Shirley Villavicencio Pizango: “Mijn liefde voor kunst was er al vroeg, maar ik wist niet wat kunst wás”

Op haar nieuwe expo zal de toeschouwer zich een betrapte voyeur voelen, en dat is exact de bedoeling. Een blik achter het masker van de Belgisch-Peruaanse kunstenaar Shirley Villavicencio Pizango.

“Eén sol voor één portret.” Op een plein in de Peruaanse hoofdstad Lima zit een twaalfjarig meisje met een boekje klaar om in ruil voor een bescheiden bedrag de gezichten van passanten te schetsen. Haar naam is Shirley Villavicencio Pizango, en ze is vastberaden om al portretterend aan wat extra geld te geraken. Geld waarmee ze op een dag kunstenaar zou kunnen worden. Want om dat te kunnen doen, moet je rijk zijn. Of toch volgens haar moeder. Die wil liever dat ze later rechten gaat studeren.

‘Shirley maakt niet zomaar kunstwerken, maar creëert hele leefwerelden’

Galerist Sofie Van de Velde

Wat dat meisje daar en dan nog niet weet, is dat ze haar artistieke ambities een goeie 24 jaar later effectief waargemaakt zal hebben. Vandaag is ze een gediplomeerd kunstenaar met een eigen atelier in het Klein Begijnhof in Gent, waar ze volop werkt aan haar aankomende solo-expo. Het is daar waar we, tussen een resem doeken die in september hun weg naar buiten zullen vinden, de 36-jarige kunstenaar ontmoeten.

Galerist Sofie Van de Velde, die Villavicencio Pizango en haar bij verzamelaars zeer gegeerde portretten, stillevens en keramiek sinds begin dit jaar vertegenwoordigt, is er ook bij. “Dat ze niet zomaar kunstwerken maakt, maar een hele leefwereld creëert”, antwoordt Van de Velde wanneer we haar vragen wat haar zo aantrekt in het werk. Hoe die leefwereld eruitziet, wordt in dit atelier meteen glashelder: de muren zijn getooid met een verzameling bonte maskers en kleurrijke schilderijen, er staan verse bloemen, er liggen stapels kunstboeken en er zijn vazen, véél vazen. Een plek even uitbundig als de vertelstijl van de kunstenaar die erin opereert.

Breng je hier veel tijd door, Shirley? Is kunst maken iets wat koste wat kost uit je systeem moet?

Villavicencio Pizango: “Vroeger was ik echt geobsedeerd door mijn werk. Ik zat hier heel de tijd en nodigde vrienden uit terwijl ik zat te schilderen. Ik heb mezelf lang moeten verplichten om níet bezig te zijn met mijn werk, maar nu ik een zoon heb, is dat een ander verhaal. Nu móet ik buitenkomen. Iets wat ik trouwens heel belangrijk vind als kunstenaar: je doet geen inspiratie op door altijd naar dezelfde muren te blijven kijken.”

Op een van die muren hangt nochtans je inspirerende verzameling maskers. Vanwaar die fascinatie?

Villavicencio Pizango: “Een masker, dragen we dat niet allemaal? Vanaf het moment dat je op een slechte dag make-up aandoet, draag je een masker. Wanneer je iemand voor het eerst ontmoet, denk ik dat mensen altijd een masker dragen. Wanneer ik vroeger op date ging, zette ik vaak een masker op. Je gaat je hart niet meteen op tafel leggen, hé? Ook als kunstenaar heb ik in zekere zin het gevoel dat ik een masker draag. Ik word al eens een homo ludens genoemd, een ‘spelende mens’. Maar mijn speelsheid, die zie je niet terug in mijn werk. Daar zit net veel melancholie in. Dus het feit dat ik in mijn werken niet toon wie ik werkelijk ben, is ergens een masker. Die speelsheid bewaar ik voor de mensen die dicht bij me staan. Het is niet omdat ik in het echte leven speels ben, dat ik in mijn schilderijen grapjes of satire moet stoppen.”

Een groot deel van je oeuvre bestaat uit zelfportretten. Is dat de echte Shirley Villavicencio Pizango die we zien, of is ook dat een masker?

Villavicencio Pizango: “Ik denk dat die vraag de reden is waarom ik mezelf maar blijf schilderen. Wat is een portretschilderij eigenlijk? Een interpretatie van mezelf? Een representatie van mezelf? Ik zie mezelf ook vaak terug in portretten van andere mensen die ik schilder.”

Wanneer je anderen schildert, moet er dan altijd een model aanwezig zijn?

Villavicencio Pizango: “Enkel mijn broer kan ik uit mijn hoofd schilderen. Anderen moeten komen poseren. Nu, het is niet dat ik hen echt ‘portretteer’, want ik schilder niet realistisch. Er zit een ziel in mensen, die ik uit hen neem, en die ervoor zorgt dat ze alsnog herkenbaar zijn op het doek. Ik probeer altijd los te komen van dat realisme, van de techniek, van wat klopt en wat niet. Omdat ik zelf niet zo denk. Het moet niet té perfect zijn, alles kan en alles is mogelijk. Ik ben echt zo’n Peter Pan die nooit groot wil worden. En die spontane, impulsieve en naïeve kant van mezelf wil ik niet verliezen.”

Sofie Van de Velde: “Ik vind je nochtans meer een Pippi Langkous. (lacht) Die zegt altijd: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’.”

Villavicencio Pizango: (lacht) “Maskers maken, lassen of Japans leren: ik wil inderdaad altijd alles proberen.”

Zielzoeker

Haar jeugd brengt Shirley Villavicencio Pizango door bij haar moeder, in het Amazonewoud, waar haar familie een cacaoplantage heeft, en in Lima. De geest van die plekken zit nog steeds vervlochten in haar doeken. Op haar achttiende reist ze naar Gent, haar biologische vader achterna. Ze zal er uiteindelijk bij een pleeggezin intrekken, dat haar blijvend zal ondersteunen in haar kunstenaarschap, dat ze ondertussen meer dan zes jaar professioneel uitoefent. De personages die haar werken bewonen – veelal vrienden, familie en zichzelf – beeldt ze steevast af met witte lippen. “Toen ik naar België kwam, kon ik enkel Spaans”, vertelt ze daarover. “Babbelen was zo frustrerend. Dat had ik nog nooit meegemaakt: ik wilde een emotie uiten, maar vond de woorden niet om dat te doen. Ik voelde me zo eenzaam omdat ik niet met anderen kon praten. Dat wilde ik nooit meer meemaken. Dus zodra ik Nederlands kon, heb ik mezelf ook Engels en Frans aangeleerd. Die sprakeloosheid van toen geef ik weer via die witte, lege lippen. Dat is iets wat ik wel vaker in mijn werk doe: dingen openlaten. Ik vind het belangrijk om de toeschouwers aan het denken te zetten: waarom laat ze dit weg? Afhankelijk van wat mensen meegemaakt hebben – de ene heeft gescheiden ouders, de andere niet –, gaan ze daar op een bepaalde manier naar kijken.”

‘Ik ben echt zo’n Peter Pan die nooit groot wil worden. En die spontane, impulsieve en naïeve kant van mezelf wil ik niet verliezen’

Daarnet zei je dat wanneer je mensen portretteert, je hun ziel probeert te vatten. Wie dat ook deed, was Amerikaans kunstenaar Alice Neel. Je werk doet me wat aan het hare denken.

Villavicencio Pizango: “Ik heb een boek over haar werk gekregen van iemand die dat ook vond. Met Henry Taylor, Danny Fox en Chantal Joffe wordt mijn werk ook wel eens vergeleken. En Matisse en Picasso. Dan zeg ik altijd: ‘dankjewel!’” (lacht)

Neel babbelde naar het schijnt voortdurend tegen de mensen die ze portretteerde. Hoe zit dat bij jou?

Villavicencio Pizango: “Ja, ik praat ook veel. Maar zij mogen niet praten, ze moeten luisteren! (lacht) Of toch tot wanneer ik klaar ben met hun gezicht. Ze mogen niet van pose veranderen.”

Wat zij te vertellen hebben, heeft dus niet zoveel impact op hoe ze op het doek terecht komen? Villavicencio Pizango: “Soms wel. Als ik een verhaal over een liefdesbreuk hoor, dan is dat wel de manier waarop ik ze ga schilderen. Dan wil ik die nostalgie op het doek zien. Het is heel moeilijk uit te leggen hoe ik dat doe, maar bij mij zijn het gezicht en de houding superbelangrijk. De verhalen van de mensen, die zitten vooral in de titels. Mensen denken al snel dat mijn werk vrolijk is, door de leuke kleuren die ik gebruik. Maar dat is niet per se zo, en dat lees je in de titels.”

Shirley Villavicencio Pizango

Samson en wie?

Heeft je aankomende expo al een naam?

Villavicencio Pizango: “Ja! ‘A mon regard, tu te dérobes’. Een zin uit het gedicht Pigeon, dat voorgedragen wordt in C’est arrivé près de chez vous (mockumentary uit 1992 met Benoît Poelvoorde, red.). De film gaat over een moordenaar die gevolgd wordt door twee cineasten. Die kijken naar alles wat hij doet, infiltreren in iets wat ze eigenlijk niet zouden mogen zien. Ook als kijker krijg je het ongemakkelijke gevoel ergens bij te zijn waar je niet hoort. Dat wil ik ook creëren binnen mijn tentoonstelling: dat mensen binnenkomen in een ruimte waar intieme momenten van anderen te zien zijn die ze normaal niet zouden zien. Ik mik voor de expo op zestien doeken, geen keramiek dit keer.”

Wat is er doorgaans eerst: het werk of de titel?

Villavicencio Pizango: “Eerst het werk. Eerlijk, de titel bedenken duurt soms langer dan het maken van een schilderij zelf. Zo belangrijk is dat voor mij. In mijn titels ga je vaak woorden als zon, maan, licht en nacht vinden. Ik ben zo’n fan van de dualiteit van de dingen, omdat ik zelf in een soort dualiteit zit tussen twee culturen. Mijn Peruaanse cultuur ben ik aan het verliezen, omdat ik ondertussen de helft van mijn leven in België woon. En de Belgische cultuur gaat nooit volledig de mijne zijn. Sommige dingen van vroeger – bepaalde spelletjes of zaken als Samson en Gert – ken ik niet.”

‘Er zit een ziel in mensen, die ik uit hen neem, en die ervoor zorgt dat ze alsnog herkenbaar zijn op het doek’

Kunstenaar Shirley Villavicencio Pizango

En als je zegt dat je je Peruaanse cultuur verliest, wat bedoel je dan?

Villavicencio Pizango: “Vooral mijn taal: die is niet meer geëvolueerd. Ik spreek nog altijd Spaans zoals een 18-jarig meisje dat doet. Je maakt enkel vooruitgang door met andere mensen te praten en zo je woordenschat te verbreden. Ondertussen kan ik me soms beter uiten in het Nederlands. Maar Peru zit zeker nog in mijn werk, want ik ben supertrots op die culturen.”

Je hebt je zoontje naar de zonnegod van de Inca’s vernoemd, toch?

Villavicencio Pizango: “Ja, hij heet ‘Inti’. Dat is Quechua: zo’n mooie taal. Die wil ik ook ooit kunnen spreken. Toen ik zwanger was, wist ik meteen dat de naam Inti moest zijn, of het nu een jongen of een meisje werd. Dat had geen verschil gemaakt.”

Schilder je hem eigenlijk?

Villavicencio Pizango: “Niet vaak. Ik heb hem wel geschilderd toen hij baby was, maar nu is hij 15 maanden en herkenbaar. Ik kan hem wel vragen of ik hem mag schilderen, maar hij kan nog niet antwoorden. Dus ik wacht tot hij kan zeggen: ‘Ja mama, ik wil dat.’”

Heeft je moederschap veel impact gehad?

Villavicencio Pizango: “Op mijn herinneringen: mijn brein is niet meer hetzelfde als ervoor. En hoe ik naar mezelf kijk, naar mijn lichaam. Ik sta ook anders in de wereld: vroeger kwam kunst op de eerste plaats. Nu is die eerste plaats voor Inti. Dat is gek, want ik had nooit gedacht dat ik iets zó graag zou kunnen zien als kunst. Ik zeg hem dat wel eens: ‘Ik zie jou liever dan schilderen.’”

Shirley Villavicencio Pizango

Geen Frida Kahlo

“Mijn liefde voor kunst was er al vroeg, maar ik wist niet wat kunst wás”, vertelt Villavicencio Pizango wanneer we vragen waar en wanneer haar interesse voor de schone kunsten tot ontluiking kwam. “Samen met een vriendin ging ik vroeger na school wel vaker naar het centrum van Lima om naar juweeltjes te kijken en zo”, gaat ze verder. “Op een dag zagen we daar veel volk staan kijken naar iets. Er bleek een kunstbiënnale aan de gang te zijn. Dat was helemaal nieuw voor ons. We zijn toen een paar ruimtes binnengelopen, en ik heb toen een schilderij gezien – geen idee van wie – waar ik zó van onder de indruk was. Ik besefte toen: kunstenaar, dat is een job? Ik tekende veel in die tijd, en droomde al dat mijn kindertekeningen van Looney Tunes daar zouden hangen!” (lacht)

Moet kunst voor jou iets betekenen in de wereld? Moet het een pleidooi zijn voor diversiteit, gelijkheid of vrede? Of mag het ook gewoon mooi zijn?

Villavicencio Pizango: “Kunst kan zowel mooi als relevant zijn, toch? Je hoeft niet per se bloed te schilderen om te tonen dat vrede belangrijk is voor jou. Er zijn zoveel manieren om dat te doen. Wat ik in mijn kunst belangrijk vind, is de representatie van mensen van kleur. Die worden vaak exotisch afgebeeld. Ik wil dat ze niet meer in zo’n dienende functie staan. Weet je, ik hoor zo vaak dat mijn werk op dat van Frida Kahlo lijkt. Dan denk ik: dat is gewoon omdat ik Zuid-Amerikaans ben. Mijn werk lijkt daar helemaal niet op. Ik vind dat niet erg hoor, maar dat is wel iets dat ik wil veranderen. Veel mensen denken trouwens dat als je politiek bent, je werk heel ernstig en serieus moet zijn. Conceptueel. Maar voor mij is dat niet zo. Ik doe aan politiek door met opzet donkere modellen op de voorgrond te plaatsen.”

Die relevantie zit ook in de manier waarop je vrouwen afbeeldt.

Villavicencio Pizango: “Door de geschiedenis heen was een vrouw in de kunst vaak louter een object, hé. In mijn werk zal ik vrouwen nooit seksualiseren. Ik ga ze niet naakt portretteren. Ik wil hun lichamen niet exploiteren om er iets suggestiefs van te maken. Ik zal hen nooit in van die typische modellenposes schilderen, of in functies die van hen verwacht worden. Ik kan perfect een vrouw schilderen die zich in haar kamer ontschminkt, maar is dat het beeld dat ik van een vrouw wil geven? Neen.”

Shirley Villavicencio Pizango

Haantje

Blijkbaar had je vroeger moeite met het verkopen van je werken. Is dat nog steeds zo of lukt dat ondertussen beter?

Villavicencio Pizango: “Neen, dat gaat niet beter. Het enige verschil is dat ik het niet meer uitspreek. (lacht) Het eerste werk dat ik ooit verkocht, was van vóór ik bij een galerij zat. Er kwam een man kijken, hier in mijn atelier. Hij zei al snel: ‘Ik wil dát schilderij kopen’. Het was een intiem portret van mij met mijn haantje. Ik was zo verliefd op dat diertje: hij is gestorven en ik had het gevoel dat ik hem niet had kunnen beschermen. Ik heb het werk verkocht omdat ik wilde dat mijn pleegouders trots op mij zouden zijn. Toen de man met het schilderij vertrok en de deur dichtviel, kreeg ik tranen in mijn ogen. Dat was het eerste werk dat echt megaveel pijn deed om te verkopen. Zo zijn er een paar waarvan ik nu denk: had ik ze maar niet verkocht.”

Van de Velde: “Als ik het werk met het haantje tegenkom, laten we het dan terugkopen.”

‘Een dagboek van je emoties’, zo omschreef je in 2021 je kunst.

Villavicencio Pizango: “Dat was in een vroegere fase. Ik denk dat het nu geen dagboek van mijn emoties meer is, maar een dagboek van gebeurtenissen die veralgemeend kunnen worden. Vroeger vertrok ik van mijn gevoelens en dan gingen de werken ook over mijn gevoelens. Nu blijven die een vertrekpunt, maar ga ik ze breder trekken. Als ik vertrek vanuit de relatie met mijn broer, die autisme heeft, dan zal ik dat nu gaan veralgemenen. Omdat ik het zo’n belangrijk thema vind. Hetzelfde met het moederschap: ik vertrek van het mijne, maar er zijn nog zo veel andere moeders. Die wil ik ook weergeven. Mijn persoonlijke emoties zijn universele thema’s geworden.”

De expo ‘A mon regard, tu te dérobes’ van Shirley Villavicencio Pizango loopt van 7 september tot 6 oktober bij Gallery Sofie Van de Velde in Antwerpen.

Meer lezen

Door Cara Brems. Beeld: Lalo + Eva. Visagie: Nicky de winter.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content