Dossier borstkanker: getuigenissen uit het hart
Aanvullend op ons dossier over borstkanker in Feeling oktober en de getuigenissen van Sybil, An en Vanessa, hebben we nog twee extra getuigenissen voor jullie in petto, die we jullie niet wilden ontzeggen. Verrassend open en recht uit het hart...
© foto: Florence D'elle
Julie, 33, single. Borstkanker ontdekt in 2011. Koos ervoor om geen reconstructie te laten doen.
"Om de drie jaar sloeg het ongeluk toe bij mij, lijkt het wel. In 2003 kreeg ik een ongeluk. In 2006 kreeg ik er nog een. In 2009 maakte ik een moeilijke relatiebreuk door en moest ik naar het ziekenhuis met zware migraines. Ik dacht toen dat ik doodging. Ik had meteen het voorgevoel dat me in 2012 weer iets zou kunnen overkomen. En inderdaad, eind 2011 ontdekte ik een knobbel in mijn linkerborst. De gynaecoloog dacht aan een goedaardig fibroadenoom, maar ik was ervan overtuigd dat er meer aan de hand was. Ik maakte een afspraak voor een punctie. Twee weken later lag ik op de operatietafel.
Ik kreeg te horen dat het om een agressieve kwaadaardige tumor ging. Wat moest er van me worden? Ik had het idee dat mijn leven aan een zijden draadje hing. Ik deed niet anders dan huilen. Ik voelde me ook nog schuldig, want als je kanker hebt, wil de maatschappij dat je positief blijft en vecht. Een vriendin gaf me toen de raad om een zacht nest voor mezelf te maken, me te omgeven met lieve mensen, en positieve boeken over kanker te lezen. Die deden me inzien dat het heel normaal was dat ik instortte. En dat aanvullende therapieën zoals sofrologie, homeopathie en zelfhypnose me konden helpen om mijn pijn en angst beter in bedwang te houden.
Niet alleen het idee dat ik dood kon gaan, joeg me angst aan, maar ook dat mijn lichaam verminkt zou zijn. Een borst verliezen leek me verschrikkelijk, het zou altijd als een gemis voelen. En wat zouden anderen wel denken... Mijn haar verliezen vond ik dan weer niet dramatisch: ik heb het zelf afgeschoren voor het begon uit te vallen en heb een mooie pruik gekocht. Gek genoeg heb je dan een kapsel dat altijd goed zit; ik kreeg er vaak complimentjes over van mensen die niet wisten dat ik kanker had. Soms had ik het fijner gevonden als ze het wél hadden geweten.
Voor je omgeving is het heel moeilijk om te weten hoe ze zich moeten gedragen en wat ze kunnen doen om te helpen. Mijn familie is fantastisch geweest. Mijn vader toonde zijn emoties niet, maar hij was er altijd. Mijn moeder was heel sterk en steunde me door dik en dun. Er was altijd wel een nicht of vriendin die mee ging naar de chemo. Alleen mijn vriend was niet op de hoogte. Ik wilde hem niet verliezen en dat is uiteindelijk precies wat er gebeurd is. Toen hij hoorde dat ik kanker had, is hij vertrokken. Hij gaf mij de schuld: door mijn ziekte moest hij naar het ziekenhuis en dat haatte hij. Ik heb erg onder die breuk geleden; het gaf me dubbel verdriet.
Inmiddels ben ik er klaar voor om weer verliefd te worden. Ik voel me bevrijd van de kanker. Ik ben niet boos meer, ik zie het zelfs als een cadeau van het leven: ik heb zoveel over mezelf geleerd, over het effect dat angst op me heeft en de invloed van mijn ouders op mijn volwassen leven. Ik ben gaan beseffen dat ik, ondanks het feit dat mijn lichaam veranderd is, dezelfde vrouw ben voor de mensen die me lief zijn: ze houden nog evenveel van mij. En ik heb meer respect voor mezelf. Ik durf nee te zeggen terwijl ik dat vroeger niet kon. Ik ben de kanker de baas geworden. Hij is een tijdje in mijn leven geweest en nu is hij vertrokken. En voor mij begint een nieuw leven."
Liliane (52), heeft een relatie, en een zoon van 26. Ze kreeg kanker in 2006, maar koos ervoor om geen reconstructie te laten doen.
"Het is nu zes jaar na de borstamputatie en ik heb een lange weg afgelegd. Mijn vriendinnen waren ongeruster over me dan ikzelf indertijd. Ik begreep het allemaal niet echt, ik denk dat ik het gewoon ontkende. Er werden twee tumors in mijn rechterborst ontdekt en het bleek het beste om de borst te amputeren en de lymfeklieren te verwijderen. Ik vond het allemaal niet zo wereldschokkend, ik was zelfs verbaasd toen de oncoloog me enkele maanden rust voorschreef. Ik was niet bang van de kanker, niet van een eventuele depressie na de operatie en niet van de nabehandeling. Ik vond de scanner hooguit lawaaierig en een beetje stressy, en het plaatsen van een port-a-cath vervelend. De radiotherapie vond ik nogal vernederend: ze plakken stickers op je lichaam en je moet je elke dag uitkleden voor onbekenden.
Om de moed erin te houden, probeerde ik me te concentreren op de kleine pleziertjes in het leven: als ik in bed moest blijven, trakteerde ik mezelf op koffie met een taartje en een tijdschrift. Ik werd ook erg verwend, vooral door mijn zoon. Hij was degene die mijn haar heeft afgeschoren. Ik herinner me ook dat hij na mijn eerste chemo toast met confituur voor me klaarmaakte, en me stukjes appel bracht om op te zuigen. Zijn vrienden zijn me ook komen opzoekenin het ziekenhuis. Mijn vriendinnen gingen mee naar de chemo. Ik had een fantastisch netwerk, maar bepaalde dingen moet je toch alleen doormaken. Je litteken voor de eerste keer zien, bijvoorbeeld. Het is nu een lijntje, geen wond meer, het is niet lelijk, ik heb er geen complexen over. Maar toen ik pas geopereerd was, zei de man die mijn leven deelde tegen me: 'Wie zou jou nu nog willen, met één borst!' Ik ben van hem weggegaan.
Ik heb nu iemand anders ontmoet. De eerste kaap is genomen: ik heb hem gezegd dat ik maar één borst heb. Ik zal geen reconstructie laten doen; wéér operaties, dat wil ik niet. Er is een operatie voor nodig om weefsel uit mijn rug en billen te nemen en een nieuwe borst te vormen, en dan nog een operatie om de maat van mijn andere borst aan te passen aan de reconstructie. Daar heb ik geen zin in. Ik blijf me wel modieus kleden, en met de prothese zie je niets. De impact van kanker op mijn leven is niet alleen dat ik een borst mis, maar vooral de dingen die niet zichtbaar zijn: de vermoeidheid, het ziek zijn, de behandeldingen... Ik ben nu voor 66% invalide verklaard. Ik wil normaal leven, maar ik wil niet doen alsof de kanker er nooit geweest is. Ik ben ook gestopt met werken.
Het moment dat je echt beseft dat je sterfelijk bent,krijgt het leven een andere betekenis, je waardeert het meer. Ik sta niet meer stil bij het hoe en waarom; dan ga je schuld beginnen zoeken. Er zijn zoveel mooie dingen in het leven, en zoveel onrechtvaardigheden. Als ik morgen moet sterven, dan zien we dat morgen wel. Niemand is veilig. Intussen wil ik genieten van alles wat ik nog kan meemaken: een geliefde, een kleinkind. Ik probeer alleen naar mijn lichaam te luisteren en me af te vragen of de dingen die ik doe goed voor me zijn of niet. Ik strek mijn handen uit naar andere mensen, en grijp alle handen die me worden geboden."