Tips van een expert: eet 21 dagen zoals je grootmoeder

Pieter Vanderhaegen

13 dec 2016

Hoe wordt iemand een betere versie van zichzelf? Dat is een vraag die Pieter Vanderhaegen, auteur van het boek ‘21 dagen, 100 challenges voor een gezonder, wijzer en blijer leven’, sterk bezighoudt. Hij geloof dat gewoonten hierbij een belangrijke rol spelen. De filosoof Aristoteles formuleerde het zo: “We are what we repeatedly do. Excellence then, is not an act, but a habit.” Exclusief voor Feeling geeft Pieter drie dagen lang tips om de beste versie van jezelf te worden.

De notie ‘21 dagen’ startte in de jaren 50 bij de Amerikaanse plastisch chirurg Maxwell Maltz. Die stelde vast dat patiënten drie weken nodig hadden om een ‘geamputeerd lichaamsdeel’ gewoon te worden. Dat inspireerde hem om ook bij andere gewoonten te meten hoelang het aanleren ervan duurde. En weer kwam hij uit op (minstens) 21 dagen. Maltz’ bevindingen inspireerden psychologen, gedragstherapeuten en schrijvers van zelfhulpboeken om het cijfer 21 tot zaligmakend te kronen. Zover wil ik niet gaan, er is geen keihard wetenschappelijk bewijs dat 21 dagen altijd volstaan om je denken een nieuwe koers te geven. Maar het is ook geen onzin: een periode van 21 dagen is wel degelijk realistisch en net lang genoeg om minstens een aanzet te geven tot een nieuwe gewoonte.

Challenge #1: Eet 21 dagen zoals je grootmoeder

Voor deze food-challenge verwijzen we naar de wijze woorden van de auteur Michael Pollan:

“Als je winkelt, koop dan niets wat je grootmoeder niet als eten zou herkennen.”

Volgens Pollan eten we te vaak ‘voedselachtige substanties’ in plaats van voedsel. We leven opvallend ongezond en zijn tegelijk obsessief bezig met gezonde voeding. Eten zoals je grootouders is een simpel maar geniaal stukje advies om op een evenwichtige manier om te gaan met voeding.

Een handvol extra tips:

Begeef je in de supermarkt vooral in de zone waar de verse producten staan. Of nog beter, doe je boodschappen op een boerenmarkt.
Koop geen voeding waar middelen inzitten die je nauwelijks kan uitspreken.
Vermijd voeding die op de verpakking allerlei schreeuwerige gezondheidsclaims maakt.
Eet niet te veel en vooral plantaardig.

Twijfel je? Dan kan je altijd je omaatje om raad vragen.