Van toxische drug tot ‘party starter’: geven we alcohol best een minder prominente plek in ons leven?

Het zwalpt wat: de ene drinkt maar al te graag, de andere onthoudt zich volledig van alcohol. Wij vroegen ons af: is er een demure tussenweg, en lieten enkele experten eens diep in ons glas kijken.

Bijzondere verjaardagen vieren we met ‘een vat’, een geboorte mag met bubbels, een baby krijgt een borrel, een zware dag spoelen we weg met een goed glas wijn en een vrijgezellenfeestje wordt pas écht leuk als tenminste één iemand zich schromelijk vergist in de ‘aanbevolen hoeveelheid’ pornstar martini’s. Je hoort het, wie zijn omgeving – en misschien ook wel z’n eigen drinkgedrag – met een nuchtere blik bekijkt, kan vermoedelijk niet anders dan besluiten: een leven zonder alcohol heeft ook anno 2024 nog verdacht veel weg van een… nu ja, café zonder bier.

En hoewel ook mijn Instagramfeed zich steeds vaker vult met abstinentie predikende geheelonthouders als Kendrick Lamar of Florence Welch, en mijn achttienjarige nichtje zoals het een echte gen Z’er betaamt de licht tipsy toestand van haar boomer parents op een familiefeest consequent bestempelt als ‘echt heel cringe’, leek de maatschappelijke verheerlijking van alcohol zich de afgelopen ‘brat summer’ toch nog een keer naar een klein tussentijds hoogtepuntje te stuwen. In het verlengde van de onbesuisd authentieke en rebelse attitude van popdiva’s als Charli XCX en Chappell Roan was het plots niet alleen helemaal oké om je na een drukke werkweek met veel toeters, bellen en een goedgevulde flacon richting nachtclub of festivalweide te begeven, het werd zelfs een tikje cult. Alsof die na de coronapandemie voorspelde ‘summer of love’, zich met een paar jaar vertraging alsnog aan ons wilde bewijzen.

‘Alcohol is en blijft een toxische drug die in verband gebracht kan worden met zo’n 200 ziekten en gezondheidsproblemen’

Geert Dom, psychiater en alcoholexpert

Een maatschappelijk fenomeen dat, hoewel uiteraard best plezierig op korte termijn, misschien toch niet helemaal zo onschuldig was als het lijkt. Geert Dom, psychiater, alcoholexpert en auteur van Een nuchtere kijk op alcohol: “Alcohol is en blijft een toxische drug die in verband gebracht kan worden met zo’n tweehonderd ziekten en gezondheidsproblemen. Een verhoogde bloeddruk, concentratieproblemen, een hoger risico op hart- en vaatziekten, levercirrose, hartfalen en de ontwikkeling van bepaalde types kanker zijn er maar enkele van. Op psychisch vlak vormen angsten en depressie een risico.”

Om dat even in perspectief te plaatsen: heroïne, een illegale harddrug, heeft maar twee lichaamstoxische effecten: je kunt er geconstipeerd door raken en de kans op hartritmestoornissen neemt toe. Wil dat zeggen dat we ons wijntje dan maar massaal aan de kant moeten schuiven voor een shot? “Natuurlijk niet, want naast extreem verslavend is ook de kans op hiv of hepatitis door besmette naalden – om maar twee andere risico’s te noemen – enorm, maar de publieke perceptie van alcohol als vrijwel ongevaarlijk roesmiddel in vergelijking, gaat niet op.”

Alcohol als legale drug

Als we wéten dat alcohol zo slecht is voor de gezondheid, waarom blijven we er met z’n allen dan toch zo massaal aan verslingerd? “Maatschappelijke bewustwording verloopt traag: kijk naar roken, daarvan wisten we ook al langer dat het ongezond was vooraleer de publieke perceptie en vooral ook de grootschalige actie volgde”, zegt Dom. Bovendien werken ook de plezierige effecten die alcohol uitlokt op korte termijn niet bepaald mee. Hendrik Peuskens, psychiater en diensthoofd verslavingszorg bij psychiatrisch ziekenhuis Alexianen Tienen: “Alcohol maakt je losser, socialer en vlotter in de omgang. Een eigenschap waar mensen tijdens een eerste date of een avondje op de dansvloer om begrijpelijke redenen al eens graag gebruik van maken.”

Een begerenswaardig sentiment dat door de alcohollobby nog wat wordt aangezwengeld. Dom: “Bedrijven als AB Inbev of Heineken hebben er alle baat bij om alcohol zijn status van fijn en ongevaarlijk roesmiddel te helpen behouden, dus focussen hun reclames zich vooral op de positieve effecten van alcohol als sociaal smeermiddel. Een gevoel waar consumenten, zeker in individualistische tijden als deze, niet ongevoelig voor zijn.” Naast ontremmend, werkt alcohol trouwens ook verdovend, waardoor lastige emoties als pijn of verdriet na een paar glazen al veel minder ‘zwaar’ lijken – of toch voor even. Een op korte termijn ‘dankbaar’ effect waar mensen die niet goed weten wat gedaan met hun emoties of die kampen met trauma, posttraumatische stressstoornis of depressie zich al eens aan durven mispakken. “Al zal uiteraard niet iedereen in dit hokje grijpen naar alcohol als oplossing.”

Tot slot is er voor de alomtegenwoordigheid van drank in onze cultuur nog een laatste reden denkbaar. Anno 2024 zitten we daar immers met een maatschappijmodel dat zich bijna volledig richt op imago, prestaties en prestige. En, zoals een Dirk De Wachter of Paul Verhaeghen al herhaaldelijk bepleitten in hun boeken, vormt die niet meteen de basis voor een gelukkig en vervuld leven. Door vooral te rekenen op dingen als een grote carrière, materiële rijkdom en een glad imago, als voornaamste maatstaf voor ‘succes’, hollen we onszelf en ons gevoel van een zinvol en verankerd leven uit. Want niet alleen zijn die mooie maatstaven niet zomaar voor iedereen haalbaar, wie zich wel naar de ‘top van de ladder’ weet te werken, wacht ook vaak een kale kermis. Wat wel echt zin geeft – dingen als een ‘dienstbaar’ leven, een warm groepsgevoel en ‘hoger doel’ in het leven, wordt als tweederangs weggeschoven. En dus voelen we ons collectief leeg, onverzadigd, eenzaam en uitgehold, aldus de heren.

‘In Groot-Brittannië is er een synthetische vorm van alcohol op de markt die je doet ontspannen en socialer maakt, maar niet giftig is voor je lijf’

Geert Dom, psychiater en alcoholexpert

“Elk glas maakt in ons brein een dosis serotonine en dopamine vrij”, zegt Peuskens. “Twee hormonen die ons een fijn en vervuld gevoel bezorgen. Een gevoel dat we normaal gezien alleen krijgen als we ons actief voor iets hebben ingespannen: als we een doel bereikt hebben bijvoorbeeld of dankzij een fijn gesprek met vrienden echte verbinding hebben ervaren.”

Voor wie de real deal consequent een wortel blijft die maar voor de neus blijft zweven, kan alcohol een gevaarlijk verlekkerend ogende shortcut worden. Al wil Dom hier niet zonder meer vanuit gaan: “Niet iedereen die dat soort stress ervaart zal naar alcohol grijpen. Bovendien resulteert meer stress ook niet noodzakelijk in meer alcohol. Kijk maar naar de afgelopen covidpandemie: in plaats van een stijging, was er toen een lichte daling op te merken. Al zal het feit dat we ons toen een tijdlang niet in groep mochten verenigen op café of op een feest, daar natuurlijk ook voor iets tussen zitten. Tot slot lijkt het leven mij ook zeker niet stressvoller geworden dan zo’n goeie vijftig jaar geleden – of toch niet voor ons. Integendeel: het feit dat zaken als onze focus op prestige of perfectionisme op ons kúnnen doorwegen alleen al, is een teken dat onze maatschappij zich gewoon naar een ultiem hoogtepunt in welvaart heeft gestuwd.”

Voor millennials lag de tijdelijk verhoogde aantrekkingskracht van alcohol afgelopen zomer mogelijk elders. Grootgebracht met de belofte dat mits voldoende hard werken ‘alles te krijgen is in dit leven’ – een mooi huis in de stad, een job die je passie hoort te zijn, een kerngezin als baken van stabiliteit – bleek dat, eens volwassen, niet altijd te kloppen. Na jaren van geëngageerd en hoopvol zoeken naar nieuwe ankerpunten voor een betekenisvol leven, komen ze intussen stilaan in hun midlife terecht. Van een eenduidig antwoord op hun collectieve queeste is uiteraard nog steeds geen sprake. Je zou je voor minder laten verleiden door geneugten van een buitensporig plezierige ‘brat summer’.

Reddende gen Z

Vooraleer je alle aardbewoners al schromelijk ten onder ziet gaan aan een voortdenderende zoektocht naar kicks, quick fixes en de roes, geen nood: er staat wel degelijk een generatie klaar die het compleet anders schijnt aan te pakken, ook wat alcohol betreft. Dom: “Zonder al te veel te willen generaliseren, toont onderzoek inderdaad aan dat jongeren vandaag niet alleen minder drinken dan zo’n goeie tien jaar geleden, er komt ook een kentering in attitude op gang.” Onder invloed van het voortschrijdend inzicht in de toxiciteit van alcohol en een algemene gezondheidsrevival, wordt veel en vaak alcohol drinken door steeds meer mensen – jongeren op kop – als not done beschouwd.

Een ontwikkeling die zich vermoedelijk mee laat ondersteunen door de slingerbeweging die zo goed als elke vorm van maatschappelijke evolutie drijft: “Gen Z heeft natuurlijk goed gezien hoe onbezonnen hun ouders en vooral ook de babyboomgeneratie met alcohol omgingen, en bestempelt zo’n attitude nu niet alleen als onverantwoordelijk, maar gewoon ook heel uncool“, stelt Dom.

Pieter Lonneville, chef-kok en pionier in de ontwikkeling van een gastronomisch alcoholvrij aperitief in ons land, beaamt: “We startten onze alcoholvrije lijn Buloo zo’n tien jaar geleden uit noodzaak: steeds meer mensen in mijn zaak vroegen om een alcoholvrij alternatief bij hun eten. En dan bedoelden ze geen sapje of een soort van ‘easy twist’ op Agrum, maar een volwaardige gastronomische drank, met diepgang en maturiteit, die perfect in competitie kan gaan met een coupe champagne of een glas natuurwijn.” Een vraag die volgens hem sindsdien alleen maar vaker voorkomt, en bij alle leeftijdscategorieën bovendien. Maar bij jongeren wel nog opmerkelijk vaker. “Bij hen merk ik echt een verandering in mindset: ze bekijken alcohol en de consumptie ervan op een totaal andere manier.”

Kleine kanttekening hier: gen Z mag ‘het glas’ dan wel en masse – nu ja – de rug lijken toe te keren, andere roesmiddelen als cannabis of magic mushrooms stijgen wel in gebruik. “Een evolutie waar het laatste woord nog niet over gezegd is”, zegt Dom. “Want hoewel een drug als cannabis dan wel minder toxisch mag zijn voor je lijf, is de impact die het uitoefent op je mentaal welzijn niét altijd zo onschuldig. Zo verhoogt het je risico op angst- en concentratiestoornissen en op depressie.”

Voor roeszoekers die het liever echt veilig houden, is er wel nog een andere, bij ons voorlopig minder bekende, optie: een niet-toxische en niet-verslavende variant van alcohol. Dom: “In Groot-Brittannië is er al één op de markt: Sentia. Het is een synthetisch ontwikkelde vorm van alcohol die wel inwerkt op de receptoren in je brein die je doen ontspannen en socialer maken, maar niet op de andere, waardoor het ook niet giftig is voor je lijf. Voorlopig laat de smaak nog wel te wensen over, maar naar mijn inschatting zullen er binnenkort veel meer van dit soort drankjes op de markt komen, waarvan er dan hopelijk ook bij zijn die niét smaken naar een soort bittere en vloeibare versie van potpourri.” (lacht)

To quit or not to quit?

Maar ook voor wie zijn smaakpapillenniet per se aan gedroogde bloemen wil onderwerpen, is er goed nieuws. Want alle gezondheidsrisico’s ten spijt, is alcohol volledig uit je leven schrappen nu ook weer niet nodig. Dom: “Zolang je je beperkt tot de door de gezondheidsraad maximum aanbevolen hoeveelheid van tien eenheden per week, zit je wel safe.” Eén eenheid staat daarbij gelijk aan tien gram alcohol, wat bijvoorbeeld goed is voor één pintje van 25 cl of één glas wijn van 10 cl. Zwaardere bieren of sterkedrank die in een groter volume dan een klein shotglas komt, tellen voor meer. “Om te voorkomen dat alcohol een gewoonte wordt, las je wekelijks best ook twee compleet alcoholloze dagen in.”

Wat nu met mensen die flirten met de grens: wanneer wordt alcohol een probleem? Dom: “Als je jezelf die vraag begint te stellen of merkt dat je je soms schuldig voelt over je alcoholgebruik, is dat meestal een teken dat daar iets van aan is ook.” Eveneens een stevig signaal: wanneer mensen in je omgeving er opmerkingen over beginnen maken. “Iemand wijzen op mogelijke overconsumptie is niet makkelijk. Neemt iemand ondanks het taboe toch die moeite, dan neem je die opmerking maar beter serieus.”

‘Elk glas maakt in ons brein een dosis serotonine en dopamine vrij, hormonen die ons een fijn en vervuld gevoel bezorgen’

Hendrik Peuskens, psychiater en diensthoofd verslavingszorg

De cirkel doorbreken en je in de richting van een meer evenwichtige relatie met alcohol begeven, kan in de eerste plaats door je gebruik te monitoren. Peuskens: “Houd eens een paar weken een alcoholdagboek bij waarin je heel eerlijk registreert hoeveel je precies drinkt. Valt het resultaat tegen, zoek dan uit waaróm je op elk van die momenten precies naar een glas grijpt – doe je aan sociaal drinkgedrag, drink je misschien uit verveling, of is het een gewoonte die simpelweg in je dagelijkse routine geslopen is? Bekijk in elk van die gevallen aan welke behoefte je eigenlijk probeert te voldoen en of je die eventueel ook op een andere manier kan bevredigen. Verveling zou je bijvoorbeeld kunnen counteren door een nieuwe hobby op te zoeken. Sociaal drinkgedrag door niet langer af te spreken met vrienden op café, maar wel in een koffiebar of tijdens een wandeling in de natuur.”

Een ander verhaal wordt het natuurlijk als je echt met een verslaving kampt: “Alcohol heeft de neurologische bedrading van je brein dan zo veranderd dat er met vrije wil alleen soms niet meer in te grijpen valt. De craving naar meer alcohol, en vooral naar meer dopamine, verloopt dan zo automatisch en buiten het bewust beslissingen nemende deel van je brein om, dat je best professionele hulp zoekt om de cirkel te doorbreken. In zo’n geval kan het aangewezen zijn om wel volledig met alcohol te stoppen.” Al is ook daar niet iedereen het eenduidig over eens. Maureen Palmer, Canadees documentairemaker en auteur van You don’t have to quit, ziet het zo: “Alcohol volledig schrappen is voor veel mensen, en al zeker voor zij die een verslaving willen overwinnen, een te hoog gegrepen doel. Om schaamte bij herval of een gevoel van falen te voorkomen, is het beter om personen met een verslavingsproblematiek intrinsiek te motiveren om minder te drinken en die weg vervolgens met kleine, in overleg gekozen stappen, in te zetten. De kans dat die methodiek uiteindelijk alsnog eindigt in bijna abstinentie is groot.”

Kwestie van preventie

Om alcohol – net als tabak – uiteindelijk aan een écht minder prominente plek in ons dagelijks leven te helpen, is maatschappelijke preventie nodig. Daarvoor kijken de drie experten vooral in de richting van de overheid. Dom: “Een krachtdadig beleid kan zelfs de meest maatschappelijk ingesleten patronen veranderen. Dankzij een ‘stichtend voorbeeld’ in Rusland op dat vlak, weten we zelfs hoe. Eerst en vooral moet een beleid alcohol minder beschikbaar maken, bijvoorbeeld door de leeftijdsgrens voor alcohol omhoog te trekken of door, zoals dat in landen als Zweden en Noorwegen nu al het geval is, alcohol enkel nog te verkopen in speciaal daarvoor ingerichte winkels en tussen bepaalde uren. Tot slot zal ook een prijsverhoging door taksen een heel aantal kopers ontmoedigen, net als een verbod op reclame voor het toxische product.”

Om te voorkomen dat een daling in alcoholgebruik zich gewoon vertaalt naar een hoger gebruik in cannabis of andere softdrug, is het symptoom aanpakken, hoe efficiënt klaarblijkelijk ook, vermoedelijk niet voldoende. Ook inzetten op de ‘ziektes’ aan de wortel lijkt de boodschap. Palmer: “Breng mensen veerkracht bij: het vermogen om beter met de onverwachte wendingen van het leven en met tegenslagen om te leren gaan. We denken vandaag veel te vaak dat alles in het leven maakbaar is en dat ‘lijden’ of ‘ongeluk’ er niet noodzakelijk deel van hoeven uit te maken, maar dat is natuurlijk niet zo. Leer ongemak en ontgoochelingen, liefst op een zo jong mogelijke leeftijd al, aanvaarden als een deel van het leven. Wakker bij de jeugd vooral het vermogen aan om, wanneer zulke onverwachte wendingen zich voordoen, zich daar niet door te laten ontmoedigen, maar wel hun kar te keren en dan maar op zoek te gaan naar een nieuwe route om hun leven langs voort te laten bewegen.”

Meer lezen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content