Binnenkijken in het kleurrijke huis van modeontwerpster Eva-Maria Bogaert
De bakstenen sixtiesarchitectuur was het blanke blad waar modeontwerpster Eva-Maria Bogaert de colorist in zich op losliet. Het werd een speelse compositie, een bont warm nest.
Toen een mooi huis in het West-Vlaamse Varsenare (Jabbeke) te koop kwam, keerden modeontwerpster Eva-Maria Bogaert en haar man Pieter Van Hoestenberghe terug naar hun roots. Hoewel ze liever nog wat langer in Gent waren blijven plakken, koesterde het koppel al al lang een voorliefde voor het moderne bakstenen huis van de vrienden van Van Hoestenberghes ouders. Bovendien begon het pendelen tussen Gent en het notariaat in Jabbeke, waar Van Hoestenberghe werkt, te wegen.
“De vriend, Hendrik ‘Rik’ Scherpereel, wist gelukkig dat Pieter het huis geweldig vond en heeft ons meteen gecontacteerd toen hij het van de hand wilde doen. Niet alleen de architectuur, maar ook de achterliggende tuin met een weids uitzicht over de velden trok ons aan. Hoewel ik zelf ook van hier afkomstig ben, heb ik het huis pas tijdens dat eerste bezoek volledig ontdekt”, vertelt Bogaert.
Scherpereel heeft het huis in de jaren zestig zelf ontworpen. Voordien werkte hij bij Arthur Degeyter, de Brugse architect die bekendstaat om zijn leefbare variant van het radicale modernisme. Bakstenen volumes, betonnen details, houten plafonds, een natuurstenen vloer en het steile lessenaarsdak bepalen het interieur. Dat dak geeft een interessante spanning aan de ruimtelijke beleving. Zo kom je binnen in een hal die zich uitstrekt over twee verdiepingen, inclusief hoge exotische planten, en loopt het dak geleidelijk aan af tot op het niveau van de grote raampartijen aan de tuinzijde. Dat geeft de ruimte tegelijk een weidsheid en een intieme geborgenheid.
Terwijl de benedenverdieping met de ruim bemeten leefruimtes en het voormalige kantoor profiteren van die ruimtelijkheid, is de lagere, en daardoor intiemere bovenverdieping tot een minimum beperkt. Die ruime benedenverdieping zorgt er ook voor dat de bewoners zich op verschillende plekken in het huis kunnen neervlijen en zo steeds in een andere sfeer terechtkomen. “Als we bezoek over de vloer krijgen, luidt de vraag steevast of we zullen aperitieven in ‘de Ardennen’. Dat is de intussen ingeburgerde bijnaam voor onze knus ingerichte bibliotheekruimte met reissouvenirs en opgezette dieren aan de openhaard.
Later verplaatsen we ons naar het andere deel van de woonkamer of trekken de kinderen zich terug in de afgesloten tvkamer”, vertelt Bogaert. “Ook door de tuin heen reizen we op het ritme van de seizoenen: in de lente zitten we graag op het terras aan de keuken, later op het jaar verhuizen we naar het terras voor de woonkamer. Of nemen we plaats op onze sculpturale zittoren van BuzziSpace midden in de boomgaard. Die vormt de ideale plek voor een apero met vrienden, maar de kinderen vinden het ook fijn om de toren om te vormen tot één groot kamp.”
Klaar voor de toekomst
Toen Bogaert en Van Hoestenberghe het huis in 2013 kochten, gaven ze er een persoonlijkere draai aan. Daarvoor namen ze het Gentse Doorzon Interieurarchitecten onder de arm. “Het toeval wil dat interieurarchitecte Caroline Lateur ook van hier afkomstig is. Bovendien tipte Peter-Jan Scherpereel, zoon des huizes, vriend en medeoprichter van keukenmerk PJ Mares, dat bureau omdat hij vermoedde dat het een goede match zou zijn met onze stijl”, vertelt Bogaert.
Met ingrepen als een zonneboiler en zonnepanelen maakte Doorzon Interieurarchitecten het huis technisch klaar voor de toekomst, maar ook binnenin namen ze enkele ruimtes onder handen. Zo vormden ze het voormalige architectenkantoor om tot een logeerkamer annex badkamer en leefkamer – wat op termijn een aparte woonunit zou kunnen worden binnen het concept van een kangoeroewoning–, tekenden ze een nieuwe keuken én een nieuwe badkamer.”
Raamkozijnen in felle kleuren
“Anders dan vroeger is de keuken nu naar het terras aan de zijgevel van het huis georiënteerd. Dat de sporen van de vroegere keuken nog zichtbaar zijn, stoort me niet. Daarnaast maakten we een driehoekige snede in de wand, zodat er ook meer contact is tussen de keuken en de woonruimte”, vertelt Bogaert. “Qua vorm wilde ik een organische keuken, waarbij ik op verschillende plekken met mijn heup makkelijk tegen het werkblad zou kunnen leunen. Daardoor kreeg het werkblad de vorm van een ijsje. De ‘bollen’ vormen een eiland, waaraan we met ons vieren kunnen ontbijten. Het betonnen werkblad dankt haar witte kleur aan het toevoegen van carraramarmerpoeder. Na tien jaar ziet het er nog perfect uit. Voor de kastjes kozen we een combinatie van grasgroen en spiegelfolie, die je ook op de deur naar het vroegere architectenkantoor terugvindt.”
Hier en daar verspreid over de woning schilderde Bogaert de raamkozijnen in felle kleuren zoals geel, blauw en appelblauwzeegroen. Het bruine tapijt op de trap en de bovenverdieping werd vervangen door een zachtgroen exemplaar, maar aan de indeling en de inrichting van de kamers veranderde niets. Enkel de badkamer op de bovenverdieping kreeg een kleurrijke make-over. “In overleg met Doorzon plaatsten we de spiegelkastjes naar achteren en voorzagen we een lange wastafel met een dubbele lavabo in hetzelfde zachtgroen van het tapijt. Voor het bad tekende ik een organische vorm die we uitwerkten in fluogeel polyester. Zo ben je meteen vrolijk wakker. Toen de kinderen klein waren, konden we er zelfs met vier in. Nu is het een tête-à-têtebad voor Pieter en mezelf”, vertelt ze.
Als een schilderij
Waar haar liefde voor kleur vandaan komt? “Daar heb ik eigenlijk nog nooit over nagedacht”, antwoordt Bogaert. “Wel herinner ik me dat ik dertig jaar geleden verzot was op de pas geopende Hema-winkels vanwege hun kleurrijke spullen. Tijdens mijn opleiding schilderkunst noemden docenten me ‘een coloriste’. Ik hou van kleur, omdat je er een bepaalde sfeer mee kunt creëren. Zo verander ik steevast de inrichting en het kleurenpalet van onze leefruimte op basis van de seizoenen, net als de indeling. In de winter staat onze sofa naar de haard gericht, tijdens de lente draaien we hem richting de ontluikende tuin”, vertelt ze. “Ik hou niet van sleur. Net als bij een kunstwerk speel ik in ons interieur met vorm, compositie, textuur en kleur. Ook als ontwerpster ga ik zo te werk. Mijn creaties en onze leefruimte ademen dezelfde sfeer uit. Mijn verhaal loopt door.”
Intussen woont het gezin bijna tien jaar in Varsenare. Hoewel ze daar nog altijd geen spijt van heeft, mist Bogaert het stadsleven soms wel. “Ik mis de spontane sociale contacten en de context waarin altijd iets nieuws te ontdekken valt. Tegelijk hebben we geleerd om bewust mensen bij ons thuis uit te nodigen, proberen we de auto zoveel mogelijk in te ruilen voor de fiets en maken de rust en ruimte me veel productiever.”
Meer binnenkijken:
- Binnenkijken in een prachtig sixties vakantiehuis in Oostduinkerke
- Binnenkijken in een historisch appartement in hartje Milaan
- Binenkijken in het kleurrijke huis van Sophie Helsmoortel
Tekst: Eien Haentjens – Beelden: Luc Roymans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier