Onze foodjournalist ontdekt de schatten uit het Midden-Oosten bij Damas in Oostende
Foodjournaliste Evelien Rutten geeft elke maand in Feeling en elke week op feeling.be haar onverbloemde, overheerlijke mening over de nieuwste restaurants en de laatste foodtrends. Evelien proeft voor en fileert haarfijn wat ze op haar bord krijgt. Geen greintje snobisme, maar eerlijke updates over wining-and-dining waar jij als lezeres van zult smullen. Vorige week ging Evelien langs bij Damas in Oostende.
Ik voel me niet geroepen om iets toe te voegen aan het intellectuele debat over de assimilatie van vluchtelingen, maar ik heb wel een klein meninkje over het culinaire aspect van al die nieuwe nationaliteiten in ons land. Op publieke fora, zoals de commentaren-hellhole van HLN online, lees je standaard dat vreemdelingen zich moeten aanpassen aan ons. Wat houdt ‘ons’ dan eigenlijk in, vraag ik me af. Dat ze onze taal best zo snel mogelijk onder de knie krijgen, daar kan ik me nog in vinden. Maar moeten ze vervolgens in een veilige, saaie fermette gaan wonen en elke dag naar Thuis kijken? Een vaste job zoeken die ze lichtjes tegen hun zin doen, maar dat is beter dan niks want die lening moet afbetaald? Een koersfiets kopen en op zondag met hun maten een dozijn argeloze hobbywandelaars terroriseren? Alleen nog maar pekesstoemp met worst eten? Dat willen de Belgen die ik persoonlijk ken zelf niet eens. We zijn een volk van Bourgondiërs en op gastronomisch gebied verlangen we altijd weer naar unieke ervaringen. We wonen in een land dat je in enkele uren doorkruist met de wagen, maar elk dorp heeft zijn eigen specialiteiten en officiële streekproducten. We maken likkebaardend een omweg voor Lierse vlaaikes. Een café waar ze nog boterhammen met authentieke zure frut of hoofdkaas serveren, groeit in geen tijd uit tot een cultplek. We zeggen koppig nee tegen de grootheidswaanzin van InBev en storten ons op unieke craft beers, die we degusteren als waren het grote wijnen uit de Bourgogne. We omarmen dus trots de veelzijdigheid van ons culinair patrimonium, maar zodra er uit alle hoeken van de wereld mensen naar ons land komen, met een schat aan nieuwe, culinaire ervaringen, krijgen we een behoudsgezinde reflex, moeten ze die kennis maar gewoon achterlaten aan de grens en overschakelen op biefstuk friet.
Zelf snak ik naar eenvoudige eethuisjes waar gerechten geserveerd worden die duizenden kilometers hier vandaan voor het eerst werden bereid, maar ze zijn voorlopig heel moeilijk te vinden. De nieuwe Belgen voelen helaas ook de druk van de publieke opinie en beginnen dan maar een frituur, pitabar of broodjeszaak. De lieve mensen van de Frit Chinees in Hemiksem hebben zich zo goed aangepast, dat je in de verre omtrek geen betere, 100% Belgische frituur vindt. Maar elke keer als ik er een frietje met stoofvleessaus bestel, vind ik het ontzettend jammer dat er geen andere gerechten op de fluorescerende lichtmuur staan. Wat maken ze voor zichzelf klaar als de laatste frieten zijn verkocht? Ik wil ook hun gerechten proeven, niet alleen maar de generieke bullshit van Mora.
Maar er is hoop. In Oostende kun je naar Damas, een brasserie die wordt uitgebaat door een koppel uit Syrië. Vijf jaar geleden vluchtte Madiha, de vrouw, naar België. Haar man Ahmad volgde een jaar later. Hun beide ouders zijn overleden en de rest van de familie woonde al in Europa. Van hun thuisstad Aleppo blijft niets meer over. Madiha werkte in Syrië in de keuken van een hotel, Ahmad was er burgerlijk ingenieur.
Hun zaak in Oostende lijkt op de meest doorsnee bistro die er bestaat, zonder opsmuk of bijzonderheden. Zodra je de menukaart opent, waan je je in een oer-Vlaamse zaak, met smos américain, kip nuggets en hamburgers met frieten. Maar wacht! Geef niet op! Blijf de bladzijden omdraaien! Et voilà, daar staan de gerechten waarvoor ik ben gekomen: fattoush, tabouleh, foul en baba ghanoush. De schatten uit het Midden-Oosten, die hier vooral bekend werden door de kookboeken van Yotam Ottolenghi. Maar de kennis over hoe je deze bedrieglijk eenvoudige gerechtjes kunt bereiden, is nog niet overal doorgedrongen. In de trendy Chickpea of Houmous Bars die je nu soms ziet, kom ik zelden tevreden naar buiten. Je mag namelijk geen shortcuts nemen en moet geduldig zijn om een aubergine net zo lang te grillen tot de juist graad van smoky goodness is bereikt. Voor een fantastische houmous moeten je kikkererwten erg lang opstaan en uiterst zorgvuldig gemixt worden met net genoeg knoflook, tahin, citroensap en water. Specerijen als komijn en sumak geven pit en aciditeit.
Lees ook: Hümm – De Nieuwste foodspot voor hummuslovers
Het lijkt allemaal zo eenvoudig, maar jammer genoeg smaakt houmous nog te vaak naar stopverf of lijkt auberginepuree op snot. Daarom is het zo’n verrijking om the real deal te eten bij dit Syrische koppel. Ik kom er binnen op een maandagnamiddag en heb het kot voor mij alleen. Ahmad begrijpt me niet als ik zeg dat hij ineens alle voorgerechten op de kaart mag brengen. “Maar… dat is te veel voor één persoon!” “Niet erg, wat over is, mag je daarna inpakken.” Ahmad knikt en doet vervolgens toch wat hem het verstandigst lijkt: één bord met enkele hoopjes van alles. Dit is eten waar ik intens gelukkig van word. De tabouleh is een verfrissende salade van bladpeterselie, zoals het hoort, met hier en daar een spaarzaam korreltje couscous. De baba ganoush is een smaakbom, afgewerkt met granaatappelpitten en sumak. Drie bolletjes falafel zijn subtiel gekruid en hebben een heerlijke textuur. Een schepje houmous is zijdig zacht. Twee gegrilde spiesjes van lamsgehakt lijken uit een houtoven te komen die midden in een rozemarijnveld staat, zo intens zuiders van smaak zijn ze. Het tapijtje dat alles samenhoudt, is het verrukkelijke plat brood dat zich perfect laten scheuren.
Als je iemand bent die graag een omweg maakt voor authentieke smaken uit het Midden-Oosten, rep je dan naar Oostende. Dan kun je daarna nog wat West-Vlaamse lukken inslaan.
Score max. 5 sterren
★★★★
Damas
Hertstraat 10
8400 Oostende