© Rutger Beckers

48 uur in Venetië: “Dit is de mooiste, meest romantische stad ter wereld”

Els Keymeulen

Venetië zet aan tot grote emoties. De wirwar van straatjes, kanalen, palazzo’s en bruggen: de stad laat je geloven in romantiek, dramatische Italiaanse gestes en eindeloze zomers.

Aankomen in Venetië voelt een beetje als arriveren in een ander tijdsgewricht. Plots rijden er geen auto’s meer; er weerklinkt geen getoeter, er zijn geen uitlaatgassen. Op het water is het een en al bedrijvigheid: gondels met toeristen volgen elkaar snel op, een bootje levert een stapel matrassen aan een hotel, een groentekraam drijft voorbij. Venetië is met niks vergelijkbaar, ruikt als geen énkele andere stad, leeft op een ander ritme en ademt grandeur. Hier en daar vergane grandeur, dat wel: het water is tegelijk troef en gesel en dat mérk je, zelfs als toerist. Maar hier aankomen is even uit de realiteit van iedere dag stappen. In ons geval eindigt die dagelijkse realiteit letterlijk aan de luchthaven: we stappen aan de watertaxiterminal in een bootje dat ons rechtstreeks naar ons hotel brengt, een hotel dat eigenlijk een eiland is.

9u30: Logeren op een privé-eiland

San Clemente Palace is een super-de-luxe vijfsterrenhotel op een privé-eiland op tien minuutjes varen van het San Marcoplein. Centraal op het eiland ligt de San Clementekerk uit de twaalfde eeuw; een herinnering aan het klooster dat hier ooit een onderkomen vond. Vandaag wordt het eilandje ingenomen door het hotel met aanpalend park, een zwembad, drie restaurants en drie bars, een tennisveld, een golfterrein en een wandelpad dat het hele complex omgeeft.

Ik bedenk me dat ik amper een uur in Venetië misschien al de meest romantische plek heb gevonden

Het valt aanvankelijk niet zo op, maar wanneer we na een drukke dag in Venetië het (gratis) bootje nemen naar het hotel, voel je hoe je de hectiek van de stad achterlaat en aankomt op een plek van pure rust. Het is hier stil en uitgestrekt. Hier is er lucht, groen en plaats. Eigenlijk alles wat er in de stad niet is, en dat maakt dit hotel zo’n fantastische uitvalsbasis. Je betaalt natuurlijk voor die rust, maar dát heet dan luxe. Aan alles is bovendien gedacht: het bootje vaart uit tot in de late uurtjes, dus wie na het diner nog even snel snel de stad in wil, kan dat. Het ontbijt is royaal, de kamers zijn oldskool luxueus, met zicht op het water. De bediening is áf en de conciërge is een reisgids op zichzelf.

© Rutger Beckers

11u00: Op zoek naar romantiek met een hoek af

Je hebt in de stad de grote landmarks – van Rialto tot San Marco – die perfect kunnen dienen als oriëntatiepunt, maar je wilt er niet te lang blijven hangen. De rest van de stad is vaak verrassend rustig, met terrassen waar een koffie geen 7 euro kost. Onze eerste stop is de Libreria Acqua Alta, mogelijk de mooiste boekenwinkel ter wereld. De shop zit prop- en propvol met een mix van moderne en antieke boeken, postkaarten, kalenders, posters, stadsplannetjes en meer. Er staan ook een paar gondels binnen – volgestouwd met meer boeken – en buiten in het openluchtgedeelte liggen nog meer boeken opgestapeld tot tegen een muurtje.

© Rutger Beckers

Ik bedenk me dat ik na amper een uur in Venetië misschien al de meest romantische plek heb gevonden. De buurt rond de boekenwinkel bulkt van de kleine boetieks en souvenirshops, dus het is prettig ronddwalen in de omliggende straatjes. Maar wij hebben een plan: we willen naar de Joodse wijk, op zoek naar koelte en een rustig pleintje om te lunchen. Het Cannaregio-district is de thuis van de Joodse gemeenschap: The Ghetto, zoals de buurt wordt genoemd, is de oudste Joodse wijk ter wereld. In dit getto zitten tal van synagoges, koosjer slagers, bakkers en restaurants en winkeltjes met Joods geïnspireerde spullen. Het Joodse Museum – met bewaking voor de deur – vertelt de geschiedenis van de Joodse gemeenschap hier.

We gaan lunchen op de binnenkoer van Gam Gam, een bekend restaurant dat Joodse klassiekers serveert, van hummus en falafel tot gegrilde vis. Wie van Bokertov in Antwerpen houdt, vindt dit vast de max. Stap zeker ook een Joodse bakkerij binnen (zoeken hoeft niet: je ruikt de gebakjes al van ver) en proef een van de mierzoete koekjes. Ook dat is romantisch: samen volhangen met poedersuiker.

© Rutger Beckers

14u00: Peggy & Prada

Een van mijn favoriete musea ter wereld ligt in Venetië: The Peggy Guggenheim Collection. Het museum huist in haar eigen Venetiaanse woning Palazzo Venier dei Leoni, aan het Canal Grande, en huisvest haar persoonlijke collectie, met onder andere stukken van Dalí, Picasso en Mondriaan. Er is de vaste collectie, er zijn wisselende expo’s, en dan is er natuurlijk het gebouw zelf. Een indrukwekkend palazzo met tuin vol sculpturen, en met een terras dat uitgeeft op het Canal Grande. Er is een museumbar, waar je écht goed kunt lunchen, en een bijzondere plek is het stukje tuin waar Guggenheim samen met haar hondjes – veertien stuks – begraven ligt. Op voorhand reserveren is een must.

© Rutger Beckers

In een ander historisch palazzo aan het Canal Grande huist de Venetiaanse tak van Fondazione Prada, een instituut gewijd aan moderne kunst en cultuur. De Fondazione speelt een belangrijke rol in de Biennale van Venetië, maar er zijn doorlopend expo’s en installaties te bewonderen. Wij gingen – op het moment dat een klepper van een hittegolf Italië geselde – kijken naar Everybody Talks About the Weather, een expo die draait rond klimaatverandering en de impact op ons dagelijkse leven. Nog tot eind november te bezoeken.

Het moet zijn omdat Venetië het uiterste van je vraagt – zoveel te zien en te doen in zo weinig tijd – dat koffie er een ding is. Er zijn heel veel plekjes waar je goede, sterke koffie kunt drinken, maar Sullaluna is mijn favoriet. Je bestelt er cappuccino en drinkt die op aan het water of je snuistert binnen tussen prachtige Italiaanse (kunst)boeken. Aanrader (en de koffie is góéd).

© Rutger Beckers

17u00: Zoektocht naar de beste cicchetti

Onze hotelconciërge had laten weten dat rond 17 uur zowat elke bàcaro, een traditionele bar, zijn toog vult met cicchetti (spreek uit: tjiketti). Dat zijn typisch Venetiaanse tapas die het best passen bij een aperol of een bellini en 1 of 2 euro kosten per stuk. Wat je moet weten: de beste cicchetti eet je niet in chique restaurants of hippe bars. Je moet op zoek naar adressen die er een tikje onbestemd uitzien, zonder chic terras voor de deur en met donker, haast antiek interieur. Die bars zitten doorgaans afgeladen vol met locals en toeristen die de juiste tips hebben weten te bemachtigen. Na wat zoeken, proeven, testen en afwegen, is het duidelijk: dit zijn de beste drie cicchetti-plekken van de stad:

© Rutger Beckers

Cantina Do Mori is een donkere bar met koperen potten aan het plafond en enorme wijnvaten waaruit je glas wijn wordt getapt. In een glazen kast op de toog staan de cicchetti van de dag (stokbroodjes belegd met heerlijke charcuterie en kazen) tramezzini (sandwiches met hartige, huisgemaakte vulling) en gefrituurde hapjes met kaas, vis of vlees. Er is een enorme wijnkaart: elk glas kost 6 euro.

Met de haren in de wind vaar je langs San Marco, zie je toeristenboten passeren en merk je beter dan ooit: hier gebeurt álles via het water

Arcicchetti Bakaro is een bar met roestig terras zonder enige franje. De toog staat vol met heerlijke tapas die ter plaatse bijgemaakt worden, want het gaat hier snel. Kom op tijd als je een plekje buiten wilt.

Bar All’Arco zit goed weggestopt in een van de vele kleine steegjes van Venetië, heeft een paar houten klapstoelen buitenstaan en de beste gegrilde octopus van de stad. Bij mooi weer staan de klanten gewoon op straat, met hun bordje in de hand. Héérlijke sfeer hier.

21u00: 18.000 stappen op de teller and counting

Op een bloedhete dag (40 graden Celsius) zowat de hele stad afstappen: het kan, maar dan ben je ’s avonds wel morsdood en maak je domme beslissingen. Het is te zeggen: wij hadden een reservatie in het oudste restaurant van de stad, met een terras op het water én goede reviews. Alleen moet je bij het reserveren goed nadenken aan welke kant van het water je restaurant ligt: als je het Canal Grande moet oversteken, heb je na 21 uur namelijk een probleem. De oversteekbussen vallen vanaf die tijd stil, en ook de gondels houden ermee op. Enige optie is dan een peperdure privétaxi boeken, maar dan wordt je diner wel heel duur. Wij bellen dus noodgedwongen af, want de dichtste oversteekbrug was meer dan een half uur stappen. Wie wél tot bij Antica Trattoria Poste Vecie raakt, mag altijd laten weten hoe het was.

9u: Eilandhoppen

We hebben een boot gereserveerd om ons naar Murano (een kwartiertje varen) en Burano (nog eens een halfuur verder) te brengen en de hoofdreden is een sterrenrestaurant, maar daarover later meer. Ik kan jullie vertellen: de reis is de helft van de pret. Met de haren in de wind vaar je langs San Marco, zie je toeristenboten passeren en merk je beter dan ooit dat Venetië een stad is waar álles via het water gebeurt: de aanvoer van waterflessen, de ophaling van stadsvuil – we zagen zelfs een boot vol ingepakte schilderijen voorbijvaren.

© Rutger Beckers

Onze eerste stop is Murano, het eiland-van-het glas, en daaraan valt niet te ontsnappen: onze boot meert aan aan een glasblazerij. Het is ons onduidelijk of de vier mannen rond de hete oven écht een vaas aan het blazen zijn, of elke keer er een bootje aanmeert doen alsof. Maar hoe dan ook: dit oude ambacht is een harde stiel, want de hitte in de blazerij is amper te harden. Het stadje zelf is klein en élk winkeltje is een glaswinkeltje. Het is niet evident om rommel van kwaliteit te onderscheiden. Als we het vragen aan een local ter plaatse, raadt die aan gewoon op de prijzen af te gaan. Oké dan. Na een uurtje Murano ben je wel rond, al kun je ook hier lekker, gezellig en betaalbaar eten in een van de vele restaurantjes aan de waterkant.

© Rutger Beckers

Burano is, het mag gezegd, het beter geslaagde zusje van Murano. Groter, met een heus plein dat barst van de winkelstalletjes en bars. Met zijn iconische regenbooghuizen, het ene al mooier dan het ander. Overal hangt was te drogen, alsof het hier nog niet romantisch genoeg is. En wat glas is voor Murano, is kant voor Burano: overal zie je hier kantwinkels, met een variatie van moderne en antieke kantwerkstukken. De beroemdste kantwinkel van de stad is La Perla, met een groot aanbod antiek, handgeweven kant. Sommige stukken worden bewaard in het donker, omdat ze anders uit elkaar zouden vallen.

© Rutger Beckers

Het is de eigenaar van La Perla die ons het verhaal achter Buranoen kant vertelt: ooit zou een visser, Nicola, gepresteerd hebben wat geen andere visser kon. Terwijl de andere mannen op zee een voor een faalden, was Nicola zó verliefd op zijn verloofde dat hij de lokroep van de sirenes kon weerstaan. De sirenen waren zo gecharmeerd door zijn trouw dat ze uit zeeschuim een cadeau voor hem maakten: een kanten sluier, om aan zijn verloofde te schenken op hun trouwdag.

© Rutger Beckers

Maar we zijn niet in Burano om sluiers te shoppen: wij komen af op de lokroep van Restaurant Venissa. Technisch gezien ligt het restaurant niet in Burano, maar op eiland Mazzorbo, één brug verwijderd van Burano. In de eerste plaats is dit een eeuwenoud wijndomein dat door de combinatie van hoog water en zout een unieke soort druif voortbrengt. Er worden jaarlijks slechts 3.500 flessen ‘Dorona di Venezia’ geproduceerd. Je kunt die flessen ter plaatse proeven en kopen. Wie te diep in het glas heeft gekeken, kan ter plekke overnachten in een van de vijf mooie, sobere kamers. Een slimme uitvalsbasis om Burano en de omliggende eilanden te verkennen. Centraal op het domein, omgeven door wijnranken, een moestuin en het hotel, ligt het restaurant dat dankzij zijn focus op duurzame, lokale producten beloond werd met een Groene Michelinster. Je eet er een zeven- of tiengangenmenu, en kunt als je dat wenst met de Venissa-boot opgehaald worden in je hotel in Venetië, en weer teruggebracht na het eten. Wij zijn er voor de lunch en eten in de osteria: minder uitgebreid, minder prijzig, maar niet minder lekker. Op de kaart vooral lokale vis, veel groenten en sharing dishes: wát een ontdekking.

© Rutger Beckers

16u00: Slippers & souvenirs

Back to the island en tijd voor een rondje shoppen. Er zijn twee accessoires die Venetië ademen en nee, maskers horen daar niet bij. Iédereen in Venetië draagt een strohoed. Van de gondeliers die luidkeels ‘That’s Amore’ zingen tot de oude mannen die aan het water de krant lezen: een hoed moet. De hoeden die met hopen verkocht worden aan de souvenirstallen langs het water zijn lelijk, gemaakt van nepstro en vaak ook voorzien van een toeristisch opschrift. Veel beter zijn de hoedenwinkels die je hier en daar tegenkomt: echte borsalino’s wisselen handgemaakte, merkloze hoeden af. Je kunt passen, je hoofd laten meten en je laten adviseren door een kenner – heerlijk toch? Ik ging passen bij L’Estro Venezia, een hoedenwinkel die er al sinds 1930 zit, kocht een royale strohoed met zwart lint (70 euro) en voelde me op slag een stuk eleganter en Italiaanser.

© Rutger Beckers
Je betaalt vlotjes 40 euro voor een Bellini, maar dan héb je iets: zicht op het Canal Grande en het palazzo van Peggy Guggenheim

Ik zei al dat er twéé accessoires zijn die je moet hebben: dat tweede is een paar friulanes. Je ziet ze overal opduiken, die pantoffelachtige velours schoentjes die er zo comfortabel uitzien. Bij inspectie blijken ze allemaal van Piedàterre te zijn, een Venetiaans merk opgericht in 1952. De slippers werden oorspronkelijk handgemaakt van theatergordijnen, vandaag worden de schoentjes nog steeds met de hand aan elkaar gezet en staan ze symbool voor Venetiës dolce vita. De flagshipstore zit op Campo Santo Stefano: muren en muren vol kleurrijke platte schoentjes – écht het mooiste souvenir dat je uit de stad kunt meebrengen (vanaf 120 euro).

© Rutger Beckers

19u00: When in Rome...

Venetië is de geboorteplaats van de bellini, en wij willen op onze laatste avond graag aperitieven op het mooiste terras van de stad: dat van The Gritti Palace. Je betaalt hier vlotjes 40 euro voor een glas prosecco met vers wit perziksap, maar dan héb je ook iets: zicht op het Canal Grande, zicht op het palazzo van Peggy Guggenheim en een resem andere, kleinere palazzo’s, zicht op tientallen gondels met gelukzalig glimlachende passagiers erin… Dit is de mooiste, meest romantische stad ter wereld: op dit terras weet je dat plots écht zeker. Cheers!

© Rutger Beckers

VENETIË PRAKTISCH

Brussels Airlines brengt je in 1 uur en 50 minuten van Brussel naar Venice Marco Polo Airport (vanaf 102 euro heen en terug). Compenseer de CO2-uitstoot van je vlucht via Compensaid.

Vanaf de luchthaven brengt de Aerobus (10 euro) je in 20 minuten naar Piazzale Roma, waar je op de waterbus overstapt. Je kunt vanaf de luchthaven ook meteen een privéwatertaxi nemen.

In Venetië kost een los ticket voor de waterbus (vaporetto) 9,50 euro. Zeker als je ook naar Murano, Burano of Lido di Venezia wilt gaan, is een ACTV-dagkaart interessant, voor één of meerdere dagen (25 euro). Te verkrijgen in de automaten of online. Met de Venezia Unica City Pass kun je boven op je transport ook toegang tot musea boeken.

Surf voor meer info naar de website van ENIT, de Italiaanse Dienst voor Toerisme.

DE ADRESJES VAN ELS

San Clemente Palace, Isola San Clemente 1/1, Kempinski.com/en/san-clemente-palace-kempinski.

Liberia Acqua Alta, Calle Longa Santa Maria Formosa 5176B.

Gam Gam, Cannaregio 1122, Gamgamkosher.com.

The Peggy Guggenheim Collection, Dorsoduro 701-704, Guggenheim-venice.it.

Fondazione Prada, Calle Corner 2215, Fondazioneprada.org.

Sullaluna, Fondamenta della Misericorida, Sullalunavenezia.it.

Cantina do Mori, Calle do Mori 129.

Arcicchetti Bakaro, Campo dei Tolentini.

Bar All’Arco, Sestiere San Polo.

Poste Vecie, Mercato del Pesce di Rialto, San Polo 1608, Postevecie.com.

La Perla, Via San Martino Sinistro 376, Burano, Laceinvenice.com.

Venissa, Fondamenta di Santa Caterina 3, Mazzobro, Venissa.it.

L’estro Venezia, San Marco 5542.

Piedàterre, Campi Santostefano 2806, Piedaterrevenezia.com.

The Gritti Palace, Campo Santa Maria del Giglio 2467, Clubdeldoge.com/the-gritti-terrace.

Meer reizen

Partner Content

Gesponsorde content