Gezondheidswijsheid of hardnekkige mythe: “Van spinazie word je sterk”

‘Melk is goed voor elk’ en ‘lachen is gezond’: aan spreuken over gezondheid geen gebrek. Maar hoeveel medische waarheid schuilt er achter al die volks-wijsheden. Vandaag onder de loep: van spinazie word je sterk.

Elisabeth De Waele, hoofd klinische nutritie aan het UZ Brussel: “Spinazie is een goede voedingsbron die vooral bekend staat om z’n hoge dosis ijzer. Dat laatste is belangrijk om de aanmaak van rode bloedcellen te stimuleren en het hemoglobinegehalte in ons bloed op peil te houden. Omdat rode bloedcellen verantwoordelijk zijn voor de aan- en afvoer van zuurstof in ons lichaam, kan een tekort leiden tot een moe en futloos gevoel. Ook een bleke huid, snel buiten adem zijn, beschadigde nagels of haren en last van rusteloze benen, kunnen erop wijzen dat je ijzergehalte niet hoog genoeg is.

De kans dat dat gebeurt, is echter wel vrij klein: omdat ons westers voedingspatroon rijk en divers genoeg is, krijgen de meeste mensen normaal gezien wel voldoende ijzer binnen. Enkel borstvoedende vrouwen, vegetariërs en vrouwen die menstrueren en dus veel bloed verliezen, lopen risico.”

Popeye-mythe: foutje in het rapport

“Maar hoewel spinazie zeker een goede bron voor ijzer is, heeft het zijn mythische status op dat vlak toch niet helemaal verdiend. Eigenlijk is die vooral het resultaat van een tikfout in een wetenschappelijk rapport (lacht): door een verkeerd geplaatste komma leek het plots alsof er tot tien keer meer ijzer in spinazie zat dan daadwerkelijk het geval. Een mythe die bleef voortleven, terwijl er in werkelijkheid nog heel wat andere en soms zelf betere leveranciers van ijzer zijn.

Niet dat er in rood vlees per se méér ijzer zit dan in spinazie of peulvruchten, maar je lichaam absorbeert die dierlijke ijzervariant wel beter

In een eetlepel met zeventig gram spinazie, zit 1,7 mg ijzer. Met een handvol gezouten cashewnoten van 25 gram, kom je al even ver, en met een eetlepel préparé of een stuk rundsvlees doe je zelfs nog beter. Niet dat er in die laatste per se méér ijzer zit, maar heemijzer – het type ijzer dat enkel voorkomt in dierlijke producten – wordt wel beter door ons lichaam opgenomen dan non-heemijzer, de ijzervariant die je terugvindt in plantaardige producten als paksoi, peulvruchten en spinazie. Daardoor is rood vlees wat de aanvoer van ijzer betreft eigenlijk veel efficiënter.”

Terwijl ons lichaam er gemiddeld in slaagt ongeveer tien procent van het non-heemijzergehalte in groenten, peulvruchten en vleesvervangers te absorberen, kan dat bij kip, eieren en runds- en varkensvlees tot wel vijfentwintig procent oplopen. Bij rood vlees – zoals runds- en lamsvlees – ligt dat absoprtievermogen procentueel gezien het hoogst.

Rood vlees en vitamine C

“Wil dat zeggen dat we met z’n allen meer rood vlees moeten eten? Nee, natuurlijk niet: want rood vlees verhoogt nog altijd je kans op hart- en vaatziekten en op bepaalde types kanker, waardoor de voordelen voor de gemiddelde mens uiteraard niet opwegen tegen de nadelen. Enkel voor mensen met een bepaald ziektebeeld – bijvoorbeeld voormalige obesitaspatiënten die een stuk van hun maagdarminhoud lieten wegenemen en daardoor minder goed ijzer absorberen, kan het wel een oplossing zijn.

Vitamine C zorgt ervoor dat het heemijzer uit spinazie en andere groenten, beter door je lichaam opgenomen wordt

Naast wát je eet, is ook hóe je eet trouwens vaak belangrijk voor een efficiënte opname van voedingsstoffen. Non-heemijzer bijvoorbeeld wordt een stuk beter opgenomen in aanwezigheid van vitamine C. Je maaltijd met spinazie en gerookte haring afsluiten met een stuk fruit – liefst een sinaasappel, pompelmoes of andere citrusvrucht rijk aan vitamine C, is dus altijd een goed idee. Thee en koffie als dessert, vermijd je dan weer liever: want, die bevatten stoffen die de opname van ijzer afremmen.”

Zolang de voorraad strekt?

Leuk weetje: je lichaam is eigenlijk best vrij zelfvoorzienend wat de opname van ijzer betreft. Dat wil zeggen: als de ijzervoorraad die ligt opgeslagen in je lever, milt en beenmerg daalt, en er een ijzertekort dreigt, dan schiet je lichaam vanzelf in actie. In een poging de tekorten zo snel mogelijk weg te werken, zal je dunne darm veel meer van de aangeboden hoeveelheid ijzer uit voeding absorberen en doorsluizen naar het bloed. Als je ijzertekorten bijna uitgeput zijn, kan de absortiegraad van non-heemijzer zelfs oplopen tot zo’n 45 procent. Van zelfvoorzienigheid gesproken.

Meer gezondheid:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content