Online daten is hot. Sites als Tinder en OkCupid vinden jouw match via wiskundige algoritmes. Maar steeds meer experten willen de liefde weghalen uit die wetenschappelijke context om haar te aanvaarden zoals ze is: mysterieus en niet te meten.
Testen op eigen risico
Dus je meldt je aan met dat zo goed mogelijk ingevuld profiel. En dan gebeurt het. Een kandidaat dient zich aan. En nog een. En nog een. Nog geen tien minuten later barst je mailbox bijna open. Je begint te lezen. ‘Dag schoonheid’. ‘Mooie ogen heb je’. ‘Volgens mij heb je sublieme tepels. Zin om een nummertje te maken?’ ‘Wil je vanavond van mijn worst proeven?’ Je verslikt je in je drankje. Mijnheer de wildvreemde, pardon, excuseer? Geen denken aan. Je antwoordt kort dat je niet geïnteresseerd bent en dan komt het. Een explosie van gefrustreerde uitlatingen omwille van de afwijzing. ‘Wie denk je wel dat je bent, dwaas wijf? Voel je je te goed voor mij? Je zou beter je plaats kennen en blij zijn dat er iemand aandacht aan je besteedt, want zo knap ben je niet. Integendeel’. We verzinnen dit niet, en bovendien is dit geen geïsoleerd verhaal. Er zijn heel wat vrouwen die dit verhaal zullen herkennen, en bevestigen dat de realiteit nog veel kleurrijker is dan deze kuise, gecensureerde scheldpartij. De ontreddering bij dergelijke agressieve uitvallen is groot, en een mogelijke reden waarom mensen de hoop opgeven en steeds minder in de liefde geloven en cynisch worden. Niemand wint. “Hoe kun je in deze borderlinetijd met grootbekkerij, waarin je je moet voordoen als professioneel succesvol en productief, kwetsbaar zijn voor elkaar?"
Dat mensen elkaar pijn doen op het terrein van de liefde, is ook psychiater De Wachter niet ontgaan. “Het verdriet is massaal, ik heb nog nooit zo veel werk gehad. Men is massaal aan de pillen, men gaat massaal naar therapeuten”, aldus De Wachter. Vanuit zijn praktijk en wat hij daar ziet en hoort, schreef hij een nieuw boek: Liefde. Een onmogelijk verlangen? Daarin staan onder meer een drietal cases uit zijn spreekkamer, korte voorbeelden die op een ontluisterende manier illustreren hoe kil mensen met elkaar kunnen omgaan. Ze zetten hun partner, ook al is er op het eerste gezicht niets mis met de relatie, koudweg aan de kant, om allerlei redenen. Omdat ze iets anders willen, omdat ze iemand anders willen, omdat ze hem of haar niet meer willen. Wat is er aan de hand met de liefde? Is ze ziek, of erger nog, dood? Weten we nog wel wat liefde eigenlijk is? En waarom willen we haar zo graag bevatten?
De liefde heeft haar onschuld verloren
“De liefde heeft haar onschuld verloren”, schreef de Israëlische sociologe Eva Illouz al in de jaren 90. Ze deed het afgelopen decennium onder meer onderzoek naar de liefde en naar internetdating. In haar voorlaatste boek Why love hurts (2012) zoekt ze uit waarom de liefde er zo erg aan toe is, waarom we het moeilijk hebben met relaties. Het boek leest als een emotionele atlas voor de 21ste eeuw. Illouz: “Nooit heeft de liefde meer pijn gedaan dan nu. Liefdesverdriet is niet nieuw, wel sommige manieren waarop we het ervaren. Liefde staat vandaag centraal in ons leven, het bepaalt onze identiteit.” De sociologische kijk op liefde is dat onze liefdespijn niet zozeer onze eigen schuld is, maar wordt veroorzaakt en gevormd door onze cultuur. Illouz betoogt dat het kapitalisme de romantiek heeft gegijzeld, en daarmee fundamenteel veranderd. “Romantiek en consumptie zijn onafscheidelijk”, vertelt ze. “Passie heeft plaatsgemaakt voor berekening. Het gaat al lang niet meer over een persoon naar wie je hunkert. Liefde is een kosten-batenanalyse geworden. Men spreekt in economische termen over de liefde, zoals return on investment. Het is een consumptiegoed dat geen echte intimiteit creëert. We kusten daardoor al erg veel kikkers.”
Fear of missing out
Maar de zoektocht naar een geschikte partner zet zich verder, onder meer via het internet waar geregeld nieuwe spelers op de markt komen. OkCupid bijvoorbeeld, en de mobiele app Tinder, die in ons land 300.000 leden zou hebben en matchen voorstelt op basis van Facebookprofielen. Matchmaking via internet doet de liefde geen goed, weet Eva Illouz. “De technologie verplicht je je ontmoetingen te managen, wat een blasé attitude creëert en cynisme tegenover elk nieuw rendez-vous. Ooit was passie gebaseerd op schaarste, nu is er veeleer overvloed. De keuzemogelijkheid verandert onze ervaring volledig.” Men wijt de teloorgang van de ware liefde weleens aan het feminisme en de veranderende genderrollen. Steeds meer vrouwen zijn economisch niet meer afhankelijk van mannen, wat hen meer zelfbeschikking geeft. Mannen voelen zich geïntimideerd en weten niet goed wat hun rol dan nog is, vandaar dat ze zich misdragen.
Illouz is het daar niet mee eens: “Het feit dat relaties steeds vaker afspringen, ligt niet aan het feminisme of een hechtingsprobleem in onze jeugdjaren, maar aan het
consumentisme dat relaties is binnengeslopen. We hebben meer vrijheid dan onze voorouders, maar die vrijheid is problematisch. Veel keuze maakt het niet noodzakelijk makkelijker om iemand te vinden. Te veel keuze leidt tot
keuzestress. Waar men last van heeft, is het neologisme ‘fomo’, ‘the fear of missing out’. Er kan altijd een betere optie in de toekomst liggen, dus binden we ons niet te hard. Je kunt vergelijken tussen verschillende opties, dat dempt de gevoelens die je anders hebt voor één iemand. Je engageert je makkelijker als er schaarste is. Dat is wat internet nu is: een instrument dat de fantasie van de keuze biedt. Het biedt de keuze, maar het maakt het moeilijker om ons te binden aan die ene.”
Sociale regels bestaan niet meer
"In de jaren 70 zong Leonard Cohen: ‘They’ll never ever reach the moon / at least not the one that we’re after’. De liefde laat zich niet regelen, daarvoor is ze te mysterieus.” Wat de wegwerpcultuur betreft, spreken zowel De Wachter als Illouz over een grenzeloze tijd. “We leven voor de kicks”. Volgens Illouz is de oorzaak hiervan dat er geen sociale regels meer bestaan voor de liefde. “In de 19de eeuw bestond een relatie uit etiquette,” zegt ze, “de juiste manier om je te gedragen. Of je de paraplu van een vrouw moest dragen of niet, of je rookte in het bijzijn van een vrouw of niet, hoe je je gedroeg in haar gezelschap: het was allemaal vastgelegd."
"In de boeken over dating die de voorbije twintig jaar werden geschreven, merk je hoe die regels veranderd zijn. Gedragsregels zie je niet meer, maar wel tips om relaties en emoties te managen. De angsten die verbonden zijn met het proces van dating en relaties, zijn er omdat mensen een risico nemen als ze een verbintenis aangaan met iemand: het risico op afwijzing. Dat risico is er altijd wel geweest, maar was vroeger gereguleerd. Er waren gepaste manieren om iemand af te wijzen op een manier dat de ander niet het gevoel kreeg dat zijn hele wezen werd afgekeurd. In hedendaagse relaties voelt men dat wel zo aan. Dus je identiteit staat op het spel als je je op de liefdesmarkt begeeft.” Dat je liefdesleven je broos en kwetsbaar maakt, beaamt Dirk De Wachter. Maar hij waakt ervoor te verwijzen naar een vroeger waarin alles beter was: “Een samenleving waar alles geregeld is, is de hel. Daar leeft de hypocrisie. Maar inderdaad: nu is alles overtransparant. Het ligt op tafel of het staat op Facebook. Dat er een probleem is, is duidelijk. We zijn in een moeras terechtgekomen. De grenzeloosheid waarvan sprake betekent dat we onze structuur verloren zijn, dat we niet goed weten waar naartoe. We moeten daar dus over nadenken.Terug naar vroeger is geen optie, maar we zullen toch een of andere vorm van houvast moeten vinden, een manier om grond onder de voeten te behouden.”
No cure for love
Het credo dat de liefde dood zou zijn: De Wachter bepleit het tegendeel. Hij gelooft nog in de liefde. Ze is zeker niet dood, zegt hij. "Liefde is een fundamentele, nietsontziende
menselijke behoefte die over alle tijden heen blijft hunkeren naar warmte. Tijden veranderen, maar de liefde blijft. Maar de onmogelijkheid ervan blijft ook. Omdat ze zo moeilijk is, willen we het zo graag. De liefde is wat ons drijft. We zijn het gewend dat we alles kunnen kopen. Alles is consumptiemateriaal geworden, maar de liefde ontsnapt. Je kunt haar niet kopen. Was het te regelen, dan waren we lang niet zo geïnteresseerd.”
Wat moeten mensen dan doen?
Het is niet aan psychiaters om antwoorden te geven. De liefde kun je niet kennen. Iemand die ongelukkig is, verwacht dat hij in vijf sessies genezen zal zijn, maar zo werkt de psychiatrie niet.
Er is niets mis met een beetje ongelukkig zijn. Je kan wel omstandigheden creëren om de liefde te laten bloeien. Maar
wees er niet te veel mee bezig. 'The beast won’t go to sleep’, zingt Cohen. Die
onrust hebben we nodig. Mensen gaan gebukt onder verlangens die niet ingevuld worden, door onmogelijkheid: het is zo’n centraal concept, waardoor de psychiatrie het claimt. Psychiaters kunnen de waanzin wel helpen te behandelen, maar de liefde niet.