Gaan we dansen op tafel?
Chef Cultuur Tanja Dierckx ging naar RAVEL van Ballet Vlaanderen en genoot van de Boléro.
Klassieke muziek is nooit een prioriteit in mijn cultureel leven geweest, zodat mijn kennis terzake helaas aan de beperkte kant is – shame on me! Nu, ik kan wel wat klassiekers neuriën, zoals ‘Für Elise’ van Beethoven, de ‘Vier Jaargetijden’ van Vivaldi, de ‘Peer Gynt Suites’ van Grieg, het ‘Requiem’ van Mozart, ... En als ik wat bedenktijd krijg, vind ik er wellicht nog een paar.
Maar ik heb wel degelijk één favoriet. Eén compositie steekt er torenhoog bovenuit: de Boléro van Ravel. Daar ben ik nu eens echt compleet weg van. De Boléro is zoals goeie seks. Intens en opzwepend. Maar ook een beetje opdringerig, bedreigend, verslindend en op het einde... transcendent.
Je kent het uiteraard. Het begint met een trommel en een dwarsfluit, en daarna glijdt het voltallige orkest in met klarinet, hobo, trompet, sax, hoorn en strijkersarsenaal. In vaktermen zou ik durven jubelen: een spectaculaire crescendo die glissandi in een fortissimo overgaat, jawel! Na zo’n dik kwartier is er de climax. En wat voor een. Zo wil ik er elke dag wel een.
De Boléro heeft een mooi verhaal. Het ontstond in 1928 als een ballet, waarvan de muziek werd geschreven door Maurice Ravel in opdracht van de Russische danseres Ida Rubinstein. Maar echt beroemd werd het dankzij de choreografie van Maurice Béjart. Hij zette in 1961 een grote ronde tafel op het podium en liet daarop Duka Sifnios een solo uitvoeren met 40 dansende mannen errond. Dat was in onze Brusselse Muntschouwburg, by the way.
In 1979 draaide Béjart de rollen om: de sterdanser Jorge Donn met 40 dansende vrouwen rond de tafel, en zes maanden later dezelfde Jorge Donn met 40 dansende mannen. Sindsdien wisselden de geslachten nog vaak, maar aan Béjarts vormgeving werd niet getornd. Zo hoort het, want zijn Boléro-choreografie is een pareltje. Repetitief en tegelijk verrassend. Gedateerd en tegelijk tijdloos. Sexy.
Ik was dan ook dolgelukkig toen ik vorige zaterdag Béjarts Boléro live zag in de Antwerpse Opera. Op het podium stond de knalroodste tafel uit de balletgeschiedenis. Daarop deed de Amerikaanse Drew Jacoby haar ding met armen, benen en... een waanzinnig wervelende ruggengraat. Schitterend. Naar traditie wachtten de dansers aan de zijlijn hun beurt af, tot ze één voor één de scène op mochten en in de finale een strak geheel vormden. De solist geeft de melodie vorm, de dansers het ritme. Zo goed bekeken van Béjart. Heerlijk.
En zoooo jammer dat het gedaan was... En neen, deze week niks om over na te denken. Gewoon gaan kijken en genieten in Gent!
Boléro is de afsluiter van de voorstelling RAVEL na ‘Exhibition’ van Sidi Larbi Cherkaoui en ‘Ma Mère L’Oye’ van Jeroen Verbruggen. RAVEL speelt, met telkens een andere solist in de Boléro, op do 16/6 (Wim Vanlessen), vr 17/6 (Laurie McSherry-Gray), zo 19/6 (Anastasia Paschali), do 23 (Laurie McSherry-Gray) en za 25 juni (Drew Jacoby) in de Opera Gent.
Op dit filmpje zie je Wim Vanlessen als solist.
Chef human interest & cultuur Tanja Dierckx houdt van cultuur in alle vormen en kleuren. Voor Feeling interviewt zij baanbrekers, gastvrouwen en andere gewone mensen met een interessant kantje. Op zondag blogt zij onder de titel ‘Food for Thought’.
Lees hier alle blogs van Tanja.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier