Start to ski: onze eindredacteur Annelore ging voor de eerste keer op wintersportvakantie

Annelore De Donder

Skiën, dat moét je in je leven ooit eens gedaan hebben. En dus trokken we onder het motto ‘beter laat dan nooit’ naar de Franse Alpen voor een Club Med-gezinsvakantie op de latten. Het werd niet beter, maar allerbest.

‘We leken zo’n reclamegezin van op tv, maar het was écht, onze lachende gezichten. Core memory: check’

Al 40 was ik toen ik pas ontdekte dat babywortels gewoon klein gesneden grote wortels zijn. Dat metalmuziek zo genoemd wordt, omdat metaal een harder materiaal is dan rock. En: dat skivakanties van het állerbeste zijn. Ik had het al zo vaak mogen horen van meer ervaren vrienden: dat moét je in je leven gedaan hebben. Maar tot dan toe waren er geen bergen aan mijn reizen te pas gekomen, en al zeker niet in de winter. Ik had nochtans een donkerbruin vermoeden dat het mij uitstekend zou bevallen, vooral dan het idee van hele dagen in de vriesfrisse openlucht zijn, omgeven door machtige panorama’s en witbesneeuwde landschappen, de gezelligheid van een warme chalet nadien. De skisport an sich, daar was ik behoorlijk sceptisch over: aan goesting geen gebrek, maar na helse lessen golf- en kitesurf te hebben doorstaan, anticipeerde ik wat nieuwe sporten betreft simpelweg op weinig aanleg en veel afzien. Of: blauwe plekken, gefrustreerd ploeteren en je hele bestaan vervloeken. Spoiler: ik was mis.

Sneeuw of geen sneeuw

Met de omkadering die er was, had ik het eigenlijk kunnen weten: een Exclusive Collection-skivakantie met Club Med kán niet tegenvallen. Het begon al aan de luchthaven van Genève. Daar stond een privétaxibusje ons gezin van vier op te wachten, om ons twee uur later aan het ski-in-ski-out-resort bij bergdorp Valmorel af te zetten. De ontzorgende toon was meteen gezet. De klim naar de 1.460 meter hoge pistes van het Massif du Cheval Noir had ons dan weer niet meteen veel vertrouwen ingeboezemd; in de eerste week van de paasvakantie lag alles er al bij alsof de lente finaal was doorgebroken. Amper wit, heel veel groen en vlokjes narcisgeel onderweg naar boven. Skiën, hier?

Maar zélfs in het sneeuwloze geval: ons eigen, gezellige all-in-chalet-appartement zou sowieso voor genoeg vakantievertier en ontspanning gezorgd hebben, dat was al snel duidelijk. Met een macaron tussen elke vinger – die hadden ze van het dagassortiment op onze salontafel geplukt –, kwamen de kinderen op de bovenste triplexverdieping tot de vaststelling dat ze elk een eigen slaapkamer met eigen badkamer ter beschikking hadden. TikTok-proof make-uptafel inbegrepen in die van onze dochter (13). Wij zaten ondertussen met een glaasje versgeperst fruitsap voor de brandende haard naar onze persoonlijke chaletmeester Vassilis te luisteren over hoe we ons ontbijt dagelijks in onze chalet konden laten klaarzetten, en via roomservice raclette dan wel kaasfondue konden laten leveren. Daar mochten we even over nadenken, te weten: vanop ons balkon met adembenemend zicht op het Beaufortainmassief. Intussen waren de kinderen ook het benedenverdiep gaan inspecteren: daar stond blijkbaar “een gigantisch bed én een inloopkast én een badkamer mét bad, mama”. Cheers!

Ontzorgen maar

‘Na onze eerste lunch wist ik: het bourgondische Club Med-buffet is wat je noemt ‘een pedagogische uitdaging’’

Het was zondag bij aankomst, en dus viel er weinig Club Med-actie te beleven in skigebied Le Grand Domaine. In het spoor van Vassilis daalden we van aan onze chalet naar het lager gelegen hoofdgebouw af om in afwachting alvast het resort te leren kennen. Je kunt er de shuttle voor bellen, maar wie kan skiën, kan toch ook te voet naar beneden – des te leuker trouwens, via de houten trappen en paden langs de geurende dennen en de kabbelende beek. Dat hoofdgebouw, volledig in Savoie-stijl, is het kloppend hart van het resort; de hotelkamers en suites zijn er, het hoofdrestaurant, de intiemere restaurants en cocktailbars, de kinderopvang en jongerenruimtes, de spa, grote lounge, boetieks met skikledij… En niet onbelangrijk: de ski room aan de piste – met een apart privédeel voor de chaletbewoners, rode loper inclusief, echt waar.
Na onze eerste lunch wist ik: een Club Med-buffet – al snel door de kinderen vol ontzag ‘buffret’ gedoopt – is wat je noemt ‘een pedagogische uitdaging’. Het vraagt Supernanny-power om een minderjarige ervan te overtuigen dat die best wat meer kleur eet dan de fifty shades of beige waarmee hij zijn bord doorgaans vult – van kipnuggets over pizzapunten tot puree. Nog een schot in de kinderroos trouwens: het binnenzwembad. Na wat plonzen – of in mijn geval: stilletjes verdwijnen in het Turks stoombad – was het tijd om het skimateriaal te gaan checken. Onze zoon (10) was intussen voor de inbegrepen lessen ingeschreven in de Kids Club, en had daar zijn spullen klaarstaan. De onze vonden we terug in onze eigenste locker in de privéskiruimte beneden. De latten, de helm, de skilaarzen: het stond er, op maat. Wat. Een. Service. We besloten te dineren in onze chalet en bestelden roomservice à la carte. Bij het vallen van de avond werd er op de deur geklopt: “We komen alles in gereedheid brengen voor de nacht.” Ofte: de tafel afruimen, de bedden klaarleggen en de gordijnen sluiten. Dat hadden we nog net zelf gekund, maar goed, met onze eigenste gereedheid voor de nacht was het ook niet slecht gesteld. Ontzorgen maar.

Born for this shit

Opstaan en zien dat de volledige tafel gedekt is en voorzien van broodjes, roerei en al dat ander – ook kleurrijk – lekkers dat we hadden aangeduid. Opstaan en zien dat het die nacht gesneeuwd heeft! Soit: een wel heel veelbelovende paasmaandagochtend. Onze zoon – bijgenaamd Doevoort – is doorgaans niet van het snelle ochtendtype, maar stond in no time in volle uitrusting klaar om bij de Kids Club afgezet te worden – schattig zicht, kind in skipak. Zijn zus had na haar schoolskiklassen wel al wat ervaring en sloot aan bij dat niveau – haar vader, ooit snowboarder, nog even met haar mee –, ik bij de volwassen beginners. Instructeurs Emilienne, Sébastien en Rémy namen ons mee naar de bus die ons op zijn beurt naar de skilift bracht. De kabelbaanbeleving alleen al: het stille suizen in de gondel, opwaarts boven de boomtoppen, langs witte bergwanden omhoog. De onhandige skilaarzenwandeling was op slag vergeten.

En dan de piste op. Voor die eerste keer lieten we de 8 zwarte pistes van Le Grand Domaine nog even buiten beschouwing. Net als de 17 rode. En de 38 blauwe. We werden naar een van de 22 groene gebracht om daar te beginnen met het leren manoeuvreren met eerst één, dan twee skilatten. En dan met de tapijtlift naar boven om gecontroleerd te leren afdalen: ook hier pizzapunten, geen beige maar witte. Het waren succeservaringen die instant smaakten naar meer – veel zoeter dan mijn bittere surfdesillusie van weleer. Maar nog voor ik aan Emilienne ‘What’s next?’ kon vragen, waren we alweer onderweg naar het resort voor de lunch. Ik trof twee opgetogen gezinsleden aan bij onze locker – “Zo zalig” – en samen vonden we een wel heel enthousiaste en verrassend zelfredzame achtjarige terug. Met pizzapunten aan het buffet, uiteraard. We lieten ons eten zakken in onze heerlijk rustige chalet, en keerden dan naar onze groepen terug voor de volgende stap: afremmend, maar deze keer slalommend naar beneden. Ook dat lukte! Niks vallen, niks blauwe plekken, gewoon pijnloos plezier.

‘De kabelbaan alleen al: het stille ruisen in de gondel, opwaarts boven de boomtoppen, tegen witbesneeuwde bergwanden’

I was born for this shit’, zei geen enkele geloofwaardige veertigjarige ooit. En toch. Of misschien had al dat klooien in zee me wat lichaamsinzicht geleerd. Of was het de fitness van de laatste jaren geweest – die squats bleken goed van pas te komen. Alleszins: deze laagdrempeligheid had ik niet zien komen. Na een spelletje UNO gingen we in op de apero-uitnodiging in de chaletlounge, deden we van paasbuffet – met kindershow in de aanpalende zaal – om na een rondje hilariteit met Snapchatfilters uiteindelijk horizontaal te gaan in de – yes, voor ons opgemaakte – bedden.

Blauwe geluksvogels

De volgende ochtend lag het hele resort alweer onder een – nu dikker – wit deken. Het uitzicht op de blanke Alpen en de Tarentaisevallei is magisch. Het kon dus nóg zaliger... We schudden aan de sneeuwzwangere takken en maakten engelen onderweg naar de les. Onze zoon haastte zich naar zijn Britse vriend Benjamin, ik was blij Jess en Ian te zien, een plezierig Londens koppel – investment banker en makelaar daar, beginnende medeskiërs hier. We hadden meer gemeen met elkaar dan met de grote groep Brazilianen – blijkbaar zijn Club Med-skiresorts een hype in Brazilië, zodanig zelfs dat local Rémy in het Portugees heeft leren lesgeven, hij wisselt vlot met Frans en Engels. Hij escorteerde ons naar de pannenkoeklift – nooit op neerzitten, people! –, die ons naar een hogere, iets langere piste bracht. Het was telkens weer wachten op zo’n pannenkoek: “Dan zou je het hier in februari moeten zien; deze rij stelt niets voor. Geniet van je rust ondertussen”, lachte de liftbediende. Het ongeduld was inderdaad groot…
Maar dan was er die zonovergoten lunch op het terras van het hoofdgebouw die een pauze laste in deze bluebird day, de ideale wintersportdag, ‘when the sun is bright, the sky is blue, the air is still and the slopes glisten with clean, fluffy snow’, aldus Google. De ideale dag indeed; het slalommen ging steeds beter, ik begon te voelen op welk been ik druk moet zetten, hoe je heupen moeten volgen, en je niet mag vergeten je scheen tegen je laars te drukken. Ik vergat niets van dat alles, en mocht de dag nadien mee met de ‘sterke groep’. Ik zou ‘score’ willen zeggen, maar dat is dan weer cringe, in puberland. Ik liep onze eigenste puber op de terugweg tegen het lijf, we deelden een gondel naar beneden en waren net op tijd voor onze spa-afspraak. De full body-massage voelde hemels na dat bochtenwerk – hier waren het vingers die slalomden langs dankbare spieren en vermoeide wervels. Onze dochter bleek niet alleen aanleg te hebben voor het skiën, het wellnessen ging haar minstens even goed af. Het zijn geen peren die van de bomen vallen…

wintersportvakantie

Met een stralend Sothys-velletje wandelden we de jongens tegemoet, de vogels floten. De sneeuw was alweer gesmolten toen we later met z’n vieren richting inhouse resto La Laiterie trokken. Na drie smaakvolle magrets de canard, één vegan lasagne en de aankondiging van een nieuwe lading sneeuw, gingen deze blauwe geluksvogels naar bed.

Als Michael Jackson

Niet gelogen, van die lading sneeuw. En het sneeuwde nog steeds toen ik later die dag de blauwe piste op mocht. Het was er een met een lang, zacht maar zeker hellend stuk waar slalommen niet hoeft; gewoon als een smooth criminal naar voor leunen en glijden maar, “goed voor ons zelfvertrouwen”. Michael Jackson-gewijs kantelde ik de latten in beweging en al wat volgde was niet alleen goed voor het zelfvertrouwen, maar vooral voor de lading serotonine die het met zich meebracht. Het geluid van de wind, de moeiteloze snelheid, het vrije suizen… Daarna ging het met de touw- en stoeltjeslift over de Col de la Madeleine heen en weer, om nog verder dwars op de vallijn – die Sébastien ons toonde door een sneeuwbal naar beneden te laten rollen – vlotter te leren slalommen. Intussen was het gaan stormen; K-Way weet van wanten wat de betere ski-uitrusting betreft, dat bleek. De aan huis geleverde gourmet die avond maakte de winterse dag helemaal af.

wintersportvakantie

En dan brak er alweer eentje aan met hemelsblauw en zingende lijsters; de perfecte omstandigheden om aan je bucketlist te werken. En dus liet ik het groepsbezoek aan de zwarte piste op de Col du Mottet aan mij voorbijgaan – het uitzicht vanop 2.403 meter zou er weergaloos zijn –, om met ons vier te gaan skiën. We leken zo’n reclamegezin van op tv, maar het was écht, onze lachende gezichten. Core memory: check. Aperol in de zon om na te genieten. Stond niet op de bucketlist, maar daarom niet minder plezierig: de Snake Gliss om onze laatste avond mee te vieren, een slang van individuele zitjes die een Club Med-instructeur naar beneden stuurt. Bij het zien van die schaterende kindergezichten, smolt de sneeuw in mijn laarzen als vanzelf.

wintersportvakantie

De laatste ochtend werd dan weer op die andere toepasselijke wijze gevierd: aan het buffet. Waar anders kun je nog eens een Nutella-dispenser vinden?! Een food coma later ging onze zoon met zijn klasje achter zijn diploma aan, wij drie gingen nog een laatste keer samen op pad. Om te eindigen met dé uitdaging die al een week lag te loeren: niet met de Pierrafortgondel naar beneden, maar via de rood-blauwe (!) piste die vlak aan het hoofdgebouw uitkomt. Verzuurde quadriceps, een liter zweet en alsnog gevloek op de intussen papperige sneeuw, maar hey: I did it, en ik kon naadloos naar de BBQ in de zon. De sneeuw smolt verder; we hadden behalve zowat alle seizoenen, letterlijk en figuurlijk het béste gehad.

Intussen ben ik er 41. Mijn verjaardag heb ik gevierd op de indoorpiste van SnowWorld Antwerpen, op de warmste dag van mei. Zegt genoeg, me dunkt.

wintersportvakantie

Valmorel praktisch

Zo kom je er

Valmorel is een skidorp en wintersportgebied in de Franse Alpen, in de Tarentaisevallei in het departement Savoie. Met de auto: 918 km vanaf Brussel. Vanaf de snelweg ben je nog 39 km onderweg naar je bestemming, via Chambéry. Op wisseldagen kan het bij Chambéry erg druk zijn.
Met het vliegtuig: de dichtstbijzijnde vliegvelden zijn Chambéry (op 95 km), Grenoble (op 168 km), Lyon (op 172 km) en Genève (op 174 km).
Per trein: De Eurostar Snow brengt je elke zaterdagochtend (t/m 5 april) van Antwerpen-Centraal of Brussel-Zuid naar Moûtiers, vandaar reis je met de bus verder naar Valmorel. Vanaf € 220 heen en terug.

Ideale skipistes

Aan beide zijden van bergpas Col de la Madeleine ligt het 150 km grote skigebied Le Grand Domaine, tussen het Massif du Cheval Noir en het Massif de la Lauzière, van 1.250 tot 2.550 meter hoog, met daarin de dorpen Saint François Longchamp en Valmorel. Het merendeel van de pistes is niet al te steil. Ideaal voor beginnende en gemiddelde wintersporters, met 27 groene, 48 blauwe, 20 rode en 8 zwarte pistes.

All-in in de sneeuw, skiles inbegrepen

Club Med Valmorel ligt op 1.460 meter hoogte op de pistes van het Massif du Cheval Noir. Je verblijft er naar keuze in kamers, suites of luxechalets met 2, 3 of 4 slaapkamers. In het resort vind je 3 restaurants, 2 bars, een overdekt zwembad, spafaciliteiten, skiverhuur en een private ski room.
All-inclusive: Bij Club Med zijn alle maaltijden, dranken en snacks inbegrepen. Net als de skipas en skilessen (vanaf 4 jaar) door ESF-professionals. Je kunt er alpineskiën, snowboarden en meer, er is dag- en avondentertainment, gratis wifi en toegang tot de faciliteiten van het Valmorel-resort. Weekverblijf all-in vanaf € 1.752 per persoon (zonder vervoer) in een Superior kamer / € 3.657 per persoon in een luxechalet.

Meer reistips

DOOR ANNELORE DE DONDER. BEELD: CLUB MED & ANNELORE DE DONDER.

Partner Content

Gesponsorde content