Axelle Red ontmoet Marleen Temmerman
Een artieste en een wetenschapper, allebei gedreven door de strijd voor vrouwen- en mensenrechten. Meer dan een passie: een missie. Bij het Meer van Genève vinden ze elkaar.
We kennen Axelle als singer-songwriter. Net zoals haar songs verweven zijn met haar echte ‘ik’, geldt dat voor haar tweede passie: haar strijd voor een betere wereld. Als ambassadrice voor Unicef reisde ze jarenlang de wereld rond en ging ze in gesprek met kinderen die honger lijden, vrouwen die verkracht werden, vluchtelingen en kindsoldaten. Dat raakte haar tot in het diepste van haar ziel.
Axelle: “Op mijn reizen had ik zo veel onrecht gezien dat ik het niet meer kon wegcijferen. Nooit was ik zo bezeten door iets, het deed zelfs fysiek pijn. Je bent vrouw, hebt dochters, en dan besef je dat er aan de andere kant van de wereld voortdurend vrouwen mishandeld en verkracht worden. Ineens ging ik gebukt onder de miserie van de hele wereld. Niet dat ik depressief was, het was een vorm van weltschmerz.”
Ze moest erover schrijven, dat was een manier om naar antwoorden te zoeken. Maar liefst vier albums (FaceA/FaceB, Jardin Secret, Sisters & Empathy, Un Coeur comme le mien) waren het resultaat van haar denkproces. Geschreven om te verwerken en om de wereld een geweten te schoppen. Lang stond haar muziek en artiest-zijn zelfs in functie van haar missie. Daarnaast besefte ze dat ze dit onrecht niet eigenhandig de wereld kan uithelpen.
Axelle: “Ik kan wel bewustzijn brengen door mijn muziek, door te gaan spreken op congressen, door geld in te zamelen. Anderzijds weet ik ook dat ik mijn publiek niet constant kan ambeteren met verhalen over wereldleed. Ik kreeg reacties als: ‘Goed bezig, Axelle. Maar wanneer ga je nog eens een liefdesliedje schrijven?’. Ook mijn man Filip vond dat ik te diep ging, hij vertelde dat hij verliefd op me was geworden omdat ik iets heel positiefs had en hij vroeg zich af waar die vrouw was gebleven. En ja, ik ben een plezante, ik babbel met iedereen, maar toen zat ik echt diep. Die crisis is al een tijdje over nu, en ik heb tegenwoordig reden om tevreden te zijn: er veranderen dingen in de wereld, er worden steentjes verlegd. Maar natuurlijk blijft de frustratie over de dingen die niet veranderen. Ik heb daar heel veel over nagedacht en ben een jaar blijven doorschrijven na mijn dubbelalbum Sisters & Empathy. Soms denk ik erover om dat verder uit te werken tot een doctoraat (Axelle behaalde een master in de Rechten, red.). Als ik op zo’n internationale bijeenkomst tussen de juristen zit, bedenk ik vaak dat dat ook mijn leven had kunnen zijn. De twee kanten in mij zijn even sterk aanwezig: artiest en mensenrechtenactiviste.”
OP BEZOEK BIJ MAMA DAKTARI
Geen wonder dat er snel een naam opdook toen het ging over de persoon die Axelle graag wilde ontmoeten: Marleen Temmerman, gynaecologe en hoogleraar aan de Universiteit van Gent. Van 2007 tot 2012 was ze senator voor de sp.a. Haar kennis van wetenschap en haar ervaring in de politiek deed haar bij de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in Genève belanden. Tot begin deze maand leidde ze daar het departement voor Reproductieve Gezondheid en Onderzoek.
Axelle: “Marleen voert dezelfde strijd als ik, en ook zij heeft veel verwezenlijkt.” Op Twitter is Marleen gekend als ‘Mama Daktari’, een naam die ze kreeg toen ze als enige blanke dokter in de sloppenwijken van Nairobi werkte. “Ik ontvang u met open armen”, laat Marleen weten op de vraag of Axelle haar een bezoek mag brengen in Genève.
SENSIBILISEREN EN SCHIPPEREN
Het is een miezerige dag in de Zwitserse stad, met veel regen en wind, maar de twee dames begroeten elkaar er niet minder hartelijk om. Marleens koffers staan gepakt in de aanpalende ruimte. Die worden eerstdaags verscheept naar Nairobi, want daar begint ze in december aan een nieuw hoofdstuk van haar leven bij de Aga Khan Foundation. De dames gaan akkoord om de kale WHO-kantoren te verlaten en te verkassen naar Hotel d’Angleterre, een chic huis met uitzicht op het Meer van Genève.
Axelle: “Voor deze job heb je de politiek opgegeven. Nu ga je weg bij de WHO, na drie jaar.”
Marleen: “Naast mijn academische carrière was mijn ervaring in de Belgische politiek een pluspunt bij mijn aanwerving. Toen ze me drie jaar geleden vroegen om dit departement te leiden, zeiden ze: ‘If you are in Belgian politics, you know how to get to consensus’. Ik heb er ook geen spijt van. Ik heb me hier op wereldniveau kunnen bezighouden met thema’s als prenatale zorgen, moedersterfte, family planning, seksueel overdraagbare aandoeningen, vrouwenbesnijdenis en andere vormen van geweld tegen vrouwen. Het gaat over gezondheid vanuit een mensenrechtenperspectief.”
Axelle: “Geweld op vrouwen is ook mijn stokpaardje. Ik was voor Unicef veel met kinderen bezig, maar ik werd ook altijd naar vrouwen getrokken. Ik wilde hun verhalen horen. Zo ben ik veel over geweld te weten gekomen.”
Marleen: “Als gynaecologe kom je automatisch in contact met vrouwen die slachtoffer zijn van geweld. Met vrouwen die net verkracht werden, maar ook met het sluimerende lijden van meisjes en vrouwen die hun ervaringen jarenlang probeerden te verdringen en met vage klachten als buikpijn komen. Of met zwangere vrouwen met bloedverlies. Als gynaecologe denk je meteen aan een aantal medische zaken, want dat heb je geleerd in je opleiding. Je vraagt niet zomaar: ‘Heb jij met geweld te maken?’ Bij de WHO hebben we een onderzoek opgezet naar geweld tegen vrouwen, waaruit blijkt dat één op de drie vrouwen te maken krijgt met geweld, vaak partnergeweld of seksueel geweld. Die bevindingen hebben we onlangs ook gepubliceerd, maar daarmee alleen ga je de wereld niet veranderen. Dus proberen we dat in resoluties en nationale actieplannen te gieten.”
Axelle: “Dat gaat dan over sensibiliseren, met als doel: praten over geweld, durven vragen te stellen, neem ik aan.”
Marleen: “Ja, maar eerst moesten we ‘geweld tegen vrouwen’ definiëren. Een jaar lang hebben we daarover bij de WHO onderhandeld met de verschillende landen en regionale blokken. De definitie werd telkens weer afgezwakt, maar na heel wat labeur heeft de Algemene Vergadering van de WHO in 2014 een resolutie goedgekeurd, weliswaar in een afgezwakte vorm. Zo’n plan impliceert immers een consensus door alle landen, je moet enorm schipperen. In de resolutie hebben we twee zaken moeten laten vallen: verkrachting binnen het huwelijk en het kindhuwelijk. De diplomaten uit het Midden-Oosten aanvaardden het niet, hun reactie was: ‘Jullie staan je kinderen toe om seks te hebben, wij beschermen hen tenminste via het huwelijk’.”
Axelle: “Hen op hun twaalfde aan een oudere man uithuwelijken, is dat bescherming? Ik denk het niet.”
VERKOCHT, VERKRACHT, VERSTOTEN
Marleen: “In het globale actieplan proberen we de kindhuwelijken er toch weer in te krijgen, er is immers voldoende bewijs dat ze een nefast gevolg hebben op de gezondheid van de kinderen. Iedere dag treden er nog steeds 39.000 meisjes onder achttien in het huwelijk, waarvan een kleine helft onder de vijftien.”
Axelle: “Of veel jonger zelfs. En veel van die meisjes worden na korte tijd, vaak al na een week, verstoten. Sorry, maar dat is verkoop en verkrachting. Onze kinderen hebben de vrijheid om hun partner te kiezen.”
Marleen: “Verkrachting gebeurt nog veel meer dan we denken. Met de vluchtelingenstroom uit Syrië schat men dat 70 tot 80% van de vrouwen en meisjes die onderweg zijn, verkracht worden door mannen uit hun groep, maar ook door professionele hulpverleners en vrijwilligers.”
Axelle: “In de loop van de geschiedenis zijn wij vrouwen altijd slachtoffer geweest van verkrachting, oorlog of niet. Ik hoorde dat in landen als de Filipijnen, terwijl veel vrouwen in het buitenland zitten om de kost te verdienen, hun echtgenoten zich vergrijpen aan hun dochters. Zelfs vrouwen die veiligheid zoeken in vluchtelingenkampen moeten constant op hun hoede zijn. Dat hoorde ik in Zuid-Soedan en Liberia en toen heb ik erop aangedrongen om die vrouwen in vluchtelingenkampen veilig te stellen. Ik heb altijd geprobeerd – op het moment dat ik er was – concreet en onmiddellijk iets te veranderen. In Niger heb ik gevraagd om de minister van Volksgezondheid te kunnen spreken over het kindhuwelijk. Dat is gelukt. Eerst doet zo’n man dan vaak of zijn neus bloedt, want zulke dingen gebeuren in de zogenoemde ‘secret communities’. Toch blijf ik zo iemand beleefd confronteren. Aan de stamhoofden vroeg ik vaak: ‘Wat doet u concreet voor de bescherming van meisjes?’ Zo gaat er misschien wel een belletje rinkelen. Soms krijg ik iets gedaan, soms niet. Maar ik probeer altijd.”
Marleen: “Ook in België zijn we er nog niet: zeven jaar geleden ging bij ons slechts 10% van de verkrachte vrouwen naar de rechter. Ik werkte een tijd als expert voor het gerecht in Gent om verkrachtingen vast te stellen. Dat gebeurt niet alleen via fysiek onderzoek, maar ook via veel te veel ondervragingen door diverse instanties die telkens opnieuw dezelfde vragen stellen, wat traumatiserend is. Ook bij kinderen. En dan zie je vaak dat die op een bepaald moment beseffen dat hun vader in de gevangenis kan belanden, en dan stoppen ze met praten. We hebben die procedure kunnen veranderen: het meisje of de jongen wordt één keer ondervraagd door een expert en dat wordt op video vastgelegd. Andere hulpverleners krijgen toegang tot die video, zodat ze niet moeten herbeginnen.”
Axelle: “Dat is echt fantastisch, de concrete dingen die je doet. Voor Unicef ben ik in zo’n vijftien landen geweest, en naast de eigenlijke reden van mijn bezoek organiseerde ik er soms meetings tussen hulporganisaties, om een nog beter resultaat op het terrein te krijgen. Dan zag ik met mijn eigen ogen wat er allemaal misliep, en dacht: ik moet nu iets doen, want straks ben ik hier weg en dan wordt het moeilijker.”
'WOMEN ARE NOT IMPORTANT’
Axelle is de verontwaardiging allang voorbij. Ze was getuige van wantoestanden, heeft met betrokkenen op verschillende niveaus gesproken en dingen in beweging gezet. Tien jaar geleden al bedankte Kofi Annan haar persoonlijk voor haar inzet voor verschillende ngo’s. Vandaag wordt zij nog vaak gevraagd op evenementen om te komen praten over de schending van vrouwenrechten, zoals op Cinéma Verité en het Festival du Film et Forum International sur les Droits Humains in Genève. In 2008 kende de universiteit van Hasselt haar de eretitel van doctor honoris causa toe, omwille van haar sociaal engagement als artieste en mensenrechtenactiviste. Maar daar blijft Axelle bijzonder bescheiden bij.
Axelle: “Ik heb altijd de neiging te minimaliseren wat ik doe, omdat ik zie wat er nog moet gebeuren. Ik vind ook dat je jezelf moet kunnen wegcijferen, je ego opzijzetten, als je je engageert voor een groter geheel. Als artiest besef je pas dat het impact heeft gehad als je er een prijs voor krijgt, wat dus gebeurde met dat eredoctoraat. Maar kijk, misschien is de glimlach van zo’n vrouw die apprecieert dat je daar bent en dat je je inzet voor haar, veel meer waard dan een prijs... Maar om het verder over geweld te hebben: in alles waarmee ik geconfronteerd werd, zijn het vooral de verdoken vormen van geweld die me woest maken.”
Marleen: “Het feit dat er vandaag nog zo veel vrouwen sterven in het kinderbed, vind ik een vorm van verdoken en zelfs institutioneel geweld. Daarin is gelukkig verandering aan het komen. Na de Millenniumdoelstellingen, die zich richten op het wereldwijd uitbannen van armoede, is de moedersterfte ter wereld met ongeveer de helft verlaagd. Toch sterven er vandaag nog achthonderd vrouwen per dag in het kraambed!”
Axelle: “Ik zou het ook niet overleefd hebben. De bevalling van mijn oudste dochter Janelle is via keizersnede gegaan. Gelukkig gebeurde dat in België, in Afrika was het mijn dochter of ik geweest. Dat zet je wel aan het denken. Vrouwen zijn geen prioriteit in de wereld. Mocht die kwestie over mannen gaan, was ze al opgelost.”
Marleen: “Absoluut. Mahmoud F. Fathalla, een oude Egyptische gynaecoloog, zei letterlijk: ‘Het is niet dat we die vrouwenlevens niet kunnen redden, we weten zelfs wat we daarvoor moeten doen, maar we moeten ook de wil hebben om dat te doen. Women are not important enough’.”
EMPATHIE KAN GENEZEN
Axelle: “En anderzijds: vrouwen houden zelf zoveel tegen! Kijk bijvoorbeeld naar de rol van de moeder bij het uithuwelijken, of de cultuur waar besnijdenis voorkomt.”
Marleen: “Juist. Bij al onze inspanningen die we doen tegen dat soort van mutilatie, zijn het vooral moeders en grootmoeders die de traditie willen behouden. Veel hogeropgeleide ouders willen het hun dochters besparen, maar dat is niet zo evident. Ze zeggen: ‘Ik wil niet dat het met mijn dochter gebeurt, maar ik kan haar niet beschermen’. Als die mensen uit Niger of Somalië terug naar hun eigen land gaan, wordt de besnijdenis vaak hardhandig uitgevoerd door de grootmoeder of door een van de tantes. Neen, in mijn ervaring zijn het niet de mannen, maar de vrouwen die de traditie bewaken.”
Axelle: “Het is daar een ritueel met cadeautjes en lekkers. Dat ene meisje dat zich niet mag laten besnijden van haar ouders, is vies en besmet. Ze wordt gezien als een vrouw die nooit zonen zal kunnen baren, nooit een man zal vinden.”
Marleen: “In bepaalde landen geloven ze zelfs dat een jongetje dat bij de geboorte in contact komt met de clitoris van zijn moeder, doodgaat.”
Axelle: “In landen als Benin heb je voodoo, daar wordt er ook nog eens met de geesten gedreigd. En waar denk je dat alle verhalen en sprookjes over heksen en stoute stiefmoeders vandaan komen? Sprookjes vertellen de waarheid. Het zusterschap of de ‘soeurénité’, een woord dat ik zelf heb uitgevonden, bestaat niet voldoende tussen vrouwen. Maar er komt verandering, ik zie dat op verschillende plekken ter wereld vrouwen zich verenigen. Vroeger heb ik me vaak een eenzame strijdster gevoeld, nu weet ik dat alle inspanningen toch lonen, en ik weet dat ik die vrouwenrechten op verschillende plaatsen mee op de agenda heb gezet. Ik zie de toekomst positief: er is veel bewustwording, er zijn nu ook veel meer vrouwen die zich inzetten voor gelijke rechten. En ook mannen, want zonder hen gaat het nooit lukken.”
In dat verband wil Marleen nog iets kwijt over haar laatste boek, Milady!. Samen met journaliste Tine Maenhout bundelde ze de verhalen van meisjes die terechtkwamen in haar opvangcentrum voor slachtoffers van geweld in Mombassa. Milady! heeft als ondertitel 'Waar vrouwenrechten echt over gaan' en zoomt in op de historische en culturele wortels van geweld tegen vrouwen.
Marleen: “Pas als je de wortels van het onrecht gaat begrijpen, kun je naar oplossingen gaan zoeken. Een ander boek, Facing Violence, werd door slachtoffers zelf gemaakt, met verhalen en foto’s. Het boek werd gebruikt in de gevangenis van Mombassa, waar men werkt met daders om het hervallen te voorkomen. Een dader had zijn slachtoffer herkend tijdens een van de sessies en kreeg berouw.”
Axelle: “Ook zo breng je bewustzijn. Je kunt daders tot bezinning brengen door empathie, door hen de positie van hun slachtoffer te laten innemen. Zo kun je hen genezen: doordat ze inzien dat ze iemand pijn doen, dat hun slachtoffer een persoon is, geen voorwerp of ‘vijand’. Ik had ooit een lang gesprek met twee ex-boy soldiers in Liberië. Een van hen had duidelijk geen spijt, de andere wel. ‘Heb jij een liefje?’, vroeg ik hem. Hij antwoordde: ‘I don’t deserve a girl because I hurt so many girls’. Daar heb ik een liedje over geschreven, 'No Right to Love' (staat op de dubbel-cd Sisters & Empathy, red.), een heel pakkend nummer.”
VERDOKEN PEDOFILIE
De tijd loopt. Marleen heeft maar anderhalf uur en als het over vrouwenrechten gaat, zijn er zo veel onderwerpen. Feminisme bijvoorbeeld, wie wil vandaag nog een feminist(e) zijn?
Axelle: “Soms word ik er kwaad van dat mensen zo opkomen voor ‘onze groene planeet’. Kunnen we het niet eerst over vrouwenrechten hebben? Dat gaat over de helft van de wereldbevolking! Méér, want vrouwen zijn in de meerderheid op deze planeet. Soms word ik zelfs kwaad op dierenrechtenorganisaties. Ik ben ook voor dieren, maar kunnen we geen prioriteit geven aan vrouwen? Mensen durven tegenwoordig niet eens te zeggen dat ze feminist zijn. Waarom is dat woord zo beladen? Is het niet normaal dat elke vrouw en elke man feminist is? Feminist zijn is gewoon humanist zijn!”
Marleen: “Helemaal akkoord. Toen ik geneeskunde doceerde aan de Gentse universiteit, vroeg ik in het begin van het academiejaar altijd: ‘Wie is hier feminist?’ Ik zag dan een paar aarzelende handen naar boven gaan. Daarna gaf ik een uur les over wat feminisme is, namelijk: vinden dat vrouwen en mannen dezelfde rechten hebben, en achteraf stelde ik dezelfde vraag: 90% van de groep stak zijn hand op.”
Axelle: “Onlangs was ik nog bij Van Gils & Gasten en het ging over schaamhaar. Op wie inspireren de makers van porno zich? Op een kindbeeld! Trouwens, iemand die vraagt dat zijn partner zich onderaan volledig kaalscheert, wil volgens mij geen volwassen vrouw of man zien. Dat is voor mij een verdoken vorm van pedofilie.”
WEER THUISKOMEN IN KENIA
Mama Daktari stopt bij de WHO, maar is nog lang niet uitgeteld. Een nieuwe job wacht haar aan de andere kant van de wereld.
Axelle: “Ben je tevreden over wat je hier op die drie jaar hebt kunnen doen?”
Marleen: “Niet 100%, je kunt altijd meer doen. Maar ik heb heel wat steentjes kunnen verleggen: mijn departement is geherstructureerd, onze publicaties en budget zijn verdubbeld. Mijn tekst voor de World Health Assembly over geweld is klaar en als alle landen daarmee akkoord gaan, is mijn werk echt gedaan.”
Axelle: “Was het jouw keuze om weg te gaan?”
Marleen: “Bij het WHO moet je stoppen op je 62. Ik was 59 toen ze me vroegen voor deze job. Toen ik 62 werd in maart, vroegen ze me om langer te blijven. Ik moest dus eigenlijk al weg zijn, maar ik ben gebleven tot eind november.”
Axelle: “Je bent zoveel slimmer dan al die snotapen en dan moet je gaan. Dat is discriminatie! We leven in een maatschappij waar we honderd jaar willen en binnenkort ook kunnen worden en we schrijven onszelf af op jonge leeftijd.”
Marleen: “Ze hebben nu wel gezegd dat ze de pensioenleeftijd gaan optrekken naar 65, dat zal wel moeten met de vergrijzing (lacht). Ik ga nu werken voor de Aga Khan Foundation, opgericht door Prins Shah Karim Al Hussaini, een Brits zakenman die ook imam is van de Ismaëli, dat zijn humanistische en pluralistische moslims binnen de sjiitische tak van de islam. Hun belangrijkste doel is armoede bestrijden en opkomen voor opleiding en gezondheid, in het bijzonder van meisjes en vrouwen.”
Axelle: “Een goed ingelichte imam is belangrijk. Hij kan veel mensen beïnvloeden. Kwam de foundation op je deur kloppen?” Marleen: “Ja. Ismaëli geven 10% van hun loon aan de Aga Khan. Daar werken momenteel 80.000 mensen voor wereldwijd, volgens het Robin Hood-principe: geld verdienen aan de rijken en daarmee de minderbedeelden helpen. Het is een business, maar ze bieden ook toegankelijk onderwijs en gezondheid. Hun hospitalen zijn de beste van Oost-Afrika.”
Axelle: “Wat ga je daar precies doen?”
Marleen: “Ik word diensthoofd van het departement Gynaecologie en Verloskunde van het Aga Khan University Hospitaal in Nairobi. Ik zal er patiënten zien en artsen opleiden, maar ook een women’s health & rights-netwerk voor Oost-Afrika uitbouwen. Ze geven mij carte blanche om het uit te werken. Het is thuiskomen.”
Axelle: “En hoelang kun je daar nog werken?”
Marleen: “Ze zeiden: ‘What is age? We give you a contract for five years, and then we renew. And then you are 72 and you see how you feel then’.”
Axelle: “Is je gezin daar bij jou?”
Marleen: “Mijn man gaat met me mee, hij pendelt sowieso al de hele tijd tussen België, Genève en Kenia. Hij is jurist en ereconsul in Mombassa. Ook onze zoon Bram verblijft er regelmatig, hij organiseert met zijn bureau Africa Desk evenementen in Afrika en België. Binnenkort zijn we dus een united family.”
Axelle: “Goed dat je aan de slag kunt blijven met al je knowhow.”
Marleen: “Zolang ik gezond blijf. Ik kom uit een sterk geslacht, mijn moeder is negentig.”
NIEUWE AFSPRAAK IN NAIROBI
Axelle: “Ga je Genève dan niet missen?”
Marleen: “Niet echt. Als je hier komt voor een beperkte periode en je reist ook nog veel, en je spendeert bijna elk weekend in België, dan schiet je hier geen wortel. Ik ga opnieuw in Afrika wonen. Als ik daar land, dan ruik ik de rode aarde en voel ik me goed.”
Axelle: “Ik ook, vooral omdat ik er zoveel tijd heb doorgebracht. Afrikaanse vrouwen zijn wijs en staan positief in het leven. Ze baren tien kinderen, ze werken op het veld. Zij zijn degenen die het allemaal doen ginder. Respect!”
En dan wordt het tijd om af te sluiten. De plicht en de verhuizing roept. Marleen zegt nog: “Je zou volgende week moeten terugkomen, dan is het Violence Day in Genève. Echt iets voor jou, want de kleur is oranje! We dragen allen een oranje sjaal, jij zou die niet eens nodig hebben.” Ze springt in de taxi, Axelle kijkt haar na: “Een prachtige vrouw, blij dat ik haar ontmoet heb. En ik weet dat ik haar zal terugzien. Maar dan in Nairobi.”
Chef human interest & cultuur Tanja Dierckx is wild van cultuur in alle vormen en kleuren. Voor Feeling interviewt zij baanbrekers, gastvrouwen en andere gewone mensen met een interessant kantje.
Lees hier alle artikels van Tanja.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier