Dé roman: Kwikzilver
De grootmoeder van Ann De Craemer moet noodgedwongen haar plattelandswoning verlaten voor een serviceflat in de stad. Terwijl haar oude huis over een paar jaar hoe dan ook zal worden gesloopt, probeert grootmoeder Elisa haar verleden te redden door levensechte verhalen te vertellen. Over haar huwelijk en het kind dat stierf, over familiefeesten of over de vluchtelingen die in de oorlog in haar huis schuilden. Ann De Craemer is een meester in kleine details. Net als in De Seingever schrijft ze over dingen die nooit zouden mogen voorbijgaan, met tedere weemoed en veel liefde voor haar personages.
Kwikzilver, Ann De Craemer, De Bezige Bij Antwerpen
Lees hier al een fragment
"Ik was die dag niet de enige die door het rasterwerk van de poort naar de auto staarde, maar toch sta ik daar in mijn herinnering alleen, met als achtergrondgeluiden de ronkende motor en het geblaf van Mickey, die onrustig tegen de poort op sprong. Grootmoeder, door mezelf en haar negenentwintig andere kleinkinderen altijd ‘mémé’ genoemd, had Mickey
gekregen van nonkel Fernand, die vijf jaar eerder aan kanker was bezweken. Fernand, zo zeggen degenen die hem beter hebben gekend dan ik, was een specialleke, een halve kunstenaar met altijd zotte ideeën in zijn kop, en de trotse eigenaar van een donkere kamer waar hij de foto's ontwikkelde die hij dagelijks maakte. In het voorjaar van 1984, toen hij al wist dat zijn einde nabij was, was hij in de Herderstraat komen opdagen met een hond die hij had gekocht van het circus dat met halfvasten de stad aandeed. Hij had er honderd frank en flink wat pinten voor betaald, maar grootmoeders hond Bruno was net dood, en Fernand vond dat ze een goede waakhond moest hebben."