© Getty Images

Kiss me I’m Irish: hoe Ierland plots de groten der aarde aflevert

Annelore De Donder

Tot voor kort waren ze niet meer dan normal people, vandaag staan de Ieren volop in de spotlights. Hoe het kleine eiland plots de groten der aarde aflevert en wie dat dan mogen zijn? Vooruit met de ezel.

Ierland had ooit een grauwe filter over zich heen liggen. Dat kan, behalve met de veelvuldige regen, met haar getroebleerde geschiedenis te maken hebben: met het alcoholisme dat er sinds de achttiende eeuw welig ging tieren onder de arbeiders in de stedelijke sloppenwijken. Of met die desastreuze Great Hunger halfweg de negentiende eeuw. Of met The Troubles die tot eind jaren 1990 hun schaduw over het noorden van het eiland wierpen. De Ierse band U2 gaf zijn thuiseiland met Sunday Bloody Sunday (1983) – over onder andere twee Anglo-Ierse bloedbaden, in 1920 en 1972 – een onlosmakelijke soundtrack. Net als The Cranberries uit Limerick met hun protestlied Zombie. De veelgeprezen films In the Name of the Father (1993), Michael Collins (1996) of The Wind That Shakes the Barley (2006), elk met een hoofdrol voor het paramilitaire IRA, zitten in ons collectief Ierlandgeheugen.

Nog in de Ierlandwoordwolk van weleer: kwaadaardige nonnen – of hoe Peter Mullans drama The Magdalene Sisters (2002) de associatie niet meteen rozig kleurde. Voeg daarbij: pedopriesters – wijlen Sinéad O’Connor rukte die doofpot open toen ze in 1992 tijdens Saturday Night Live een foto van paus Johannes Paulus verscheurde. En goed ja, je had in 1988 weliswaar Enya’s etherische Orinoco Flow (Sail Away) of de in 1995 in première gegane zwierige beentjes van Riverdance, maar je snapt: de algemene, veeleer grimmige toon was intussen gezet.

Als zelfs niet-Ieren zich als Iers gaan profileren, dan weet je: Ier-zijn is dead on

Harde cut naar voorjaar 2020. In volle coronatijd brak Normal People, de twaalfdelige dramareeks gebaseerd op de gelijknamige bestseller van dé Ierse it-auteur Sally Rooney, in haar immense populariteit de ruwe Keltische karstkorst open. Geen katholieke wantoestanden noch politieke gewelddadigheden, maar een gevoelig portret van twee millennials uit Sligo gaven Ierland met hoofdrolspelers Daisy Edgar-Jones (met Noord-Ierse moeder) en de zelf Ierse Paul Mescal een nieuw, eigentijds, zachtaardig en intrigerend elan. Het katapulteerde beide acteurs naar het internationale sterrendom, blies de Ierse clichés aan diggelen en legde het eiland prompt onder een gehypet vergrootglas.

De groene golf zwol verder aan; in vergelijking met haar oppervlakte kende het Smaragdeneiland niet alleen een buitenproportionele aandacht, maar daarbij een al even grote creatieve boom. Het recordaantal van veertien Ierse nominaties voor de Oscars van 2023 kan tellen als illustratie, waaronder een allereerste nominatie voor een Ierstalige film: The Quiet Girl/An Cailín Ciúin. Het onvolprezen The Banshees of Inisherin sleepte maar liefst negen nominaties in de wacht, onder andere voor de acteurs Kerry Condon, Colin Farrell, Barry Keoghan en Brendan Gleeson – vreemd genoeg niet één voor dat magistrale landschap. (Geen enkele werd weliswaar verzilverd, maar de gebreide truien wonnen toch maar mooi het internet.) Paul Mescal was genomineerd voor zijn rol in Charlotte Wells‘ arthousefilm Aftersun. An Irish Goodbye haalde de Oscar voor beste kortfilm binnen.

Een jaar later won Cillian Murphy als eerste Ier ooit de Oscar voor beste acteur voor zijn vertolking van Robert Oppenheimer. ‘I’m a very proud Irishman standing here tonight’, speechte hij, voor hij in het Gaelic zijn dank uitsprak: ‘Go raibh míle maith agaibh’. Een taal die overigens pas in 2005 als officiële taal van de EU erkend werd, en die intussen eveneens wint aan populariteit: volgens gegevens van de app Duolingo had ze in 2021 het snelst groeiende aantal geabonneerde studenten; wekelijks meer dan een miljoen – de Ieren omarmen hun erfgoed zelf dus evengoed.

Ook Ierse schrijvers krijgen opvallend meer lof: Paul Lynch won de internationale Booker Prize 2023, Anna Burns had hem al gewonnen in 2018 – om maar een paar voorbeelden te noemen.

Volgens de Ierse (!) Ed Guiney, producer van Yorgos Lanthimos’ bekroonde Poor Things, is het recente succes van zijn landgenoten geen toeval: de meest succesvolle Ierse artiesten, regisseurs, muzikanten en schrijvers hebben pas de laatste jaren van overheidswege hulp en financiering gekregen, waar dat in andere Europese landen al veel langer gebruikelijk was, liet hij optekenen in The Irish Times. En dat heeft nu zijn vruchten afgeworpen. Zo is Ierland, dat qua cultuur lang over het hoofd is gezien naast haar Engelstalige concurrenten Groot-Brittannië en de VS, vandaag niet langer een quantité négligeable.

Sterker: in datzelfde The Irish Times spreekt Liam Harte, hoogleraar Ierse literatuur aan de universiteit van Manchester, over hoe zijn Britse studenten ‘Iersheid’ als iets cools zien vandaag. Heeft daar volgens hem ook mee te maken: het contrast van het progressieve Ierse beleid met het Engelse populistisch nationalisme (lees: de vermaledijde Brexit). In 2015 was de republiek het eerste land dat het homohuwelijk legaliseerde via volksstemming, de eerste homoseksuele politicus werd er in 2017 premier, de abortuswetgeving werd er in 2018 versoepeld… Amerikaans journalist Heather Schwedel, die schrijft voor Teen Vogue en online magazine Slate, linkt het Iers fanschap van de Amerikanen eveneens aan het vooruitstrevende karakter dat ook de States vandaag net missen. Alleszins een heerlijk, hip bad om in te toeven voor die andere graag geziene Ierse acteurs, als Saoirse Ronan, Nicola Coughlan en, niet te vergeten, Andrew ‘Hot Priest’ Scott.

Wat Scott betreft: ook daar zit een reden voor de Ierse aantrekking, volgens Schwedel. Samen met Cillian Murphy en Paul Mescal (met wie hij te zien is in het romantische drama All of Us Strangers) geeft Scott gestalte aan een warmhartige, gevoelige, nieuwerwetse manspersoon waarvoor we met zijn allen als een blok lijken te vallen.

En dan moeten we het nog over Ayo Edebiri hebben, Sydney in The Bear. Tijdens een interview beweerde de awardwinnende actrice – mét Ierse tongval – dat ze stiekem Jenny The Donkey, de ezel uit The Banshees of Inisherin, had gespeeld. Ze zou ook de Ierse dialectcoach geweest zijn op de set van de film The Departed (van Martin Scorsese uit 2006), bedankte haar ‘familie in Ierland’ in haar acceptance speeches en kreeg shout-outs voor haar Ierse identiteit van onder andere Paul Mescal en Barry Keoghan. Een running gag, natuurlijk: Edebiri werd geboren in Boston, als kind van een Barbadiaanse moeder en een Nigeriaanse vader. Maar toch: als zelfs niet-Ieren zich als Iers gaan profileren, dan weet je: Ier-zijn is dead on. Al blijven de échte Ierse sterren er zelf typisch bescheiden bij. Of om het met de woorden van Cillian Murphy te zeggen: ‘My life is very simple. I read a lot of books. I watch a lot of movies. Listen to a lot of music. Walk the dog. Cook. Be with my family. Eens een eigenzinnige eilander, altijd een eigenzinnige eilander.

Meer lezen

Partner Content

Gesponsorde content