Hebben we allemaal een eetprobleem?
Vroeger at je wat de pot schafte, vandaag lijkt het of er aan elke maaltijd een wetenschappelijke studie voorafgaat. We letten allemaal op wat we eten. Euh ... en gewoon genieten dan?
Eten doen we drie keer per dag, en met eventuele tussendoortjes erbij, tikt dat aan tot ongeveer 200 beslissingen per dag, telde voedselpsycholoog Brian Wansink in zijn Food and Brand Lab aan Cornell University. Voor onze grootouders waren die beslissingen over eten vrij makkelijk. Boterhammen, soep, vlees-aardappelen-groenten: er kwam gewoon Vlaamse kost op tafel, want hun lokale kruidenier had geen Griekse yoghurt, ras-el-hanout of sushi-rijst in de aanbieding.
Het resultaat is er dan ook naar: 4 op de 10 Belgen heeft overgewicht, en ook wie dat niet heeft let op wat hij of zij eet. Heel wat heerlijkheden zijn van traktaties in een zonde. veranderd Het lijkt soms of we allemaal een eetprobleem hebben.
1. De rush van suiker, vet en zout
Ons voorouderlijk dieet was mager, ongezoet en bijna vegetarisch. Vandaar dat ons lichaam geprogrammeerd is om zeldzame lekkernijen onweerstaanbaar te vinden. Jammer genoeg is dat vandaag nog zo, ook al zijn vet, zout en suiker alomtegenwoordig en voor iedereen betaalbaar. Ons brein is niet geëvolueerd om op te boksen tegen die overdaad. Daarom ontstaat er in ons oeroude brein bij elke eetbeslissing een onbewuste strijd tussen zelfbeheersing en impulsiviteit en we overschatten hoe goed we onszelf in bedwang houden.
Luister vooral niet naar je maag
Het zijn niet alleen onze hersenen die een rol spelen bij hoe we eten, ook onze maag werkt niet echt mee. Die blijkt namelijk een abominabel slechte raadgever als het op ‘genoeg’ aankomt. De maag heeft maar drie standen: honger, ik-ben-vol-maar-er-kan-nog-bij, en propvol. Het duurt zo’n 20 minuten voor ze ons laat weten dat we verzadigd zijn.
Logisch dus, dat we vaak en volledig onbewust te veel eten. We gaan namelijk op zoek naar andere signalen dat we genoeg hebben. Visuele tips, bijvoorbeeld. Eten wat ons voorgeschoteld wordt, ook als het (te) veel is. Ook als het aanbod heel divers is, bijvoorbeeld op een buffet, dan eten we veel, omdat we van alles willen proeven. Ook wanneer we afgeleid worden, door de tv bijvoorbeeld, eten we te veel omdat we ons niet meer bewust zijn van wat we eten.
Afvallen is hard werk
We hebben omwille van onze evolutie dus de neiging om meer te eten dan goed voor ons is. Geen nood, zou je denken, dan ga je gewoon op dieet. Minder eten, meer bewegen en de kilo’s smelten als sneeuw voor de zon, zo simpel is het naar het schijnt. Niet dus. Dat simplisme is een leugen, want eten, afvallen en overgewicht zijn allesbehalve eenvoudig.
Als we op dieet gaan, denkt ons lichaam dat er hongersnood heerst, geeft het maar mondjesmaat zijn reserve op en schakelt het naar een tragere versnelling. Daarom is afvallen hard werk. En ook daarbij kun je genetische pech hebben.
Dik, dus paria
Wie op dieet gaat, levert strijd met zijn eigen biologie, maar ook onze hoorn-des-overvloedsomgeving en onze geest werken niet altijd mee. Eten is niet alleen een fysieke behoefte, het blijft een van onze belangrijkste sociale glijmiddelen.
Bovendien grijpen we ook naar eten als we triest, nerveus of blij zijn. Hoe en wat we eten is diep in onze psyche gesleten gewoonte, en die zijn berucht omdat ze zo moeilijk te veranderen zijn. Wat je eet, is al eeuwen een kwestie van cultuur, maar vandaag wordt het ook een stuk van je imago, excuus en identiteit.
De wetenschap is het ondertussen over één ding eens: diëten werkt niet. En toch wordt er van iedereen met een paar of veel kilo’s te veel, verwacht dat ze gaan lijnen. Als maatschappij wijzen we nog keihard naar de dikkerds als we een schuldige zoeken. Als wetenschappers in verband met eten over ‘onweerstaanbaar’ en ‘verslaving’ spreken, wordt duidelijk dat afvallen veel meer is dan een kwestie van zelfbeheersing en individuele keuzes.
Graag traag: het onbewuste non-dieet
Bijna elk wetenschappelijk onderbouwd boek over overgewicht pleit voor kleine, levenslang vol te houden stappen, waarmee je traag maar wel blijvend kunt afvallen. We kunnen de mechanismen die ervoor zorgen dat we te veel eten in ons voordeel gebruiken door onbewust minder en gezonder te eten. De duivel zit hem in de details. Eet traag, eet bewust, leer het ‘ik ben vol, maar er kan nog bij’-gevoel kennen en stop als je dat voelt.
Besef dat vooral de eerste drie, vier happen van iets het lekkerst zijn, en ga voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Kies dus voor kleinere porties. Als je 20% minder opschept dan je denkt nodig te hebben, zul je het waarschijnlijk niet eens missen.
Bouw ook meer beweging in je alledaagse leven door te wandelen, fietsen, trappen op te lopen of te dansen. Zo’n herprogrammering van je manier van eten, bewegen en leven kun je eeuwig volhouden, omdat je je er niet eens van bewust bent.