‘Maandag begin ik opnieuw’. Gebruik jij dat zinnetje ook te vaak? Zo verander je dat!
Wil jij graag enkele kilo’s kwijt, maar geef je vaak op? Je bent zeker niet alleen. Anneleen De Lille schreef er zelfs een boek over. In ‘Denk gezond, (di)eet gezond’ omschrijft ze de beste methodes om je dieet nu wél vol te houden. Op Feeling.be verklapt ze drie dagen lang al enkele van haar beste tips. Vandaag vertelt ze hoe je eindelijk kunt stoppen met die excuses als ‘Ach, maandag begin ik wel opnieuw’.
Heb jij ook zo’n stemmetje in je hoofd dat je altijd maar opnieuw overhaalt om een extra portie of een dessertje te nemen? ‘Ik heb ervoor betaald dus ik kan maar beter mijn bord leegeten’, ‘ik heb gesport, dus het mag’, ‘Maandag begin ik opnieuw’… ‘Je innerlijke goedprater’, zo noemt mental coach, Anneleen De Lille dat stemmetje. In haar boek Denk Gezond, (Di)eet gezond omschrijft ze een oplossingsgerichte methode om die innerlijke goedprater te heropvoeden, en om zo je gezonde levensstijl vol te houden.
Je kunt je gedachten niet tegenhouden. Maar je kunt ze wél managen. Wil jij je gedachten omvormen zodat ze je kunnen helpen met je gezonde voornemens? Ontdek hier hoe je dat doet.
1. Negeer je innerlijke goedprater niet!
Sommige mensen proberen het stemmetje in hun hoofd te negeren: ‘Ik probeer gewoon niet meer aan die chocolade met nootjes te denken.’ Maar weet je wat er gebeurt als je krampachtig probeert ergens niet aan te denken? Je denkt er alleen nog maar meer aan!
2. Stel je gedachten in vraag
Luister naar je innerlijke goedprater, maar stel zijn ideeën in vraag. Hij wil je gelukkig maken, maar denkt vooral aan het emotionele, intuïtieve en aan de korte termijn. Jij kan ervoor kiezen om die gedachtegang zomaar te volgen óf om ze ter discussie te stellen, en om eventueel een andere strategie te bedenken die beter aansluit bij je langetermijndoelen. Om je te helpen met die keuze, raad ik je aan om gedurende minstens een week de volgende vier stappen te doorlopen vooraleer je iets in je mond stopt:
- Stel jezelf de vraag: ‘Wat denk ik?’ Bijvoorbeeld: ‘Ik heb honger’.
- Klopt deze gedachte? Werkt deze gedachte in je voordeel? Bijvoorbeeld: ‘Ik heb geen honger, maar ik verveel me. Chocolade helpt me niet op weg naar een gezondere levensstijl.’
- Ga je met deze gedachte verder of bedenk je een constructievere gedachte? ‘Ik verveel me en ga even wandelen.’
- Zet de eerstvolgende kleine stap naar je doel. ‘Ik neem mijn jas’.
3. Hanteer de 5-secondenregel
Als je een idee hebt dat goed is voor je gezondheid, stel dat dan niet uit. Neem dan binnen de vijf seconden de eerste stap. Als je bijvoorbeeld denkt: ‘Een korte wandeling zou me meer deugd doen dan een koffie’, begin dan achterwaarts te tellen vanaf vijf (5, 4, 3, 2, 1). Zorg dat je rechtstaat vóórdat je bij 1 bent. Als je dat ene kleine stapje gezet hebt, geniet je al meteen van een succeservaring. Zo geef je de goedprater in jezelf geen kans om excuses te bedenken
4. Gun jezelf extra denktijd
Verleiden je gedachten je om iets ongezonds te doen? Doe dan net het omgekeerde dan wat je bij de vorige tip deed. Rek de tijd tussen de gedachte ‘Ik heb honger’ en het moment waarop je ook echt iets in je mond stopt. Zo kun je langer nadenken en bewust beslissen of je wel iets zou eten. Als je nood hebt aan een pauze, dan is het vaak beter een frisse neus te halen dan opnieuw naar de koffiemachine te stappen.