Sara De Roo als eerste minister in Black-out: ‘politiek is niets voor mij’

Terwijl ze volop de volgende generatie toneelspelers boetseert aan het conservatorium van Antwerpen, lost actrice Sara De Roo (49) in de nieuwe fictiereeks Black-out als eerste minister ook nog eens politieke crisissen op. Een blik in het hoofd van Belgiës eerste schermpremier.

Even wuift Sara De Roo naar de foute Man met Laptop, zoals ze een kwartier geleden ge-sms’t kreeg, wanneer ze het Grand Café van deSingel in Antwerpen komt binnengewaaid. Na een verontschuldigend gebaar schuift ze al lachend bij de juiste tafel aan. De actrice vond nog een gaatje in haar agenda, tussen haar vele werk voor de dramaopleiding aan het Antwerpse conservatorium. Een afspraak in haar tweede thuis als artistiek coördinator leek ons daarom niet meer dan gepast.

Hoewel haar nieuwste acteerproject Black-out aanvankelijk gepland stond om midden november op Eén te verschijnen, kreeg de spannende fictiereeks een verrassingsrelease in september op het nieuwe televisieplatform Streamz. De verwachtingen waren bijzonder hooggespannen. Nog voor de eerste aflevering uitgezonden werd, werd de Eén-serie namelijk al genomineerd voor de prestigieuze Prix Europa 2020.

In de reeks speelt Sara De Roo de Belgische eerste minister Annemie Hillebrand die een nationale energiepanne op haar bord krijgt na de sabotage van een kerncentrale. Alsof dat nog niet genoeg is om te verwerken, krijgt ze ook nog eens te horen dat haar dochter ontvoerd werd. De boodschap van de daders is even klaar als hartverscheurend: als de lichten terug aangaan, ziet ze haar kind niet meer levend terug.

“Mensen hebben soms het idee dat ik erg hard kan zijn”

Toen De Roo het script in 2018 in handen kreeg, was Sophie Wilmès nog geen eerste minister in lopende zaken geweest. Intussen haalde de realiteit de fictie genadeloos in. De elektriciteit in het café blijft voorlopig gelukkig wel gewoon branden.

“Ja, jongens. Als je zolang wacht met de reeks uit te zenden, is het momentum voorbij natuurlijk”, lacht De Roo smakelijk. “Ik denk dat de impact van een vrouwelijke premier nu misschien wat minder groot is. Fictie kan mensen doen wennen aan iets wat ze nog niet kennen. Ik vond dat een heel goed idee, en was ook geboeid door het dilemma waar die vrouw mee te maken krijgt. We hebben tot de laatste snik gediscussieerd over hoe ze daarmee zou omgaan en mee zou worstelen. Wat is de impact van de dingen die gebeuren? En hoe behoud je het evenwicht tussen de controle niet verliezen vanuit een machtspositie en met iets heel heftigs geconfronteerd worden in je privéleven? Verhalen kunnen je blik op de wereld verruimen. Net daarom vind ik het zo verontrustend dat de kunsten vandaag zo in de verdrukking zijn.”

Als premier zou je daar natuurlijk iets aan kunnen veranderen. Ambieer je zelf een politieke carrière?

Sara De Roo: “( resoluut) Nee, hoor, ik kan dat niet. Ik ben geen dossiervreter. Ik merk dat ook bij het werk dat ik nu op het conservatorium doe: er zijn een aantal dingen die ik goed kan, maar veel informatie verwerken op korte tijd is echt niet mijn specialiteit. Laat dat maar over aan de mensen die er iets van kennen. Wie dan ook, eigenlijk ( lacht).”

Laat ons toch eens de proef op de som nemen: welke maatregel zou jij met de regering De Roo I als eerste invoeren?

De Roo: “Ik zou quota invoeren. Ik denk echt dat dat nodig is. Het systeem verandert nu eenmaal niet vanzelf. Wij hebben bij tg STAN vijfentwintig jaar lang gedacht dat er op een gegeven moment wel mensen van kleur uit de toneelscholen zouden komen, en ze dan vanzelf wel op onze podia te zien zouden zijn. Nu begint dat stilaan te gebeuren, maar het gaat zo belachelijk traag. Vanuit onze dramaopleiding hebben we daar oog voor en proberen we daarnaar te handelen. Alleen mooie woorden zijn natuurlijk niet goed genoeg. Het is echt een werk van lange adem. Er wordt te weinig gedaan om de kleur in onze maatschappij te vertalen naar kleur in de instellingen waar de mensen met macht zitten. Dat vind ik een groot probleem.”

In een interview liet je ooit optekenen dat je haast geen enkel gekleurd gezicht in de theaterzalen ziet. Zelfs niet toen je een stuk speelde van Fikry El Azzouzi, een schrijver van Marokkaans-Vlaamse afkomst.

De Roo: “Het is inderdaad moeilijk. Bij schoolvoorstellingen zie je ineens plots wel kleur vertegenwoordigd, dus ik neem aan dat het deels ook een generatiekwestie is. Ik denk daarnaast dat wij als spelers meer onze eigen overtuigingen en parameters in vraag moeten stellen. Niet dat je alles overboord moet gooien, maar wel je verworvenheden onder de loep durven te nemen. Ik ben heel blij dat we met de opleiding dit gesprek aangaan. Zo heb ik de Antwerpse woordkunstenaar Hind Eljadid onlangs kunnen overtuigen bij ons les te komen geven. Ik ben heel blij dat zij mee haar schouders onder deze dialoog wil zetten. Hopelijk kan het iets teweegbrengen wat verder strekt dan de muren van het conservatorium.”

Wie een vrouwelijke premier zegt, denkt meteen aan de Deense politieke serie Borgen die liep van 2010 tot 2013. Is Black-out het Vlaamse antwoord op die succesreeks?

De Roo: “Ik heb het mij zeker ook afgevraagd hoor, maar het is toch iets anders. Black-out is meer plotgedreven, vind ik. De dialogen zijn veel functioneler dan bij Borgen en je hebt minder plaats voor de politieke intrige. Bij Black-out is die politieke verhaallijn, samen met het verhaal van de politie en het hele whodunit-gegeven, op een heel ingenieuze wijze in elkaar vervlochten.”

Je bent voor het eerst terug op het kleine scherm sinds 2013. Bij je televisiedebuut in De Parelvissers vertelde je dat tv niet echt je ding is, dat je liever de mensen in de ogen kijkt wanneer je iets vertelt. Ervaar je dat gevoel nog steeds?

De Roo: “Ik ben na vijfentwintig jaar bij STAN weggegaan omdat ik moe was. Niet fysiek, maar mentaal moe van avond na avond de mensen aan te kijken. Dus dat gevoel is intussen misschien wel wat veranderd, ja. Ik hou nog steeds heel erg van een rechtstreeks contact met het publiek, dat vind ik nog altijd de beste leerschool, maar het theater vraagt een heel ander engagement dan televisie. Je hebt een veel langere repetitie- en speelperiode in vergelijking met film. En het is een groepsengagement. Dat is het prachtige aan theater, en eigenlijk ook het politieke eraan, want je moet het uiteindelijk toch voor elkaar krijgen samen. Ik was dat diepgaande engagement even moe en vond het moeilijk te combineren met de school, die ook mijn passie is. Dan is film gemakkelijker in mijn leven te passen momenteel. Je hebt daar veel meer departementen waarin de acteurs slechts een schakel zijn.”

Kinderen als project

De Roo wikt en weegt haar woorden. Hoewel ze zichzelf geen politica waant, wil ze duidelijk geen verkeerde boodschap overbrengen. Regering De Roo I is er een van nuance, maar schuwt de kritiek niet.

De keuzes van haar personage Annemie vindt De Roo bijvoorbeeld bijzonder dubbel. In plaats van de politie officieel in te schakelen bij de kidnapping van haar dochter Elke, vraagt ze het hoofd van de antiterrorismedienst ( Geert Van Rampelberg) om in het geheim Elke op te sporen. Anders dan Annemie zou De Roo wel open kaart spelen mocht het haar als moeder ooit overkomen. “Ik zou het anders aanpakken. Haar zwijgen wordt namelijk ook haar ondergang.”

Welke aanpak typeert Sara De Roo als moeder?

De Roo: “Ik heb twee kinderen, ze zijn allebei tieners nu. Ik hecht heel veel belang aan vertrouwen bij de kinderen. Mijn man en ik praten veel met hen over onze ideeën, onze vragen en onze twijfels. Maar aan de andere kant laten we hen ook los, zodat ze elk de wereld op hun manier kunnen verkennen. Ze krijgen van ons het vertrouwen om eropuit te trekken, te zoeken en af en toe met hun kop tegen de muur te lopen. Dat hoort erbij. Voor de rest denk ik dat mijn zoon en dochter vinden dat ik te veel achter mijn computer zit. ( lacht) Ik heb te veel werk. Zeker tijdens de lockdown vond ik het heel moeilijk om privé en werk gescheiden te houden. Daar probeer ik nu wat beter op te letten, maar het is me totaal niet aan het lukken.”

“Je kunt geen deel uitmaken van het instituut én er tegelijkertijd tegen schoppen”

Ben je goed in loslaten?

De Roo: “Als ouder heb je uiteraard bepaalde dromen voor je kind, maar het is bevrijdend om je verwachtingen los te laten. De dingen zullen altijd anders gaan dan hoe je denkt dat ze zullen gaan. Ik had me bijvoorbeeld ook nooit kunnen voorstellen dat ik zou weggaan bij STAN. Het was mijn leven, dat zijn de mensen van wie ik hou. Nu kijk ik er met veel warmte op terug en ben ik blij met wat ik nu doe aan het conservatorium.”

Veranderde je op bepaalde vlakken sinds je moeder bent geworden?

De Roo: “Ja, totaal! Ik ben verantwoordelijker geworden. Voor ik kinderen had, trok ik me van weinig dingen iets aan. Vooral niet van mijn eigen welzijn. De zorg en verantwoordelijkheid voor iemand anders waren me totaal vreemd. Ik hoorde onlangs iemand zeggen dat het mooie aan kinderen maken niet zozeer is dat ze van jou zijn, maar dat je met iemand anders een levensproject hebt. Je gaat een engagement aan voor het leven.”

Heeft het moederschap je ook zachter gemaakt?

De Roo: “ (stil) Mensen hebben volgens mij soms het idee dat ik erg hard kan zijn. Ik denk dat dat net voortkomt uit het feit dat ik dingen heel gemakkelijk kan loslaten. Mensen loslaten is uiteraard minder vanzelfsprekend, maar als het tussen mij en iemand anders niet werkt, dan zal ik die ook vaak niet meer zien uit zelfbescherming.”

Je kunt ook best hard zijn voor jezelf, vertel je, bijvoorbeeld wanneer je jezelf ziet acteren op scherm.

De Roo: “Mezelf bekijken vind ik echt een straf, een mentale beproeving. Ik vind dan dat ik niet goed speel, dat ik me aan alles bezondig wat ik mijn studenten probeer in te peperen. En ik vraag me af hoe mensen ernaar kijken. Mijn vrienden zeggen het ook: ‘Je bent nooit tevreden’. Ik denk echter dat dat voor mij de enige manier is om te leren. Ik ben wel trots op mezelf hoor, en ik ben trots op deze serie, maar dat wil niet zeggen dat je jezelf geen kritische vragen kunt stellen.”

Alles bestaat

“Stoort het als ik heel even deze mail beantwoord?” Bij een interview met de coördinator van een dramaopleiding komen de studenten vanzelfsprekend op de eerste plaats. Zeker aan het begin van het academiejaar.

Had je zelf ooit verwacht om in een coördinerende rol in het onderwijs te staan?

De Roo: “Helemaal niet. Hoe gebeurt zoiets? Ik ben indertijd vrij snel na mijn afstuderen gevraagd om les te geven aan de school. Ik heb dat altijd graag gedaan en vond dat zelf ook heel leerzaam. Je begint je uiteindelijk steeds meer met dingen te bemoeien, ideeën te geven, je gaat je meer engageren. Het verliep eigenlijk heel organisch. Door nu de eindverantwoordelijkheid te hebben, merk ik dat ik ook anders met studenten en het werk omga. Vroeger zat er meer anarchie in mij. Daarom overweeg ik soms om geen les te geven zolang ik deze verantwoordelijkheid heb. Je kunt geen deel uitmaken van het instituut én er tegelijkertijd tegen schoppen. En ik vind het belangrijk dat de artiesten die met onze studenten werken hen net leren dat ze niet zomaar alles moeten aannemen.”

Je studeerde zelf af onder de iconische Dora van der Groen. Is er een bepaald devies van haar dat je nu zelf toepast?

De Roo: “Een uitspraak waar ik vaak aan moet denken, is: ‘Alles bestaat’. Soms komen hier mensen binnen op school van wie je denkt dat het nooit wat zal worden. Vier jaar later zijn ze bij het afstuderen de primus van de klas. Wie had dat gedacht? Soms denk je in het tweede jaar nog dat het verwachte talent er niet lijkt uit te komen. Het is zo mooi om iemand dan toch in zichzelf te zien indalen. Alles bestaat. Ik geef daarom het liefst les aan mensen van wie je aanvankelijk eigenlijk niet echt weet of ze een speler zullen worden.”

Vind je het anderzijds niet moeilijk om in het huidige cultuurklimaat je studenten een onzekere toekomst in te sturen?

De Roo: “Natuurlijk heb ik het daar moeilijk mee! Het is een reden te meer om dat begrip van excellentie los te laten. De school heeft jarenlang de traditie gehad om enkel de beste toneelspelers te willen opleiden. Als je afstudeerde, had je werk, maar tijdens de opleiding kon je ook op elk moment buitengegooid worden. Daar wilden Clara van den Broek ( De Roo haar co-coördinator tot eerder dit jaar, red.)  en ik  komaf mee maken. Je kunt jezelf enkel ontwikkelen als je fouten mag maken, en kunt leren uit je vergissingen.”

De cultuursector kreeg best wat klappen de voorbije maanden.

De Roo: “Ja, en dat maakt me boos. Het doet me beseffen dat ik met STAN en met mijn generatie tout court een heel mooie, rijke periode gekend heb. Niet eens qua geld, maar qua mogelijkheden, groeikansen en vertrouwen. Nu is alles zo afgemeten en heerst er overal wantrouwen. Wij leven in een maatschappij waarin we communiceren met contracten.”

Hou je met het vele werk zelf nog tijd over om te spelen?

De Roo: “Ik speel amper nu. Ik beschouw dat niet als definitief, maar ik ben er ook niet naar op zoek. Ik heb simpelweg te veel werk op school. Acteren is enkel leuk als je er de tijd voor hebt. Als ik honderd dingen tegelijkertijd moet doen, verlies ik mijn spelplezier. Wel ga ik meer kijken naar het theater dan vroeger. Soms kan ik het dan wel missen, maar tegelijkertijd denk ik dat ik mij heel nuttig maak in die opleiding. Het landschap is al vol met mensen die niet aan de bak geraken. Als ik daar ook nog eens tussen moet gaan lopen… Maar ik beschouw mijn werk op het conservatorium niet als iets wat ik tot het einde van mijn dagen zal doen. Als de tijd rijp is, neem ik iemand mee op mijn traject, zodat ik de fakkel kan doorgeven. En dan ga ik terug spelen. Als het theater dan nog bestaat, tenminste ( lacht).”

Black-out is nu te bekijken op Streamz en midden november op één.

Over Sara De Roo

  • Studeerde in 1991 af bij Dora van der Groen.
  • Was kernspeler bij theatergezelschap tg STAN tot 2018 en acteert sindsdien freelance.
  • Maakte haar televisiedebuut in 2006 met De Parelvissers en speelde  later in Met Man en Macht.
  • Speelde in de verfilming van Griet Op de Beecks Vele Hemels Boven de Zevende in 2017.
  • Is sinds 2015 artistiek coördinator van de afstudeerrichting Acteren van de opleiding Drama aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen.

Tekst: Jorik Leemans – Beeld: Diego Franssens

Meer over cultuur:

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content