Column: Coupe Tina Turner, anyone?
Chef-mode Els Keymeulen trok tijdens Paris Fashion Week naar een bekend Frans kapsalon en wandelde naar buiten met een Tina Turner coupe. Al was deze nieuwe look maar van korte duur.
Eén van mijn modecollega’s was in volle Milan Fashion Week naar de kapper geweest: zij stapte fris, fruitig en afgestyled een Italiaanse showroom binnen, terwijl ik er toch vooral afgepeigerd, verlept en platgeregend uitzag. Nu herken ik een goed plan al van kilometers afstand, dus ik nam me voor tijdens Paris Fashion Week (de week erna) hetzelfde trucje toe te passen. Helaas herkent een goed plan míj niet, zo zou blijken.
Op mijn tweede dag in Parijs stapte ik een bekend Frans kapsalon binnen – ze hadden een late night opening en ik mocht meteen plaatsnemen in de stoel van Senior Hairstylist Loïc (aldus het zwart glimmende kaartje op zijn borstkas. Hoe je ‘senior’ kunt zijn als je minderjarig bent, is me een raadsel). Loïc vroeg me voor welk euvel ik naar de kapper kwam, en hij bleek het roerend oneens met mijn profijtige ‘juste un brushing’. ‘And ze colour?? You keep it like zis?!’ Los van het feit dat Loïcs toon me niet helemaal beviel (wat was er mis met mijn haarkleur?) zwierde ik hem daar en dan op mijn shitlist: ik HAAT het namelijk wanneer ik in semivloeiend Frans mijn uitleg doe, en prompt een antwoord krijg in scheef Engels.
Mogelijks detecteerde mijn senior hairstylist dat, want hij werd er niet sympathieker op. ‘Ze color iz flat. No shine. I say highlights’. Ik was niet van plan te plooien, want a) ik vind mijn kleur prima; b) ik wenste geen drie uur door te brengen in het gezelschap van broekvent Loïc en c) 250 euro voor een set highlights? ‘Non merci’, schudde ik, en ‘juste le bruching svp’.
Ze color iz flat. No shine. I say: highlights
Loïc riep versterking op, in de vorm van een haast identieke hairstylist die Aramis heette: ‘Chérie! Viens voir!’ Aramis bleek te rollen in plaats van te stappen: hij verplaatste zich zittend in zijn zwarte kappersstoel en nam zo’n vaart, dat hij ei zo na tegen me aan knalde. Met hun tweetjes stonden ze een minuut of drie naar mijn hoofd te staren alsof er net een meteoriet was op ingeslagen. Er werd druk gefluisterd (ik verstond ‘élasticité’) en mijn haar werd lustig op en neer gegooid, alsof ze wilden testen of het wel écht haar betrof.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
En toen kon het plots niet snel genoeg gaan: ik werd naar de wasbak gerold (stappen doen ze dus niet in Parijse kapsalons), mijn haar werd met een rotvaart gewassen en vervolgens gingen ze met z’n tweetjes gezellig aan het drogen. Ik kreeg een kapsel met ‘bounce’: wilde, grote krullen die veel te hoog op mijn hoofd begonnen, waardoor ik er niet als mezelf, maar wel als Tina Turner uitzag. ‘Et voilà’, glunderden mijn twee minderjarige senior hairstylists: méér konden ze duidelijk niet voor me doen. Ik rekende tachtig (oh oui: 80) euro af en vertrok, met een kop die de mijne niet was. Ik was letterlijk anderhalve minuut de deur uit, toen de zondvloed uitbrak in Parijs. De regen viel met bakken uit de lucht – straten stonden in no time blank, mijn paraplu hield het niet en mijn regenjas-met-kap bleek niet waterproof. Toen ik met ondergelopen schoenen in mijn hotel kwam aangezompt en in de liftspiegel keek, herkende ik mezelf weer: afgepeigerd, verlept en platgeregend. Never change a winning look, zeker?