Interview met Kristien Hemmerechts: Er gebeurde dit, er gebeurde dat
Deze week verscheen het nieuwe boek van Kristien Hemmerechts: Er gebeurde dit, er gebeurde dat. Hierin brengt Kristien in autobiografische verhalen het verslag van haar leven: vreugde, ziekte, familie, liefde, zingeving, dood en verlies. Ook nieuw werk is opgenomen, zoals het openhartige verslag van haar borstkanker. Kristien Hemmerechts is dit jaar ambassadrice voor Pink Ribbon.
In 2015 voelt Kristien Hemmerechts een knobbeltje in haar borst. Ze heeft borstkanker. In haar dagboek noteert ze hoe ze zich voorbereidt op de operatie en de bestraling, maar vindt ze ook woorden voor alle emoties en frustraties die daarmee gepaard gaan.
“Net zoals na Hermans dood: dat je anderen moet troosten”, schrijf je in je boek. Enerzijds wil je een sterke moeder, partner, docent, schrijver zijn, anderzijds wil je graag getroost worden en ben je teleurgesteld in de lauwe reacties van mensen die weten dat je borstkanker hebt. Hoe ging je om met die kwetsbaarheid en teleurstelling?
K.H.: “Ik was mij bewust van mijn eigen tegenstrijdigheid. Dat neemt niet weg dat ik soms enorme woede kon voelen, waarvan ik schrok en waarvan ik niet wist dat ik die in mij had. Wat de ziekte mij heeft geleerd, is dat ik toch moet aangeven aan mensen wat er met mij aan de hand is. Maar ik zal wel nooit iemand worden die makkelijk praat over wat er in haar omgaat op het moment zelf. Later kan het wanneer het achter de rug is, en op papier natuurlijk ook. Die notities waren mijn houvast.”
In je boek schrijf je dat je definitief afscheid neemt van Herman. Maar toch zijn de doden de rode draad in je boek: je zoontjes, je vader, Herman. Is de dood je tweede natuur geworden of heb je de dood nodig om het leven te kunnen voelen?
K.H.: “Definitief is een te groot woord. Maar ik heb jaren het gevoel gehad dat zijn dood de allesoverheersende realiteit vormde. De kanker heeft dat veranderd. Het ging nu over mij. Maar hij blijft een erg belangrijk deel van mijn leven, net zoals de kindjes uiteraard, maar ook dat verdriet is op de achtergrond geraakt door de komst van de kleinkinderen.”
Je ergert je aan kleine dingen tijdens je behandeling: de vreselijke muziek in de wachtkamer bijvoorbeeld. Heel praktisch: wat kunnen dokters, verpleegkundigen en familie doen om iemand met borstkanker beter te ondersteunen?
K.H.: “Laat ik om te beginnen zeggen dat de opvang in het ziekenhuis bijzonder goed en efficiënt is. Daar ben ik diep dankbaar om. Maar het ziekenhuis is ergens ook een fabriek die veel patiënten moet behandelen, waardoor er niet altijd rekening kan worden gehouden met de gevoeligheden van de patiënt. En die patiënt is vaak overgevoelig, ik was dat toch. Ik denk dat het beste wat de omgeving kan doen is geduld opbrengen en zachtheid en warme betrokkenheid voor iemand die soms onredelijk en overgevoelig is.”
Na je borstkankerverhaal vinden we in het boek ook oudere autobiografische verhalen. Wordt wat er in je leven gebeurt altijd meteen fictie of schuw je toch de zuivere autobiografie?
K.H.: “Ik heb van Herman de Coninck geleerd dat je soms de moed en het lef moet hebben om de dingen gewoon op te schrijven zoals ze zijn gebeurd. Dat geeft een kracht en een authenticiteit die zelden door fictie kan worden geëvenaard. Ik merk dan dat lezers heel veel kunnen hebben aan die directheid en dat zij op hun beurt troost en herkenning kunnen vinden.”
Er gebeurde dit, er gebeurde dat, Kristien Hemmerechts, uitg. De Geus, ligt vanaf 13/9 in de winkel
Op zoek naar nog meer inspirerende boeken? Check dan hier onze must-read lijst voor de zomer.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier