanuit de basis vertrekken, vanuit het idee. Conceptueel en tegelijkertijd heel spontaan. En elke keer weer iets neerzetten zonder logo, wat toch herkenbaar is. Een uitdaging. Martin was helaas al vertrokken, maar zijn rechterhand Nina (Nitsche, red.) was er nog. Ik heb er vier jaar gewerkt en veel geleerd. Demna Gvasalia (later Balenciaga en VETEMENTS) en Matthieu Blazy (later Bottega Veneta) maakten deel uit van het team. Het was een boeiende periode.”
Surrealisme en absurditeit
De speelse, surrealistische toets die je in veel van D’heygeres juwelen vindt, is ook in haar interieur aanwezig. Het spiegeltje aan de muur dat een achteruitkijkspiegel is. “Dat is een werk van Adam Cruces, een naar Europa uitgeweken Amerikaanse kunstenaar. Uit zijn Horsepower-collectie.” De vazen van Gaetano Pesce die van delicaat glas lijken, maar eigenlijk puur plastic zijn. De lamp die een vaas is (of is het omgekeerd?) van Max Ingrand. Een stuk geroosterd brood dat rond-slingert, maar dus ook een kunstwerk is, van Vincent Olinet. En een pak speculoosjes, van keramiek dan wel, van Valérian Goalec.
Stephanie: “Het is zo’n cliché om het over België en surrealisme te hebben. Maar ik houd van objecten met een twist, van een mooi idee, van een concept. Kunst inspireert me, vooral installaties en performances. De Ready-mades van Marcel Duchamp zijn een voorbeeld. Objecten die je uit hun context haalt, waaraan je één element verandert en die daardoor een andere inhoud krijgen. De Rhythm 0-performance van Abramović waarbij ze bezoekers uitnodigt om 1 van de 72 objecten van een tafel te nemen – een roos, veer, mes, brood, geweer, schaar, druiven... – en haar ermee te beroeren. Sommigen streelden haar met de roos, maar ze werd ook gesneden en kreeg het geweer tegen haar hoofd gedrukt. Of de One Minute Sculptures van Erwin Wurm, geweldig. Hij plaatst een object in de ruimte, zet bijvoorbeeld een emmer op de vloer van de galerie en nodigt de bezoeker uit om iets met die emmer te doen. Je zet ‘m op je hoofd en plots maak je deel uit van een kunstwerk. Vooral zulke zaken spreken me aan en inspireren me. Marcel Broodthaers, René Magritte, Guillaume Bijl, Wim Delvoye... We hebben in België wel wat voorbeelden van surrealistisch en absurd denken. Het is misschien het enige wat ik in Parijs een beetje mis: dat typisch Belgische gevoel voor humor, dat vol zelfspot of zwartgalligheid kan zijn. Fransen lachen niet zo makkelijk met zichzelf.”
‘Ik houd van ogenschijnlijk simpele objecten waar je een twist aan geeft’
Het is een moeilijk evenwicht: humor in de mode. Stephanie: “Ik lach erg graag, ook met domme mopjes. Maar uiteindelijk lever ik een commercieel product dat speels en ludiek mag zijn. Al is dat altijd op een subtiele manier. Het eindresultaat mag nooit belachelijk worden. Dit seizoen heb ik een hoed gemaakt. Heel mooi, van konijnenvilt. Maar ik wist zeker dat hij niet zou verkopen, want het lijkt alsof je een terracotta bloempot op je hoofd zet. De pers vond ‘m dan weer prachtig. Af en toe moet je als ontwerper wat tegen de grenzen aan duwen.”
Alles is een accessoire Het is niet moeilijk om van de Readymades de brug te leggen naar Stephanies eigen Manifesto: ‘Alles kan een accessoire zijn’. Een vogelkooi kan een handtas worden. Een leeg doosje Kleenex wordt een schoen. Een cd wordt een hanger. Het herinnert me aan dat lievelingsjuweel van kinderen: twee kersen die een oorbel worden.
Stephanie: “In mijn hoofd kan alles een accessoire worden, dat is de manier waarop ik naar de wereld kijk. ‘Anything can be an accessory.’ De alledaagse realiteit levert massa’s mogelijkheden. Ik heb die slogan de wereld ingestuurd en fantastische foto’s teruggekregen. Het plan is om ze in een boek te bundelen.”
Veel van haar accessoires zijn simpel en tegelijkertijd briljant. Ze genereren haast altijd een ei-van-Columbus-gevoel. Waarom hebben we daar niet eerder aan gedacht? De oorringen waar je binnenin gedroogde bloemblaadjes kunt steken. De ring waar als ‘steen’ het juwelendoosje bovenop staat. De riem waarop je een lucifer kunt aanstrijken.
Stephanie: “Ik heb geen moeite met het vinden van ideeën. Het schiften vind ik het belangrijkste werk: wat is echt een goed idee? Alles is een work in progress. Een ontwerp is nooit af, want het leidt altijd weer tot nieuwe variaties. Heel vaak vertrek ik van het juweel zelf: wat is een ring? Wanneer is een juweel niet langer een ring, maar iets anders? Een ring met een pinnetje erop wordt een oorbel. In alles zie ik mogelijkheden.”
Een achteruitkijkspiegel, een ei als deurstop of een toast die geen toast is; een interieur met een surrealistische inslag.
À la Rihanna
Haar accessoirecollectie bestaat nu vijf jaar, en hoewel ze nog niet dé bekende naam is bij het grote publiek, hebben tal van sterren Stephanie D’heygere al ontdekt. Doja Cat droeg verschillende hoepeloorringen en de Pearl Necklace. Dua Lipa had een Holder Baguette onder de arm. Rihanna stak rozen in haar Canister Hoops. Lily-Rose Depp, Timothée Chalamet, Juliette Binoche… Allemaal appreciëren ze het onmiddellijke effect van de statement pieces.
Stephanie: “Een andere slogan van mij is ‘Accessorize your accessories’. Doe er iets mee, gebruik je fantasie. ‘Put the fun in functional’. Je hebt geen honderd oorbellen nodig. Koop één paar dat je de vrijheid geeft om ermee te experimenteren en je komt al een heel eind ver. Amuseer je een beetje met je accessoires, dat is misschien mijn belangrijkste boodschap.”
Wie is Stephanie (40)?
• Groeide op in Kortrijk.
• Studeerde in 2009 af aan de Antwerpse Modeacademie.
• Werkte bij Jeremy Scott in Los Angeles en bij de Castelbajac, Courrèges, Jean Paul Gaultier, Dior, Lanvin en Maison Margiela in Parijs.
• Stichtte in 2018 haar eigen accessoirelabel.
• Werkt als juweelontwerper voor Y/Project, Jacquemus en Diesel.
• Deed projecten met GENTLE MONSTER en Longchamp.
• Verkoopt haar ontwerpen wereldwijd in meer dan 25 verkooppunten, zoals Nolm in Sydney, Addicted in Seoul en The Four-Eyed in Tokyo. Dheygere.com
Meer wonen
Door Lene Kemps. Beeld: Merlin Meuris.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier