Designhotel Arctic Bath, met spa en restaurant, is gebouwd op de rivier Luleå in Harads.

Sprookje aan de poolcirkel: onze redactrice ging rendiersleeën en logeren in een Laplands ijspaleis

Evy Van Elsacker

Het lijkt wel een sprookje: als sneeuwkoningin door een winters rijk sleeën, slapen tussen tig tinten wit en opwarmen met de noordse keuken. Rendieren en ijspaleizen inbegrepen.

Harads, 66° 40’ noorderbreedte

Slapen in de bomen, baden in de rivier

De sneeuw kraakt onder onze voeten, de rijm staat op de takken van de bomen. We brengen onze bagage naar het Treehotel, de eerste halte in het polaire roadbook dat ­Nordic voor ons uitstippelde, met in het dennenbos allerlei wonderlijke bouwsels. Een knalrode designblokhut. Een zwevende ufo met een laddertje. Een spiegelkubus die onzichtbaar tussen de bomen hangt. En ook op grote hoogte, een bol vol vogelhuisjes. We nestelen ons in een hangstoel, swingend op ons stokje in de stilte, met zicht op het woud. Net als de vogels slapen we in de bomen, want dit verblijf hangt aan kabels tussen de dennen. Het hoofdhuis baadt in de retro gezelligheid. Bij de lunch wanen we ons in de film Babette’s Feast. Op porseleinen servies krijgen we rendierragout opgediend met gefrituurde groene kool en ­veenbessencompote.

zweeds lapland

Er is ook een sauna op het domein, maar voor een hele bijzondere wellnesservaring is de rivier Luleå de place to be. In het Arctic Bath-complex, dat als een houten nest op de rivier drijft, kun je een saunasessie afronden met een duik in het ijskoude water. “Zo’n koudebad geeft je een energieboost”, zegt de receptionist. “Het verbetert je bloedcirculatie, maakt je huid mooier, versterkt je immuunsysteem en geeft je humeur een positieve boost.” Als je het overleeft toch, denk ik luidop. “Ben je koude baden niet gewend, dan is het beter vooraf te checken of je geen cardiovasculaire problemen hebt en met kleine stapjes te beginnen, bijvoorbeeld enkel met je voeten en onderbenen”, beaamt ze.

zweeds lapland

Ik blader liever door het boek Vinterbad tijdens een dampende jacuzzisessie in openlucht en zie mijn adem bevriezen terwijl een moedige vrouw haar tenen voorzichtig in de rivier steekt. Het spamenu verleidt me meer. Voor de beauty­behandelingen werken ze met c/o Gerd, dé ­natuurcosmetica uit Zweeds Lapland, op basis van ­lokale heilzame planten. Een scrub met berkenstamkorrels, een gezichtsmasker met gele bessen, laat maar komen!

We blijven nog even op deze adembenemende plek. Een hoogstandje van de New Nordic cuisine is immers te beleven tijdens het gastronomisch Artische diner, bereid door chef David Staf. Geboren in Sri Lanka maar piepjong geadopteerd in Zweden, kent hij de regio op zijn duimpje en heeft hij goede contacten met lokale boeren. Na een aperitief van erg smaakvolle Zweedse cider volgt een festijn van negen gangen, met zelfgemaakt zuurdesembrood en begeleidende wijn of sappen. “Als er bijvoorbeeld fruitsap op overschot is, maken we er confituur van. Wij gaan voor zero waste“, vertelt Margarida, die ons ­bedient. De Portugese architect kwam als toerist en raakte nooit meer weg, verliefd op de regio en op de Zweedse sous-chef. “Die rust hier is onbetaalbaar: er is geen stress. Mijn hobby’s zijn rondtrekken en ijsvissen. Er zit volop snoekbaars en forel. We plukken ook zelf kruiden en mossen.”

rendier op de sneeuwvlakte in zweeds lapland

Met een slee wordt onze bagage versast naar de slaapcabines op het water en in de warmte van de pelletkachel dommelen we in slaap. Tot een knalharde pang ons doet wakker schrikken. Slaapdronken herinneren we ons het niet-schrikkenbordje dat waarschuwde voor het geluid van het krakende ijs. Dat dat zo luid zou zijn hadden we nooit gedacht. We kijken hoopvol door het raam op het noorden, maar nee, geen groen dansend poollicht te zien.

Övertorneå, 66° 23’ noorderbreedte

Tussen sneeuwengelen en rendieren

De vlakke witte wereld waar we de volgende dag doorrijden krijgt hier en daar kleur door rode of gele huizen onderweg of lindegroen, berkenstambeige of lichtgrijs. Oranjerode stokken markeren de hoogte van de sneeuw langs de weg. Onderweg luisteren we naar de lokale radio, met mooie joikverhalen, gezongen met lage stem, typisch voor het Hoge Noorden.

Treehotel in zweeds lapland

Dolenthousiast zijn we als we de berg zien opdoemen waar bovenop onze volgende slaapplaats prijkt: de ­Lapland View Lodge. Wat een betoverend schouwspel om in dit vlakke landschap reliëf te zien en van bovenaf het panorama over de streek te bewonderen. De lodge bestaat uit tientallen bungalows met wanden van spiegelglas. “Niemand kan binnenkijken, maar je geniet dus elke minuut van de dag van het uitzicht”, vertelt landgenoot Thomas, die aan het sneeuwruimen is en hier al jaren woont en werkt. “In januari is er maar twee uur daglicht, tussen 14 uur en 16 uur zie je de gouden gloed van de zon. Vanaf februari is de zon er langer, ideaal voor buitenactiviteiten.”

De Lapland View Lodge bestaat uit tientallen bungalows met wanden van spiegelglas: niemand ziet jou, maar jij kan urenlang genieten van het landschap

Wij klimmen naar de bergtop en zien de zon schitteren boven het besneeuwde landschap. De sneeuwkristallen glinsteren in alle kleuren. De dennentakken rondom lijken wel te bloeien, met bloempjes van verse sneeuw. Uit pure euforie laten we ons achterovervallen in het zachte witte poeder en maken sneeuwengeltjes. Niets last van de koude: ons thermische ondergoed en dikke jassen ­beschermen ons en in mijn vuurrode lange jas van het Zweedse ­Fjällräven loop ik zeker niet ongemerkt verloren in de witte ­woestenij.

We binden plastic raketjes onder onze laarzen en volgen outdoorgids Mika offroad door de sneeuw, zonder weg te zakken. Hij leidt ons onder zwaarbeladen dennentakken en we plagen elkaar met stuifsneeuwdouches door de takken te laten zwiepen. Mika wijst naar sporen van sneeuwhazen, die in hun witte pels veel moeilijker te spotten zijn. Wat zijn die halve cirkels in het landschap, vragen we ons af. Het blijken berken die dubbelplooien onder het gewicht van de sneeuw. Ze buigen en als het gaat dooien, komen ze weer recht. Veerkracht op zijn best. Kunnen wij mensen nog wat van leren…

Onderweg ontmoeten we nog Vlaamse sneeuwschoenwandelaars, vijftigers Kerstin en Christian. “Wij komen ’s winters liever naar het Hoge Noorden dan te gaan skiën. Je komt hier helemaal tot rust. Stilte en weidsheid, heerlijk.” We sluiten we de dag af in de panoramische sauna en bewonderen samen met avontuurlijke twintigers Lotte en Jorgo de vallei voor ons.

De volgende ochtend start zonovergoten. Het zicht vanuit bed is al geweldig, een postkaart in blauw en wit. Na het ontbijt met köttbullar en bessen, yoghurt, bieten en muesli wacht Wendy ons op. Die Vlaamse wilde weg van het gejaagde leven en liet haar kantoorjob in de farmaceutische sector achter zich om in het noorden van Zweden te komen wonen. “Een huis is snel gevonden, want er is veel leegstand en de gemeentes zijn blij met nieuwe inwoners. Ik vind mijn baan als gids fantastisch. We gaan nu op rendiertour, je ontmoet straks de herder”, kondigt ze aan. Met muts, trui en warm pak stappen we op de sneeuwscooters, de onze bestuurd door een jonge blonde Zweedse. “De Kerstman is een vrouw, met gemotoriseerde slee”, stuur ik naar onze vrienden, terwijl we door de ­besneeuwde bossen sjezen richting rendieren.

‘In de zomer is het hoeden van rendieren moeilijk. Dan zijn ze met duizenden als ze jongen hebben, en moeten we ze behoeden voor de gevaren’

Johan

rendierhoeder

“Zijn ze ziek?”, vraag ik bezorgd aan Johan, de herder-met-vilten-poncho. Veel rendieren hebben nog maar één helft van hun gewei, een gek gezicht. “Nee hoor, dat is volledig normaal in de winter. De mannetjes hebben nu geen gewei en de vrouwtjes verliezen het hunne ook.” Na de eerste verwondering en foto’s steekt hij een kampvuur aan en vertelt zijn gasten over zijn aparte leven. “Ik laat de dieren vrij rondlopen. Omdat ze eten krijgen maak ik me ’s winters geen zorgen dat ze zouden weglopen. Het zijn dieren van verschillende eigenaars. We identificeren ze aan de hand van hun oormerken.”

Tussen de berkenbomen is het een prachtig schouwspel. De rendieren zijn kleiner dan we ze ons hadden ingebeeld. Ze hebben ook speciale hoeven, met kussentjes onder zoals bij een kat. Ze kunnen dan ook erg stil manoeuvreren. “In de zomer is het hoeden moeilijker”, vertelt Johan. “Dan zijn ze met duizenden als ze jongen hebben, en moeten we ze behoeden voor de gevaren. Lynxen vallen de rendieren aan en volgen ze kilometers lang. Ook wolven komen vaak langs. En beren zijn er vanaf half april, na hun winterslaap. Maar het grootste gevaar is de mens. Die heeft altijd op rendieren gejaagd.” We proeven van heerlijk gerookt ­rendier. “De Sami, de inwoners van Lapland zoals jullie ons gebied noemen, worden nu meer gerespecteerd. Mijn moeder mocht vroeger geen Sami spreken, nu mag dat wel.”

Särkimukka, 67° 33’ noorderbreedte

Van de poolcirkel naar de husky’s

De rit naar onze volgende halte brengt ons voorbij de ­poolcirkel. Vlaggen van alle landen waar die doorloopt, wapperen in de ijskoude wind aan het monument dat 66° 33′ noorderbreedte markeert: een ijzige, ijzeren ­wereldbol.

Weer een warm pak krijgen we bij de rustieke Pinetree Lodge met grote huskykennel. Dit keer is onze slee puur natuur, aangedreven door ­enthousiast blaffende honden. Nathalie en Jargo zijn de hondenmenners die onze sledetocht begeleiden. “Het is vandaag helemaal niet koud”, lacht Nathalie, bij min 4 graden in het zonnetje. “Wij bewegen veel, altijd bezig met de honden en het sleeën.” Jargo legt ons uit hoe het mennen van de honden werkt. “Regel één, het hondentouw moet altijd gespannen staan. Regel twee, je moet tijdig remmen, met het anker, anders steken de honden de vorige slee voorbij en dan kun je kantelen. Regel drie: als je valt, hou je slee dan altijd goed vast, anders merken de honden niet dat er een probleem is en lopen ze verder.” Het klinkt ingewikkeld genoeg om gewoon in de slee te gaan zitten en Nathalie en Jargo het rechtstaande stuur- en remwerk te laten doen.

Door het bochtenwerk is zo’n huskyrit best spannend. We gaan op en neer als in een roetsjbaan

Door het bochtenwerk is zo’n rit best spannend en in deze vallei gaan we op en neer als zaten we in een roetsjbaan. Zalig! De honden zijn met z’n vijven per slee en trekken ons moeiteloos in sneltempo vooruit. Op hellingen springen Nathalie en Jargo er eventjes af en hollen een eindje mee om de honden te helpen. Wij genieten van de stilte en het weidse landschap. “Van februari tot april is het heerlijk sleeën”, zegt Jargo. “Eerder in het jaar is het donker en slee je met een lamp op je hoofd, je geniet dan minder van het landschap.” “Wij doen soms driedaagse sledetochten”, zegt Nathalie. “Dat is hard werken van ’s morgens tot ’s avonds, je wilt goed doen voor de mensen én voor de dieren. Het is een passie!”

Die nacht slapen we in de romantische, afgelegen Aurora Hideaway die bij de lodge hoort. Helaas is er ook nu weer geen noorderlicht te zien. Moe als we zijn, vallen onze ogen misschien te snel dicht.

Jukkasjärvi, 67°51’ noorderbreedte

Ijspaleis en noorderlicht

Naar onze laatste halte kijk ik enorm uit, want in dit uitgestrekte rijk in wittinten zal ik dan eindelijk mijn ijspaleis binnenwandelen. We duwen de zware deur van het Icehotel open en belanden in een zaal versierd met bevroren boeketten en ijskristallen luchters. We warmen op bij een borrel in de mooie Icebar – zelfs de glaasjes zijn van ijs, maar gelukkig blijven onze lippen er niet aan plakken. Als een koningin ­wandel ik door de coole vertrekken, vele versierd met ijssculpturen. Het allermooist zijn de kamers ontworpen door Zweedse kunstenaars en designers. ‘A Midsummer Night’s Dream’, met ­ingevroren bloemen, is onze favoriet. En de ‘Sauna Art Suite’ krijgt de prijs van de grappigste, inclusief ijzige kamerjas.

ice hotel

Slaaptijd! We leggen onze bagage in de lockers en nemen enkel onze slaapzak mee naar onze ijskamer. Ik ben toch wat zenuwachtig. Wat als ik doodvries? Allerlei belachelijke zorgen flitsen door mijn hoofd, zodat ik onrustig in slaap val op de rendierhuid in mijn ijzige slaapvertrek, waar al duizenden mensen voor mij netjes weer ontwaakt zijn. Ik schiet om de twee uur paniekerig wakker – de ene keer van de kou omdat mijn muts van mijn hoofd is gevallen, de andere keer omdat ik dringend naar het toilet moet. Op de tast waar ik door de koude gangen en dab ik door de sneeuw, want het toilet is aan de overkant. Nee, die nacht had ik me iets koninklijker voorgesteld. Een onvergetelijke ervaring, maar volgende keer reserveren we zo’n designsuite mét verwarmd privésanitair en slaap ik in het bad. Nog nooit ging ik zo vroeg ontbijten en bleef ik zo lang van het warme buffet genieten.

Ik schiet om de twee uur paniekerig wakker – de ene keer van de kou omdat mijn muts van mijn hoofd is gevallen, de andere keer omdat ik dringend naar het toilet moet

Gehuld in een thermisch pak gaan we vervolgens mee met Sami Thea. Deze keer mogen we zelf een rendier mennen ­vanop een slee. Al bedank ik voor die eer wanneer ik zie dat de slederoute een soort Romeins circus is waar je om ter snelst langs elkaar sjeest. Ik kijk toe van de kant, als een keizer, en hou mijn duim omlaag. “Zulk vertier moeten de Sami wel aanbieden om toeristen te lokken, want we hebben inkomsten nodig om de rendieren ’s winters bij te voederen”, legt Thea uit.

zweeds lapland view lodge sauna

Ze blijkt ook actief als lasser in de ijzermijn van Kiruna. “Je eigen dieren hebben is een hele verantwoordelijkheid.” Ze vertelt over de regio’s met elk hun kleurige klederdracht en over haar ring, in de vorm van het brandmerk van haar dieren. Wanneer iemand vraagt hoeveel rendieren ze heeft, legt ze uit dat die vraag even onkies is als wanneer zij zou vragen hoeveel wij op onze bankrekening hebben staan. Als fika, het Zweedse vieruurtje, maakt ze vuur in een kuil en bakt ze pannenkoeken, ­lekker met reepjes rendiervlees.

Het noorderlicht zien we pas die laatste nacht. Niet het echte helaas, maar toch ook bijzonder: kleurig verlichte doeken ­hangen aan het plafond van het restaurant in het Icehotel. Onder dat unieke decor krijgen we de keuze uit Scandinavische pure en sexy gerechtjes geserveerd op borden van ijs. We klinken en beloven terug te komen voor het echte noorderlicht. Maar voor nu is de betovering compleet. De ijskoningin in mij kan tevreden inpakken.

Beeld: Karl Bruninx.

REIZEN NAAR ZWEEDS LAPLAND: ZO PAK JE HET AAN

Zo kom je er

• Vanuit Stockholm heb je de keuze tussen de (nacht)trein of een binnenvlucht naar Luleå of Kiruna. Daar word je opgepikt voor de hoteltransfer of huur je een auto. Een andere mogelijkheid is rechtstreeks vliegen van Brussel naar het Finse Rovaniemi in zo’n drie uur en daar de grens oversteken naar Zweden. Compenseer de CO2-uitstoot van je vlucht. Nordic biedt reizen op maat aan naar de poolcirkel, met verblijf in Arctic Bath, Treehotel of Icehotel en diverse excursies. Ook pakketreizen van vijf of acht dagen met accomodatie in Lapland View Lodge of Pinetree Lodge zitten in het aanbod van Nordic, inclusief directe vluchten en winterse activiteiten.

VANAF € 1.895 PER PERSOON VOOR 5 DAGEN, NORDIC.BE

Beste reistijd

Februari en maart zijn ideale maanden voor buitenactiviteiten in de sneeuw. De zon komt dan weer boven de horizon, met eind maart zelfs al meer uren daglicht dan in België. Voor meer kans op het noorderlicht zijn de lange nachten van december en januari dan weer de beste keuze.

Gewapend tegen de kou

Bij georganiseerde activiteiten wordt thermische kledij steeds aangeboden. Hul je de rest van de tijd in lange warme jassen, broeken, truien, handschoenen en mutsen, bijvoorbeeld van Zweeds outdoormerk Fjällräven. Draag thermisch ondergoed en let erop dat het van natuurlijke vezels is gemaakt, want dat is warmer, zoals bij Dilling.

Het geheim van de Sami

De Sami leven van oudsher in de noordelijke delen van ­Zweden, Noorwegen, Finland en Rusland. Hun grenzeloze regio met vlaktes, bossen en meren staat bekend staat als Sápmi, oftewel Lapland (al ervaren de Sami die benaming als denigrerend en worden ze niet graag Lappen genoemd). Hun ongerepte natuur bewonen ze met veel respect. Ze leven al eeuwen duurzaam, lang voordat het een hype werd.

Ook al leiden veel Sami nu een modern leven en zijn ze geen nomaden meer, ze blijven trouw aan hun tradities: ­rendieren houden, handwerken met natuurlijke materialen en joik­liederen zingen. Die zijn een expressie van emoties en delen kennis door de natuur te bezingen of de karakteristieken van een dier of een persoon. Een wereldberoemd joiklied is de openingssong ‘Vuelie’ van de Disneyfilm Frozen. Moderne Samizangeressen zijn Maxida Märak, Sofia Jannok, Christine Hals, Marja Mortensson, Elle Márjá Eira en Mari Boine.

Meer info: neem een kijkje op visitsweden.be en visitnorway.be.

Meer magische reizen:

Partner Content

Gesponsorde content