Sidse Babett Knudsen: “Ik heb er geen moeite mee om de woede die ik in me heb naar buiten te laten”
Deze keer houdt ze niet de sleutel van het land in de hand, maar die van de cel: Borgens Sidse Babett Knudsen speelt in de nieuwe gevangenisthriller Sons een plichtsbewuste cipier. Een rol die haar alweer op het lijf bleek geschreven.
Als we Sidse Babett Knudsen in een Parijs hotel spreken, zijn het haar staalblauwe ogen die ons meteen opvallen. Die indringende blik die haar personage Birgitte Nyborg nog meer daadkracht leek te geven. Het is in die rol, die van de Deense premier in de cultserie Borgen (wat ‘het kasteel’ betekent, zoals het Deense parlement ook wel genoemd wordt), dat de wereld Knudsen leerde kennen. Vandaag, veertien jaar na die grote doorbraak, komt ze nog altijd even energiek over. “In mijn rollen denk ik niet, ik acteer.” Ze verblijft in de lichtstad om Sons te promoten. In deze donkere gevangenisfilm van Gustav Möller speelt ze Eva, een stoere bewaker wiens leven op zijn kop komt te staan na de komst van Mikkel, een berucht gewelddadige gevangene. Tegelijkertijd is ze te zien als schooldirecteur in Club Zero, een film van de Oostenrijkse Jessica Hausner. Via de vastberaden vrouwen die ze vertolkt, breekt ze het gesprek open over kwesties als vrouwen op leeftijd, macht en menopauze. Het zijn stuk voor stuk rollen die nauw aansluiten bij haar eigen authentieke no-nonsensestijl. De stijl van iemand die zich op haar achttiende voor Franse acteerlessen inschrijft in Parijs, zonder een letter Frans te kennen.
‘Franse actrices en hun grandioze ego’s, daar zat een provocerend kantje aan dat me wel beviel’
Hoe voelt het om terug te keren naar deze stad?
“Parijs doet me denken aan mijn jonge jaren; als ik hier ben, ontwaakt mijn jeugdige kant. Verder geniet ik nog steeds van de schoonheid van deze stad. Elke keer weer ben ik onder de indruk van een gebouw of iets anders dat me nog niet eerder was opgevallen. Parijs is een stad waar je nooit genoeg van krijgt. Als ik Frans spreek, lijk ik grappig genoeg jonger te worden, omdat de taal onlosmakelijk verbonden is met die periode in mijn leven. De woorden die ik gebruik, zijn niet zo volwassen als in het Engels of Deens, omdat ik mijn Frans niet op school geleerd heb. In die tijd had ik niet genoeg geld, deed ik allerlei baantjes om te overleven en leerde ik alleen uit boeken of van vrienden. Ik herinner me dat ik De gedaanteverwisseling van Kafka las in de bibliotheek van Beaubourg. Dat deed ik met behulp van mijn klein woordenboekje Frans-Engels, omdat er geen woordenboek Frans-Deens was en ik dus elk woord moest vertalen. Het kostte me uren om een bladzijde te doorploegen, maar de discipline die erbij hoorde, is me nog steeds dierbaar, alsof je een marathon loopt. Ik houd van uitdagingen.”
Waarom had je Parijs gekozen?
“Het was een beetje een droom, een romantische voorstelling van het kunstenaarsleven in die stad. Ook de brutale, oneerbiedige natuur van Parijs sprak me enorm aan: er heerst tolerantie voor wat buiten de norm valt. Als ik bijvoorbeeld interviews zag op televisie met Franse actrices en hun grandioze ego’s, dan zat daar een provocerend kantje aan dat me wel beviel, heel anders dan in de Angelsaksische wereld, waar je altijd supercorrect moet zijn. Ik werd geïnspireerd door de trotse vrijheid die Parijs uitstraalt, terwijl we in Denemarken een cultuur van bescheidenheid hebben. Mensen als Catherine Deneuve trokken me echt aan, ze belichaamde Parijs. En voor mij was Parijs uniek.”
Eva, het personage dat je speelt in ‘Sons’, is ook behoorlijk uniek. Hoe heb jij je voorbereid om een vrouwelijke cipier te spelen? Ben je er een gaan opzoeken?
“Neen, helemaal niet. Meestal werk ik zo niet: ik doe niet aan methodacting. Sons speelt zich af binnen de vier muren van de gevangenis, binnen een beperkte en beperkende ruimte die je gerust kunt beschouwen als een soort psychologische arena waar elke tragedie op de spits gedreven wordt. Eva zit op haar beurt in haar eigen mentale gevangenis. Als ik een personage speel, ga ik op zoek naar emoties die ik wil verkennen. Al op heel jonge leeftijd trok de complexiteit van de emoties in films me aan: het feit dat je met een enkel shot toegang hebt tot een emotionele intensiteit waarvoor je anders honderden pagina’s nodig zou hebben om ze te beschrijven. Ik heb een voorkeur voor acteerprestaties die ontginnen wat de samenleving voor ons verbergt. Zo ben ik gefascineerd door het personage van Blanche DuBois dat Vivien Leigh speelt in A Streetcar Named Desire van Tennessee Williams (verfilmd door Elia Kazan in 1951, red.). Dubbelzinnigheid en leugens zijn toegestaan op het witte doek en dat kun je delen met de personages. Als jongere al was ik geobsedeerd door de hypocrisie van volwassenen: ik zag wel dat hun glimlach vals was en dat ik verondersteld werd om hun leugen te geloven. De film maakte het in mijn ogen mogelijk om de schijn en de leugens die we onszelf wijsmaken te doorprikken. Een beetje zoals wanneer je iemand een selfie ziet maken.”
Eva is een heel fysiek personage. Hoe heb je je voorbereid op het geweld, op de vechtscènes met de gevangenen?
“We hebben gewerkt alsof we stuntlui waren, met bepaalde bewegingen en choreografieën. Los daarvan heb ik er geen moeite mee om de woede die ik in me heb naar buiten te laten: dat zal mijn Vikingkantje wel zijn.”
Een vrouwelijke cipier spelen, is dat een politieke manier om je een nieuwe sterke vrouwenrol toe te eigenen, ver van alle clichés?
“Neen, zo werk ik niet. Ik ben de regisseur Gustav Möller gaan opzoeken, omdat ik weg was van z’n eerste film, Den skyldige (uit 2018, waarop The Guilty met Jake Gyllenhaal uit 2021 is gebaseerd, red.). Ik heb contact met hem opgenomen, omdat ik hem beschouw als een echte cineast, begiftigd met een unieke stem. Mijn bedoelingen waren helemaal niet politiek of documentair.”
Eva is nochtans alleen in een mannenwereld, net als Birgitte in ‘Borgen’. Hoe belangrijk vind je het om rollen te spelen die meestal voorbehouden zijn aan mannen?
“Ik zal je eerlijk antwoorden. Als ik naar een personage kijk, identificeer ik me met een mens. Als ik Dustin Hoffman zie in Marathon Man (een film van John Schlesinger uit 1976, red.), identificeer ik me volledig met hem. Op die manier heb ik ook teksten ontdekt en Shakespeare leren kennen. Ik zie mezelf gerust Hamlet of Richard III spelen. In Borgen speel ik een eerste minister, niet per se een vrouw. In Sons ben ik een cipier en ook een ouder – ook al vind ik Eva veeleer moederlijk dan vaderlijk. Ik heb ontdekt dat er veel vrouwelijke cipiers zijn en dat ze vaak niet meer piepjong zijn. Maar als ik acteer, ga ik er niet van uit dat ik de waarheid in pacht heb: mijn rol is er eentje van zoeken en vragen stellen. Ik heb geen pasklare antwoorden.”
‘Mijn grenzen overschrijden interesseert me niet. Afzien voor een rol evenmin. Ik wil niet dat ik gepusht word’
Zou je tot alles bereid zijn voor een rol?
“Zeker niet. (haar stem wordt strenger) Ik houd van wat de regie kan teweegbrengen. Ik was heel blij dat Gustav me voor zijn film vroeg – het is een prent die heel mannelijk is, met acteurs die jonger zijn dan ik –, maar wat me vooral interesseerde, was dat we in het spel zaten. Ik had bijvoorbeeld geen zin om met echte gevangenen te werken om sensationele scènes te krijgen. Mijn grenzen overschrijden interesseert me niet. Afzien voor een rol evenmin. Ik wil niet dat ik gepusht word, ik heb liever dat dingen voorgesteld of gesuggereerd worden, dan kan ik vrijgevig zijn. Ik heb al met regisseurs gewerkt die valsspelen of manipuleren, dat haat ik. Ik ben volwassen. We zijn gelijk en evenwaardig en het komt erop aan authentiek te communiceren. Ik houd niet van machtsverhoudingen of manipulatie.”
‘De toekomst is vrouwelijk’ staat er, bij wijze van bijschrift, bij een aflevering uit het laatste seizoen van ‘Borgen’. Wat denk je daarbij, in het licht van MeToo?
“Die stelling spreekt me niet echt aan, omdat ik dingen niet per se als vrouwelijk wil identificeren. Waar ik wel voor wil opkomen, is gelijkheid. Het is gewoon niet redelijk dat een man meer verdient dan een vrouw of meer respect krijgt voor hetzelfde werk. Dus ja, leve de gelijkheid. Dit onrecht is al veel te lang aan de gang. Er wordt weleens gezegd dat alle verhalen al verteld zijn. Misschien klopt dat, maar niet met een zwart personage en ook niet met een vrouw van een bepaalde leeftijd. Hamlet opvoeren met een 60-jarige vrouw is een andere zaak dan met een jeune premier. Als we echt gelijkheid willen, moeten we inzien dat rollen nood hebben aan een enorme rijkdom en nuance. Films zijn er om nuance toe te voegen aan de menselijke ziel, om normen te heruitvinden. Om dat te doen, heb je enkel een beetje moed nodig, net als om te praten over de menopauze of dat soort dingen. Waarom opnieuw doen wat al gedaan is?”
Nog een uitspraak uit de serie: ‘Houd je vrienden dicht bij je en je vijanden nog dichter’. Ben je zelf een strateeg?
“Toen ik in Borgen speelde, dacht ik nooit na over de machtskwestie. Eerder dan macht, speelde ik een intentie en een dialoog. De rest behoort tot het verhaal van de serie, maar dat was niet de kern van mijn rol. Wat ik leuk vind aan Birgitte, is dat ze oplossingen vindt. Voor mij is ze een superheld. Ik voelde me helemaal veilig bij haar, omdat ze wist wat ze moest doen. De verhouding tussen haar zwakke en sterke punten was perfect, alsof er een god was die de touwtjes in handen had en niet ik. Zij zette de toon en ik hoefde alleen maar te volgen.”
Je won een César voor je vertolking in ‘L’Hermine’, met Fabrice Luchini als tegenspeler. Net nog was je op het Festival van Cannes te zien in ‘Le Fil’, de film van Daniel Auteuil. Wat voor band heb je nog met de Franse cinema?
“Ik ben lid van de Académie des César (verantwoordelijk voor de nominaties van de Franse filmprijzen Césars, red.) en daardoor probeer ik zoveel mogelijk films te zien, ook al heb ik nog steeds het gevoel dat ik er niet genoeg kijk. De Franse film wordt echt beschouwd als een kunstvorm, en dat is zeldzaam. Ik was overdonderd door Anatomie d’une chute van Justine Triet. Ik identificeerde me met het personage van Sandra, als in mijn ergste nachtmerrie. Frankrijk is echt een filmland, daarnaast is Denemarken toch nog klein bier. We maken maar twintig films per jaar en veel regisseurs zijn vertrokken om te filmen in de Verenigde Staten. Vandaag komt er een tweede generatie aan, zoals Gustav, en dat is heel belangrijk.”
Je bent ook een Europese actrice. Wat betekent Europa voor jou?
“Ik ben Deens, maar ook Europees. Ik voel me thuis in Europa. In Amerika ben ik een toerist. Dat vind ik niet erg, want het is niet mijn thuis, er heersen niet dezelfde referenties of dezelfde codes. Voor mij staat Europa voor volledigheid, een schilderij met alle kleuren.”
In de bioscoop: ‘Club Zero’ van Jessica Hausner is nu te zien. ‘Sons’ van Gustav Möller is vanaf 10/7 te zien in de bioscoop.
Op televisie: ‘Borgen’ is integraal te zien op Netflix.
Timeline van :
1968: Geboren in Kopenhagen als dochter van een fotograaf en een lerares.
2006: Eerste
opgemerkte prestatie in After the Wedding, de romantische komedie van Susanne Bier, aan de zijde van Mads Mikkelsen.
2010-2013: Haar
doorbraak kwam met de serie Borgen in de rol van de Deense premier Birgitte Nyborg, seizoenen 1, 2 en 3.
2014: Hoofdrol in The Duke of Burgundy, haar eerste Engelstalige rol.
2015: César voor Beste Bijrol voor L’Hermine, naast Fabrice Luchini.
2016: Speelt longarts en klokkenluider Irène Frachon in Emmanuelle Bercots La Fille de Brest, over het Mediator-schandaal.
2022: Nieuw succes met seizoen 4 van Borgen.
2024: Achtereenvolgende releases van Club Zero van Jessica Hausner, Sons van Gustav Möller en Le Fil van Daniel Auteuil.
Meer lezen
Door Juliette Goudot.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier