Willy Vanderperre: “Modefotografie probeert een gevoel en een tijd neer te zetten”
Instituten als Prada, Vogue en i-D weten dat Willy Vanderperre meer dan kleding in beeld brengt. In het MoMu toont een overzichtsexpo hoe zijn gelaagde beelden elke blik vast weten te houden.
In een wereld waarin iedereen lijdt aan drukte, is het eerste radicale dat aan Willy Vanderperre opvalt zijn tijd. Voor ons gesprek trok hij anderhalf uur uit, daar stond hij op. “Ik ben een prater, mijn gedachten gaan alle richtingen uit”, zegt hij nadat hij op het scherm is gefloept. “Met foto’s is het net hetzelfde: soms heb je tijd nodig om tot een essentie te komen.” Die essentie is exact wat hij vanaf 27 april zal tonen in het MoMu dat met ‘WILLY VANDERPERRE prints, films, a rave and more’ een eerste fototentoonstelling presenteert.
Ik zit nog midden in mijn verhaal, het werd dus geen retrospectieve maar een overzichtstentoonstelling
De selectie aan beelden – veel daarvan gemaakt in samenwerking met zijn jarenlange partner, superstilist Olivier Rizzo – bewijst hoe Vanderperre, met een fotografisch oog dat mode en kunst combineert, mee de visuele identiteit bepaalde van hoe modemerken in ons geheugen gegrift staan. Niet in het minste door de jarenlange, dichte samenwerking met hun goede vriend Raf Simons die bij bijna al zijn grote projecten een beroep deed op zijn intimi. De kleren bij Jil Sander, bij Dior, bij Calvin Klein en nu ook bij Prada waren dan wel van Simons’ hand, maar de krachtige beelden en indringende blikken in soms kraaknette, dan weer duistere werelden ontstonden dankzij het oog van Willy Vanderperre.
Geen retrospectieve
Al kwam MoMu’s vraag voor een samenwerking gelijk met een intern conflict voor de fotograaf. Willen of niet, grote expo’s van nog levende figuren impliceren soms een afsluiting van een hoofdstuk. Het is de reden waarom niet iedereen blij is met een lifetime achievement award, en ook Vanderperre was niet opgezet met het idee iets te moeten afsluiten.
“Ik ben iemand die graag naar de toekomst kijkt. Ik sta graag en gelukkig op, ben steeds nieuwsgierig voor de volgende dag en ik hou van wat ik doe. Lang terugkijken naar het verleden is niets voor mij. Ik zit nog midden in mijn verhaal en heb nog veel te vertellen. We veranderden dus gelijk van naam: het werd geen retrospectieve maar een overzichtstentoonstelling”, zegt Vanderperre.
Veeleer dan een terugblik zien we sprekende beelden waarmee hij het modebeeld van de laatste decennia mee bepaalde – bij toonaangevende magazines als i-D en AnOther Magazine of in de campagnes van Calvin Klein en Jil Sander. Ze geven een inkijk in zijn technieken, zijn samenwerkingen en gaan over thema’s die hem al zijn hele leven raken.
Mode gaf het gevoel dat je kon ontsnappen, dat er daarbuiten een wijdere wereld was waarvan je kon dromen.
“Modefotografie probeert zo veel mogelijk een gevoel en een tijd neer te zetten, niet alleen door de kleren die elk seizoen veranderen maar vooral door te capteren wat er in de lucht hangt. Het zal de wereld niet veranderen, maar het is wel een krachtig medium waarmee je veel aan een groot publiek kunt vertellen, of het nu een droom is of een reactie op de wereld rond ons heen.”
In plaats van, zoals wel vaker gebeurt, met een tijdslijn te werken – “dat impliceert toch vaak een soort van begin en einde” – opteerden Vanderperre en curator Romy Cockx voor een editorial approach. Opgedeeld in thema’s staan beelden uit verschillende periodes in dialoog met elkaar, waardoor je de fotograaf en zijn gevoelige werkwijze door de jaren heen voelt terugkomen. Steeds zoekend naar dat vluchtige moment met de persoon aan de andere kant van de camera, of het nu een onbekende jongen, een supermodel of een Academy Award-winnaar is.
“Ik koos in mijn werk nooit voor de grote emoties, voor foto’s van het springende meisje in de studio met een grote glimlach. Ik probeer altijd dieper te graven en dichter bij de persoon te geraken. Door nu per museumruimte een andere emotie en ervaring te creëren doe ik dat ook.”
Modieus in niemandsland
Hoe emotioneel de rol van kleren kan zijn, viel hem misschien nog harder op door de totaal van mode verstoken omgeving waarin hij opgroeide. Een slagerszoon in een grimmige grensstad in de Westhoek, die al sinds het tweede leerjaar bij “meester Dany” wist dat hij gek was op alles wat creatief was.
“Mijn eerste herinneringen aan mode dateren uit de jaren tachtig”, zegt Vanderperre. “Dat was het begin van de grote subculturen, ik was een kind van de new wave. Het was de tijd van de New Romantics, van popmuziek, van de geboorte van MTV en in al die subculturen was mode heel belangrijk.” In deze pre-internet-tijd waarin Madonna en Jean Paul Gaultier goden waren, waarin je helemaal naar ‘de grote stad’ – Kortrijk dus – moest om een modemagazine te zoeken, was het een vorm van expressie. “Mode gaf het gevoel dat je kon ontsnappen, dat er daarbuiten een wijdere wereld was waarvan je kon dromen.”
Jeugdigheid is van alle leeftijden. Ik kijk zo ook naar mezelf: ik ben iemand jeugdig en dat zal zo blijven
Op de vraag of hij ook als prille tiener aan mode verslingerd was, beschrijft hij zowel de tijdsgeest als zijn rebelse karakter in een mooi gestoffeerde herinnering. Omdat de kunsthumaniora toentertijd pas vanaf vijftien jaar werd aangeboden, had het lokale PMS – het toenmalige CLB – de familie Vanderperre aangeraden om hun zoon richting houtbewerking te sturen. En net zoals alle kinderen aan de vooravond van de rest van hun leven, mocht ook Vanderperre van zijn moeder een nieuwe outfit uitkiezen toen september voor de deur stond: “Op mijn eerste schooldag houtbewerking op de technische school, arriveerde ik in een groene, afgeschuurde en leren jas met brede epauletten en een zijdelingse rits – laten we eerlijk zijn, in een vrouwenjas. (lacht) Toen ik die dag de speelplaats op wandelde, maakte ik gelijk mijn entree. Maar goed: ik was expressief in hoe ik me voelde en mode was belangrijk voor me. En dat het me ergens ook wat tot de weirdo maakte, bracht ook een kracht met zich mee.”
Margiela & Nirvana
Enkele jaren later is het zover en kan de West-Vlaamse tiener uit Menen dan toch de grote overstap maken naar de Antwerpse Modeacademie waar de Antwerpse Zes furore hadden gemaakt. Net als zijn helden wilde hij kleren maken, tot hij effectief achter de schoolbanken belandde: “Mode begint met een moodboard, een verzameling beelden waaruit je een idee destilleert en begint te tekenen. Dan maak je patronen en vervolgens kledingstukken. Voor mij was het een lastige transitie om door al die fases te ploeteren tot je resultaat had. Ik was de hele tijd bezig met foto’s te nemen, om daarvan een collage te maken, om daar vervolgens een tekening van te maken die dan zou leiden tot een kledingstuk. Ik vond dat zo’n omweg, want wat ik wilde vertellen was stap één: de foto.” Hij slaagde erin om nog midden in het jaar van richting te veranderen en fotografie te gaan studeren.
Modefotografie wordt te vaak nog als een commerciële toegeving beschouwd. Wat het doet, is een tijdsgeest neerzetten
Alleen hield hij het ook daar al snel voor bekeken, mede dankzij Nirvana. “1991 was een wereldwijd keer- en breekpunt. Plots was daar de grunge en zette de wereld zich tegen het vorige decennium af. Net in die periode zat ik op de academie en werd het duidelijk hoe modefotografie meer kon betekenen. Er ontstond een soort cross-over met kunst”, zegt hij over de jaren waarin ook de ruwe mode van Martin Margiela opgang maakte. “Ging modefotografie eerst over glossy beelden en het produceren van stereotypes, dan werd identiteit in de jaren negentig plots heel belangrijk. Daar was ineens Kate Moss die eigenlijk iets te klein en iets te tenger was. Het beeld werd rauwer. Daar wilde ik tijdens mijn studie meer op focussen, maar de school was daar niet klaar voor en bleef die klassieke richting uitgaan. Rebels als ik was, vond ik dat ik een ander verhaal te vertellen had. Misschien waren zij juist en ik verkeerd, maar op dat moment vond ik dat ik juist was en zij verkeerd, dus ben ik gestopt.” (lacht)
Boccaccio, Cafe d’Anvers en Fuse
Vanaf dan zouden werken en feesten door elkaar lopen. “Ik ben ook een kind van de Boccaccio, van Café d’Anvers, van Club 55 in Kuurne en van de Fuse. Dat nam alles een tijdje over, tot ik op een bepaald moment besliste dat daar aan einde aan moest komen om het leven serieus te kunnen nemen”, zegt Vanderperre, die tussen het feesten en het werken om zijn studiebeurs af te betalen nooit stopte met fotograferen. Met een energie die alleen jongeren aan de dag kunnen leggen, kwam hij ’s zondags met vrienden en taartjes samen om shoots te verzinnen. ’s Nachts ontwikkelde hij de rolletjes om de volgende dag weer aan het werk te gaan. “Die drive hield me bezig. Het was een plezante en heel leerrijke periode”, zegt hij daarover. “Ik wist dat ik iets te vertellen had. De grote drang om dat met de wereld te delen, was bijna geen keuze. Ik moest dat doen. Foto’s waren de directe manier om dat te delen.”
En de manier waarop hij dat deed, is zowel heerlijk naïef als rechtdoorzee. “In België waren weinig modebladen en de enkele die er waren, werkten met vaste teams. In het buitenland was meer ruimte voor wisselwerking en kreeg jong talent meer plaats”, zegt Vanderperre. En dus stuurde hij zijn shoots per post op naar redacties in heel Europa. “We zijn daar met de grootste naïviteit aan begonnen: kijk wij hebben dat gedaan, vinden jullie dat goed en zouden jullie dat willen publiceren? Naar het buitenland toe werken was impulsief, nooit zat er een plan achter om de wereld te veroveren.” Al is dat exact wat er gebeurde. Ruim vijfendertig jaar nadat Olivier Rizzo hem aan een tafeltje van Antwerps iconisch café Witzli-Poetzli voorstelde aan Raf Simons, en ze vrienden werden en voor hun plezier gingen samenwerken, veroverde het drietal de mode. Het opvallendste is hoe ze erin slaagden om steeds te blijven samenwerken, ondanks alle snelle veranderingen binnen de sector: “Als je elkaar kunt blijven interesseren, dan kun je zowel in een vriendschap als in een professionele relatie voor altijd blijven groeien. Zolang er respect is, je elkaar kunt uitdagen en je kunt communiceren.” Al wordt het werken er niet makkelijker op: “Shoots voor Raf creëren blijft een uitdagende opdracht. Met je voorstellen wil je altijd blijven triggeren zodat het interessant blijft, maar hoe langer je iemand kent hoe moeilijker dat wordt. Ook al is het een fijn gevoel dat je blijft proberen elkaar te verrassen.”
Belangrijkste persoon van de wereld
Dat onbetwistbare geloof dat er op dag één al was in de sterkte van een beeld, van een blik, schemert nog steeds door in Vanderperres werk. Of het nu draait om een grootscheepse modellencampagne voor een A-list merk of om een portret van een naakte jongeman wiens ogen je kalm aankijken. Telkens weer doet hij kijkers stilstaan met een zorgvuldig samenspel van licht, een blik en als het ware uit films weggeplukte cadrages. Meer nog dan mode zijn het krachtige beelden.
Voor mij is er geen verschil tussen kunst en modefotografie. Zodra een beeld tot nadenken stemt, heeft dat dezelfde waarde
“Modefotografie wordt vaak nog als een commerciële toegeving beschouwd maar wat het doet, is een tijdsgeest neerzetten. Vandaag kijken we vol bewondering naar renaissanceschilderijen waarvan we weten dat die mensen in beeld de allernieuwste mode droegen. Het is modefotografie nog voor het medium bestond. Voor mij is er dan ook geen verschil tussen kunst en modefotografie. Zodra je een beeld maakt dat tot nadenken stemt, heeft dat dezelfde waarde.”
En daarbij is de band met wie aan de andere kant van de lens staat, van primordiaal belang. “Ik ben nogal een stille fotograaf. Het onvermijdelijke sfeertje van voyeurisme dat een camera met zich meebrengt, probeer ik zoveel mogelijk weg te halen door de mensen die voor me staan tijd en een safe space te bieden, zodat ze op hun gemak zijn. Want alles is energie: ik geef energie, de andere persoon geeft energie terug, en dat proberen we op beeld te vangen. Wie voor de camera staat, is voor mij de belangrijkste persoon in de hele wereld en krijgt al mijn aandacht.”
Forever Young
Net zoals in het oeuvre van Raf Simons als ontwerper, is het werk van Willy Vanderperre door de jaren heen doorspekt met referenties naar de jeugd. Vaak verguisd door oudere generaties is Vanderperre een meester in het neerzetten van de mooiste kanten van die explosieve periode in het leven. Jeugd en jeugdigheid zitten in zijn beelden, het was het onderwerp van de kortfilms die hij in het verleden regisseerde, zelfs de rave die hij samen met het MoMu in het kader van deze expo organiseert, is een viering van alles wat jong en jeugdig is.
“Op korte tijd vinden onvoorstelbaar veel veranderingen plaats. Jeugd is een moment van puurheid, maar ook van verlies van onschuld. Het is een tijd van twijfel, maar ook van zo overtuigd zijn van jezelf. Je hebt een stem, maar eigenlijk nog niet. Je wilt je uiten, maar hoe en waarom weet je nog niet helemaal. Het is jij tegen de wereld, en de enigen die dat begrijpen, zijn je leeftijdsgenoten. Iemand van vijfentwintig jaar begrijpt iedereen, maar tieners begrijpen alleen elkaar”, zegt Vanderperre over de grondslag van zijn fascinatie. “Dat is wat ik met mijn visie op hen, met wat hen beweegt, in beeld probeer om te zetten.”
Eerlijk is eerlijk: tegenover de wereldwijde fascinatie voor jong-zijn, ontstaat vandaag wel een steeds krampachtigere afwijzing van ouder worden. Op de vraag hoe hij zich daar als modefotograaf toe verhoudt, reageert hij gelaten: “De honger naar jeugd is niet nieuw en zal eeuwig zijn: jeugd is onze toekomst en iedereen kijkt liever naar de toekomst. Daartegenover staat natuurlijk nog iets anders, en dat is jeugdigheid. Die zoek ik bij iedereen die ik in beeld breng, en die is van alle leeftijden. Kijk naar de onlangs overleden Iris Apfel, die was op honderdentwee nog jeugdig. Jeugdigheid interesseert me ook, da’s de brandstof die maakt dat we nieuwsgierig blijven naar morgen. Ook vandaag kijk ik zo nog naar mezelf: ik ben iemand jeugdig en dat zal zo blijven. Het zit gewoon in mijn energetische zijn.”
‘WILLY VANDERPERRE prints, films, a rave and more’ loopt vanaf 27 april tot en met 4 augustus 2024 in het MoMu – Modemuseum Antwerpen, Momu.be
Meer cultuur
Door: Natalie Helsen. Beelden: Willy Vanderperre.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier